| |
| |
| |
Bibliographie van Nicolaas Beets.
I. Voornaamste Tijdschriften, Almanakken, Verslagen enz. waarin bijdragen van zijne hand. Alphabetisch.
Akademie van Wetenschappen. (Verslagen en mededeelingen der Koninklijke) (Afdeeling Letterkunde). Amsterdam, Johannes Müller.
Zie onder 1863, 68, 69; 1873, 78, 79; 1880, 83, 86, 87, 89; 1892. |
|
Album der Schoone Kunsten. Redactie W.J. Hofdijk. Romantisch, kritisch en historisch kunstblad. Haarlem, J.J.v. Brederode.
Zie onder 1851 en 1854. |
|
Alkmaarsche Courant. Uitgeg. bij de Erven Sterck in den Achterdam.
Zie onder 1838. |
|
Almanak voor Blijgeestigen. (1826-30) Brussel, J. Sacré. (1831-38) Amsterdam, Gebr. Diederichs.
Zie onder 1834. |
|
Almanak voor Hollandsche Blijgeestigen. Amsterdam, Brest en van Kempen. Later Alkmaar, J.A.M.W. Lesage ten Broek.
Zie onder 1833, 34. |
|
Almanak voor 't Schoone en Goede. (1822-60 [tot 1848 onder Red. van J.C. Robidé van der Aa, 1849 enz. onder Red. van A.L.G. Toussaint] Amsterdam. Met platen.
Zie onder 1832-39; 1841, 42, 43, 47; 1851, 53, 57, 58. |
|
Archief voor Nederlandsche Taalkunde. Verzameld door A. de Jager. Rotterdam, 1847-54.
Zie onder 1851, 52. |
|
Aurora. Jaarboekje uitgeg. door Mr. J.I.D. Nepveu (later S.J. v.d. Bergh, W.J. Hofdijk en J.M.E. Dercksen) voor 1841-76. 's Gravenhage, K. Fuhri, (later Haarlem en Amsterdam). Met platen en portretten.
Zie onder 1840, 43, 45, 46, 47; 1850, 51, 52, 53, 54, 56, 59; 1860, 61, 62, 63, 65.
N.B. De jaargg. 1855, 57, 58 en 60 zijn getiteld ‘Aurorabundel’, Proza en Poëzy van Nederl. Auteurs. |
| |
| |
Bato. Tijdschrift voor Jongens. Red. W. Marten Westerman. Amsterdam, Gebr. Kraay, later bij Binger.
Zie onder 1865, 1870. |
|
Boeken- en Menschenkennis (Bijdragen tot). Verzameld door Mr. P.S. Schull en A. van der Hoop Jr. Met steendrukplaten. ‘Discendo et docendo’. Dordrecht, J. van Houtrijve Jr.
Zie onder 1832 en 36. |
|
Boekzaal der Geleerde Wereld (De). Kl. 8o. Amsterdam, Erven D. Onder de Linden en Zoon.
Zie onder 1852, 54, 55 en 56. |
|
China. Verzameling van stukken betreffende de prediking van het evangelie in China en omliggende landen. Nijmegen. C. ten Hoet.
Zie onder 1853, 57. |
|
Christofilus. Christelijk Jaarboekje. Proza en Poëzy, bijeenverzameld door onderscheidene Godsdienstvrienden. Met 3 staalplaten. Nijmegen, J.F. Thieme.
Zie onder 1844. |
|
Christelijk Album. Woorden van stichting in onze huiskamer. Haarlem, A.C. Kruseman, later Arnhem, Thieme en Voltelen.
Zie onder 1865. |
|
Christelijke Volksalmanak. Red. J.J.v. Vollenhoven. Met platen. Amsterdam 1844-55. Nieuwe serie verz. door P.A. de Génestet, C.P. Tiele, en E. Laurillard. Amsterdam 1856-80. Met platen.
Zie onder 1863. |
|
Congressen (Handelingen van de Ned. Taal- en Letterkundige).
Zie onder 1851, 55; 1862, 65, 67, 68; 1872; 1881, 1893. |
|
Daphné. Nederlandsche Poëzy, onder redactie van J.I.L. ten Kate. Utrecht, Dannenfelser en Doorman.
