Gedichten(1957)–J.B. Charles– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Van het sterven 1945 Die liefheeft, hij zal zeer aandachtig sterven; hoezeer de huiver van het gonzend bloed doortrilt en op doet staan wat wil verwerven, het teder nederliggen vóór die gloed opnieuw ontstak, was 't laatste en het beste. Te laat, kleine bloem, te laat. Ik zie de verven van paars en dood al in uw verse rood. Hetzelfde vuur waarmee ik u van knop tot roos gevoed heb, dat ik zond door uwe nerven als wijn die zachte opstaanskracht gaf, zie ik u verteren en verderven. Wie weet hoezeer hij liefhad voor het sterven alweer begint? Wie dit vermoedt bevroedt: wat hij gaaf in zijn handen krijgt, het moet in scherven. Hij kan alleen zijn leven geven om voorgoed niet ook de scherven nog te hoeven derven. Een zoete pijn van het verlangen doet het hart bij puin verwijlen - wáár het lichaam zwerve - het toeft vergeefs, het licht is uit. Wees dan gegroet, ik zal alleen en zeer aandachtig sterven. Vorige Volgende