Gedichten(1957)–J.B. Charles– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Fresnes Ik zag een hel met 1600 gaten, ik zag de strafgevangenis in Fresnes, maison d'arrêt, huis van bewaring, o, wat een huis, met 1600 cellen, God beware. Eerlijke handenarbeid moet men kennen, in Fresnes kan men leren werken, kerstboomversiersels maken ze in Fresnes, en inkeer moet men krijgen en berouw, in Fresnes kan men elke Zondag kerken, tweehonderdvijftig hokken zijn het kerkgebouw; die in zijn kerkcel door de uitkijkspleet met gaas goed kijkt, kan tegen 't eind van 't jaar de kerstboom zien met herdertjes en bellen. Om 't bouwwerk met zijn kerk en met die cellen heen loopt een hondenschans met drentelende honden. Ik mocht drie cellen in, zij stonken. Ik wist niet waar ik kijken moest, ik keek in de drie kastjes, drie keer zag ik naast de zeep een hoopje cigarettenpeuken. God bewaar de honden en de peuken en het eind van 't jaar. Vorige Volgende