Zie onder 1851. |
|
Eeuwig Evangelie (Het) Christelijk Maandschrift onder red. van Dr. Cramer en Dr. Lamers. Utrecht, ten Bokkel Huinink, later C.H.E. Breyer.
Zie onder 1885, 86 en 88. |
|
Eigen Haard. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink.
Zie onder 1880, 84; 1901. |
|
Enkhuizer Almanak. D'Erve C. Stichter's. Uitgeg. door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Door F. Kaiser te Leiden. Amsterdam. Gebr. van Staden.
Zie onder 1840, 41, 42 en 61. |
|
Ernst en Vrede. Maandschrift voor de Nederlandsche Hervormde Kerk. Utrecht, Kemink en Zoon.
Zie onder 1853, 54, 55, 56. |
|
Geschiedenis der Christelijke Kerk in Tafereelen. Bewerkt door Dr. N. Beets, Ds. J. Brave en anderen. Met platen. Amsterdam, G. Portielje en Zoon.
Zie onder 1852. |
| |
| |
Gids (De). Nieuwe Vaderlandsche Letteroefeningen. Amsterdam, G.J.A. Beyerinck. Later P.N. van Kampen en Zn.
Zie onder 1837, 38, 39; 1840, 1884, 85, 87; 1891. |
|
Goud uit Schuim. Bijdragen ter bevordering der Christelijke belangstelling in den arheid der in- en uitwendige zending. Uitgegeven ten voordeele der Evangelisatie te Haarlemmermeer door E.J. van Wisseling J. Pzn. Met platen. Amsterdam, Höveker en Zoon, 1870.
Zie onder 1870. |
|
Heraut (De). Eene stem over Israël en tot Israël. Utrecht, Kemink en Zoon.
Zie onder 1851. |
|
Holland (Almanak). Uitgegeven door Mr. J. van Lennep. Amsterdam, Gebr Kraay.
Zie onder 1851, 53, 54, 55, 57, 59; 1861, 63, 65. |
|
Hollandsche Illustratie (De). Wekelijksche, Geïllustreerde Courant. Amsterdam, Gebr. Binger.
Zie onder 1865, 66, 68; 1870. |
|
Huisgezin (Bibliotheek voor het). Gezellig en nuttig onderhoud aan den huiselijken haard. Leeuwarden, G.T.N. Suringar. Maandelijks 1 afl.
Zie onder 1857, 59; 1861. |
|
Huisvriend (De). Geïllustreerd Magazijn, gewijd aan Letteren en Kunst. Lectuur voor Iedereen. Schiedam, H.A.M. Roelants.
Zie onder 1885. |
|
Kunstkronyk. Uitgegeven ter aanmoediging en bevordering der Schoone Kunsten. Red. Jan ten Brink. Leiden, A.W. Sijthoff.
Zie onder 1864 en 69. |
|
Lectuur voor de Huiskamer. Uitgegeven tot aanmoediging der Schoone Kunsten. Onder bescherming van H.M. de Koningin. Leiden, A.W. Sijthoff. Later zonder jaartal, nog eens in nieuwe titeloplage versch. bij J.A. Weinbeck te Rotterdam als ‘Aurelia, lectuur v.d. Huiskamer’.
Zie onder 1851. |
|
Leeskabinet (Het). Mengelwerk tot gezellig onderhoud voor beschaafde kringen. Amsterdam, Hendrik Frijlink.
Zie onder 1841. |
|
Letterbode (De algemeene Konst- en). Voor meer en min geoefenden. Behelzende berigten uit de geleerde wereld, van alle landen. Haarlem, 1801-53.
Zie onder 1842. |
|
Letterkunde (Handelingen en Mededeelingen, Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche). Leiden, E.J. Brill.
Zie onder 1877 en 1881. |
|
Letterkundig Magazijn van Wetenschap, Kunst en Smaak. Amsterdam. G. van Dijk.
Zie onder 1830. |
|
Letterlievend Maandschrift (Algemeen). Amsterdam, A. Vink en Comp. 1822-44. Nieuwe Serie. Utrecht, 1845-1850. Vervolgd onder den titel De Recensent, Letterl. Mndschr. Amsterdam. Johs. v.d. Hey en Zoon.
Zie onder 1832, 33, 34; 1845, 47, 48, 49; 1851, 53, 54.
