ken beweren dat ze onder Hitler wel soldaat móésten worden. Strauss kan dat niet beweren. Bij zijn Sturm (23/M86 München) was hij Rottenführer en weltanschaulicher Referent. Hij was een echte nazi, hij zat op de oorlog te wachten als een kind op de kerstboom.
Als militair bereikt hij de rang van eerste luitenant. Hij neemt in 1941 deel aan de overval op de Sovjet-Unie. De puinhopen van Charkov, Isjum en Rostov achter zich latende, met hoge stapels lijken van de mensen die daar gewoond hadden, razen de satans op Stalingrad aan. Wanneer de sovjettroepen in november 1941 het zesde duitse leger dat op de stad stoot omsingelen, is Strauss daar ook bij, maar zijn 22-ste tankdivisie kan helaas nog net op tijd uitbreken.
De rest van de oorlog doet hij dienst in Altenstadt in Beieren waar hij officier is voor ‘wehrgeistige Führung’. Ik zei daarnet dat hij voor de oorlog al weltanschaulicher Referent was. Wanneer het met zijn Führer gedaan is, vlucht de weltanschaulicher Referent met valse papieren, die echter door de amerikanen iets te nauwkeurig worden bekeken en Strauss komt in krijgsgevangenschap. Gelukkig maar. Want in Beieren kunnen de amerikaanse bezetters het juist heel goed vinden met de anti-kommunisten onder de krijgsgevangenen, en Strauss is binnen vier weken plaatsvervangende Landrat. Dalberg vertelt dat Strauss de denazifikatie tegenwerkte. Dalberg zegt: ‘Er hielt es als einer der ersten Politiker der Nachkriegszeit für seine Pflicht, gegen die pauschale Verdammung der Soldaten des Zweiten Weltkrieges aufzutreten...’ (Porträt eines Politikers, 1968, blz. 53)
Het is tijd om even te pauzeren.