46. De oorlog is over.
Sprekend over mij zegt de vrouwelijke psychiater tegen mijn kollega's: ‘Die man moet eindelijk eens beseffen dat de oorlog over is.’ Natuurlijk brengen zij mij dit oordeel over. Dank u, dokter, ik zal mijn best doen. Op die dag schrijft mijn oude vriend Mac uit Ierland dat hij naar New York gaat... ‘for a series of St. Patrick's Day patriotic addresses (fundraising for our military campaign in the six occupied counties of northeastern Ireland)... incidentally I note that your government has been “interfering” with our arms purchasing missions... you'll have to put a stop to that.’ Mac, ik doe wat ik kan, maar dat is niet veel.
Op zondag 23 juni lees ik in de Herald Tribune wat William Fullbright, de voorzitter van de senaatskommissie voor buitenlandse betrekkingen op 21 juni heeft gezegd. Hij noemde de israëliese bombardementen op de palestijnse kampen in de Libanon inappropriate, dat is één. Er zou wel iets anders achter kunnen zitten dan the announced purpose of attacking terrorists, dat is twee. One wonders whether they really want peace; dat is drie. Ik bewonder de moed van de senator van Arkansas, maar voeg eraan toe dat je dat in de Verenigde Staten blijkbaar wel, maar in Nederland niet best kunt zeggen.
En senator Abourezk moet nog meer kwijt: zolang de