Mengelwerk en Boekbeoord. |
| |
| |
Letteroefeningen (Vaderlandsche). Amsterdam, 1814-57. Leeneman van der Kroe en J.W. Yntema.
Zie onder 1831. |
|
Magdalena. Evangelisch Jaarboekje, uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek. Amsterdam, Wed. G. Goossens; (later Amsterdam, Kirberger; later Utrecht, C.H.E. Breyer).
Zie onder 1853-59, 1860-65, 1874-78, 1880-89. |
|
Minerva. Tijdschrift voor studenten. Amsterdam, R. Croese.
Zie onder 1835, 36. |
|
Minerva (Algemeen Nederl. Studentenweekblad, ‘Suum Cuique’). Leiden, E.J. Brill.
Zie onder 1885 en 1895. |
|
Muzen (De). Nederlandsch Tijdschrift voor de Beschaafde en Letterkundige Wereld. Een deel. Amsterdam, M. Westerman en Zoon.
Zie onder 1835. |
|
Muzen-Album. Amsterdam, Gebr. Diederichs.
Zie onder 1849. |
|
Muzenalmanak (Nederlandsche). Rotterdam en Amsterdam, J.H. Laarman 1818-1846. In 1848 werd deze Alm. vereenigd met den Alm. ‘Vergeet mij niet’ (1ste Jaarg. Amsterdam, Diederichs 1846-47) en in 1866 opgelost in het Jaarboekje ‘Aurora’.
Zie jaarlijks van 1831-47; 1849, 1851-59 en 1862. |
|
Nederland. Tijdschrift onder redactie van T. van Westhreene Wzn. Amsterdam, Loman en Verster.
Zie onder 1868. |
|
Nederlander (De). Nieuwe Utrechtsche Courant. Algemeen staatkundig, Nieuws-, Handels- en Advertentieblad.
Zie onder 1850, 52, 53. |
|
Nederlandsch Magazijn. Familie-Bibliotheek met staalplaten. Amsterdam, J.H. Laarman.
Zie onder 1874. |
|
Nederlandsche Volksalmanak voor 1831-37, 39-61. (Onder Red. achtereen van H. Frijlink, H. Poll, A.J. de Bull en H.J. Schimmel) 1831-44, Amsterdam, Hendrik Frijlink; 1845-47, Schoonhoven,....; 1848-53, Schiedam, Roelants; 1854-61 Amsterdam, v. Kesteren.
Zie onder 1833, 34, 36, 37; 1851; 1863. |
|
Neerlands Nieuwe Kunst. Amsterdam, Jan Leendertz.
Zie onder 1871. |
|
Normaalschool te Nijmegen. (Verslag van den toestand der Inrigting tot Opleiding voor het Christelijk onderwijs op de Christelijke). Nijmegen, ten Hoet.
Zie onder 1858, 1887. |
|
Nut van 't Algemeen (Almanak tot). De van ouds vermaarde Erve C. Stichter's Enkhuizer Almanak. Door F. Kaiser te Leiden. Amsterdam, Gebr. v. Staden.
Zie onder 1840, 41, 42; 1861. |
|
Nijmeegsch Schoolblad voor het chr. onderwijs.
Zie onder 1838. (Anslijn). |
| |
| |
Orfea. Bloemlezing uit de Schatkamer van een Romandichter. (Red. markies de Thouars). Hoorn, Gebr. Vermande.
Zie onder 1839. |
|
Penningmagazijn. (Evangelisch). Maandschrift ter verspreiding van Evangelisch licht en aankweeking van evang. zin onder alle standen. 's-Gravenhage, M.J. Visser.
Zie onder 1864, 65, 66, 67, 68. |
|
Protestantsche Bijdragen tot bevordering van chr. leven en chr. wetenschap. Tijdschrift onder red. van D. Chantepie de la Saussaye. Rotterdam, M. Wijt en Zonen.
Zie onder 1870 en 1872. |
|
Rotterdamsch Jaarboekje. Redacteur J.H.W. Unger. Rotterdam, A. Eeltjes.
Zie onder 1888. |
|
Schilder- en Letterkundig Album (Het Hollandsch). Verzameling van teekeningen door onze voornaamste Schilders vervaardigd en gedrukt ter Koninklijke lithografie van C.W. Mieling. Benevens bijdragen in Poëzy en Proza, onder redactie van mr. J. van Lennep e.a. 's Gravenhage, P.H. Noordendorp.
Zie onder 1848. |
|
Studentenalmanak. Leyden, L. Herdingh en Zoon.
Zie onder 1834-39. |
|
Taalkundig Magazijn of gemengde bijdragen tot de kennis der Nederduitsche taal. Bijeenverzameld door A. de Jager. Rotterdam 1833-42, T.J. Wijnhoven-Hendriksen.
Zie onder 1840, 42. |
|
Taalmagazijn (Nieuw Nederlandsch). Tijdschrift voor de werkdadige beoefening, vergelijking en veredeling onzer moedertaal. Verzameld door L.A. te Winkel, 's Gravenhage 1853-57.
Zie onder 1855. |
|
Tafereelen en Berigten uit de geschiedenis der Protestantsche Kerk in onze dagen. Uitgegeven door en ten voordeele van de Nederl. Gustaaf-Adolf-Vereeniging. Leiden, Jac. Hazenberg Cornszoon.
Zie onder 1864. |
|
Tesselschade. Jaarboekje. Red. Potgieter. Amsterdam, Hendrik Frylink.
Zie onder 1838, 39, 1840. |
|
Tijd (De). Merkwaardigheden der Letterkunde en geschiedenis van den dag, voor de Beschaafde Wereld. 's Gravenhage, J.L.v.d. Vliet.
Zie onder 1850. |
|
Tijd en Eeuwigheid (Volksalmanak voor). Door O.G. Heldring. Arnhem, J.W. Swaan.
Zie onder 1849. |
|
Uitheemsche Vernuften (Verz. van Voortbrengselen van). Amsterdam, M. Westerman en Zoon.
Zie onder 1834. |
|
Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad. Algemeen Advertentieblad. Utrecht, L.E. Bosch en Zoon.
Zie onder 1863, 64, 66; 1870, 71, 72; 1880, 82, 85, 87; 1890, 93, 95, 96, 99. |
| |
| |
Utrechtsche Volksalmanak. Utrecht, L.E. Bosch en Zoon (1836-67).
Zie onder 1859, 1860, 62, 63, 65. |
|
Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen (Verslag van het verhandelde in de algemeene Verg. van het Provinciaal). Utrecht, C. Van der Post Jr.
Zie 1867 en 1870. |
|
Vereeniging: Christelijke Stemmen (De). Hoofdred. O.G. Heldring. Amsterdam, Höveker en Zoon. Eerste deel 1847.
Zie onder 1847, 48, 49, 50, 53, 1861. |
|
Vergeet-mij-niet. Zie Muzenalmanak. |
|
Vlaemsche Rederijker (De). Tijdschrift ter bevordering van tael- dicht- en letterkunde. Uitgegeven door L. van Hoogeveen-Sterck, Antwerpen 1844.
Zie onder 1844. |
|
Vox Studiosorum. Studentenweekblad. Leiden, P. Somerwil.
Zie onder 1880, 1891. |
|
Vriend des Vaderlands (De). Een tijdschrift toegewijd aan den roem en de welvaart van Nederland, en in het bijzonder aan de hulpbehoeftigen in hetzelve. Uitgeg. vanwege de Permanente commissie der Maatschappij van Weldadigheid. Amsterdam, Johs. van der Hey en Zoon.
Zie onder 1834, 35, 36, 37. |
|
Weldadigheid (Christelijke). Jaarboekje.
Zie onder 1859 en 1861. |
|
Wetenschappelijke Theologie (Jaarboeken voor). Onder Red. van J.I. Doedes, Dr. D. Harting, Dr. H.H. Kemink en Dr. J.J.v. Oosterzee. Utrecht, Kemink en Zoon.
Zie onder 1853. |
|
Zondagsbode (De). Christelijk Huisboek voor alle standen. Red. ten Kate en Gerlach.
Zie onder 1854. |
| |
II. Chronologische lijst der geschriften in poëzie en proza.
1830. |
Aan Nederlands beminde Prinses Marianne, bij gelegenheid van haar huwelijk. Haarlem, 14 Sept. 1830. (Zonder naam). Eerste in druk verschenen gedicht. Opgenomen in Letterk. Magazijn van Wetenschap, Kunst en Smaak. 1830 no XIII. |
|
1831. |
Ter nagedachtenisse van Vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk, geb. Schweickhardt. Haarlem, April 1830. B...Opgenomen in den Muzenalmanak voor 1831, bl. 261-4.
Zie Dichtw. I, bl. 3, 5 en 6.M. |
|
1831. |
Van Speyk. (Lied om bij straatorgels gezongen te worden.) Rotterdam, Hoffers, Pannekoekstraat. Kl. 8o. (Zonder naam.) |
| |
| |
1831. |
Een nieuw lied ter eere van den onverschrokken matroos Hobeyn. Rotterdam, Hoffers, Pannekoekstraat. (Zonder naam). Straatlied als boven. |
|
1831. |
Het Hollandsch Hart. Dichtstukje. (Zonder naam.) November 1830. Verschenen in Vaderlandsche Letteroefeningen 1831. Tweede stuk. |
|
1831. |
Hobeyn. Beschermer van Hollands vlag. Get.: Haarlem [2] April 1831. N. Beets. (Aant.: ‘Het eerste met mijn naam’), in Vaderl. Letteroefeningen 1831. |
|
1832. |
Het Veld-Viooltjen. (Get. N. Beets). Muzenalmanak.
Zie Dichtw. I, bl. 7. |
|
1832. |
De Avond. Get. Mei 1831. N. Beets. Almanak voor 't Schoone en Goede. Niet herdrukt. |
|
1832. |
Colma. Naar Ossiaan. (Later geheel overgewerkt.) Versch. in Bijdragen tot Boeken- en Menschenkennis. Mengelw. 1832. 1e deel.
Zie Dichtw. I, bl. 16. |
|
1832. |
Proeve eener hulde aan Sir Walter Scott. (Proza.) Haarlem, October 1832. N.B....Letterl. Maandschrift. 1832. Mengelw. (Eerste in druk verschenen opstel.) |
|
1833. |
Bianka. Tiedge's Hoogduitsch gevolgd. N. Beets. Almanak voor Holl. Blijgeestigen. Niet herdrukt. |
|
1833. |
Onze Vlag. Zangstukje, door N. Beets. Nederl. Volksalmanak. Sedert met muziek van Kist, met 4 andere stukjes, in 't licht verschenen bij Dozy te Leiden. |
|
1833. |
Zwijgen. Muzenalmanak.
Zie Dichtwerken I, bl. 23. |
|
1833. |
Afsterven. Get. 1832, N. Beets. Almanak voor 't Schoone en Goede. Niet herdrukt. |
|
1833. |
De Man van Smaak. Schets. (Proza.) Haarlem, 1832. Get. N.B. Algemeen Letterlievend Maandschrift. Mengelwerk 1833. |
|
1833. |
De Trouwlooze. Klagt van Lizette. Get. N. Beets. Vrij naar het Engelsch van Ths. Haynes Bayly. Algem. Letterl. Maandschr. 1833. Als boven.
Zie Dichtw. I, bl. 28, Lizette. |
|
1833. |
Argant aan Elvire. Get. X. Algem. Letterl. Maandschrift. Als boven. Niet herdrukt. |
|
1834. |
Liefde, De Rijmelaar, Toast, naar lord Byron. Verjaarvaarzen, Kleedwisseling, Budder's Grafschrift. Versch. in Leidsche Studentenalmanak.
Zie Dichtw. I, bl. 37, 41, 49. |
|
1834. |
Stanza LXXX. Uit ‘Beppo’ (hetzelfde als ‘Toast’ in den Studentenalmanak, met wijz. v.d. laatsten regel.) Verzameling van voortbr. v. uitheemsche vernuften. 1834. |
|
1834. |
Endymion. Get. N. Beets. 1831. Almanak voor Blijgeestigen. Niet herdrukt. |
| |
| |
1834. |
Elsje's Gelofte. Ongeteekend. Nederlandsche Volksalmanak.
Zie Dichtwerken I, bl. 91. |
|
1834. |
De Gondelier. Naar het Fransch van C. de la Vigne. Met veel vrijheid en verandering. N.B. Almanak voor Holl. Blijgeestigen.
Zie Dichtw. I, bl. 47. |
|
1834. |
Aan een Vondeling. Muzenalmanak.
Zie Dichtw. I, bl. 9. |
|
1834. |
Proeven uit Lord Byron's werken. Voorafgegaan van een Kort bericht aang. Lord B. en zijne werken. Verschenen in M. Westerman's Verzameling van Voortbrengselen van Uitheemsche Vernuften. Redacteur J. van Lennep. 3e stukje 12o. Get. Leyden, April 1834. (Zonder naam of cijfer). Zie ook het 4e stukje. Proeven uit de dichterl. werken van Sir Walter Scott, voorafgegaan van een Kort bericht aang. S.W.Sc. en zijne werken. Get. Haarlem, July 1834. (Zonder naam of cijfer). |
|
1834. |
Jose, een Spaansch Verhaal. Amsterdam, J. Immerzeel, Jun. 1834, groot 8o. (Zonder naam). Tweede druk, met den naam van den auteur, Amsterdam, J. Immerzeel, Jun. 1838, groot 8o.
Zie Dichtw. I, bl. 271 en vlgg. |
|
1834. |
Echte Moed. Get. N.B. Algem. Letterl. Maandschr. voor 1834. Mengelwerk.
Zie Dichtw. I, bl. 50. |
|
1834. |
Dichtstukjes uit het Engelsch van Thomas Moore. I. Black and blue eyes. II. Oh! soon return. Get. 1834, B. Vriend des Vaderlands. Mengelwerk.
Zie Dichtw. II, bl. 17 en 18. |
|
1834. |
Gedichten van C.G. Withuys. Recensie, in 2 stukken. Geteekend -k.- Vriend des Vaderlands VIII. Aankondigingen en beoordeelingen. |
|
1834. |
Aug. Clavareau. Petits Poëmes à l'usage de l'enfance, traduits de Jér. van Alphen. Recensie, zonder onderteekening. Vriend des Vaderlands VIII. Aank. en beoord. |
|
1835. |
De Masquerade. 9 Febr. 1835. Een gedicht. (Zonder naam van den auteur). Leiden, C.C. van der Hoek, 1835, gr. 8o.
Zie Dichtw. I, bl. 305. |
|
1835. |
Kuser. Een verhaal door den autheur van Jose. Met opdracht in verzen ‘Aan een Vriend’ [J.P. Hasebroek.] Haarlem, Erven F. Bohn 1835. gr. 8o.
Zie Dichtw. I, bl. 331. |
|
1835. |
Gedichten van Lord Byron. (Zonder naam van den auteur). Haarlem, Erven F. Bohn, 1835, gr. 8o. De Eng. opdracht aan J.I. Lockhart geteekend N.B. 1835.
Zie Dichtw. I, bl. 105 en volgg. |
|
1835. |
Feestviering te Zomerzorg, 10 July MDCCCXXXV (Zonder naam.) Niet in den handel. |
|
1835. |
Ossiaan tot de Zon. Naar Mac. Pherson. Geteekend B. Vriend des Vaderlands IX. Mengelwerk.
Zie Dichtw. I, bl. 14. |
| |
| |
1835. |
Rebekkaas Gezang. Uit Ivanhoe. Get. N. Beets. Als boven IX. Mengelwerk.
Zie Dichtw. I, bl. 92. |
|
1835. |
Aan Cynthia. Uit het Engelsch van Peter Pindar. Get. Juny 1834. B. Als boven IX. |
|
1835. |
L.F.J. Janssen, Röschen, etc. aus dem Nord-Niederl. von Bellamy. Recensie. Get. -q-. Als boven IX. (Aank. en beoord.) |
|
1835. |
P.H. Gallé. Verjaargroete aan den Weled. Heer J. van Wijk Rzn. Recensie. Geteekend -q-. Als boven IX. |
|
1835. |
C.J. van Abcouw. De Man naar de Wereld. Blijspel. Recensie. Geteekend L. Als boven IX. |
|
1835. |
Nederl. Muzenalmanak en dien voor 't Schoone en Goede voor den jare 1835 (Brief over den). Als boven IX. Recensie. get. January 1835. Frans Reinier [te zamen met J.P. Hasebroek]. |
|
1835. |
H.H. Klijn, Dichterlijke Herfstbloemen. Recensie. Geteekend -r.- Als boven IX. |
|
1835. |
Harmoniën, naar A. de la Martine, door Mr. I. Westenberg. Recensie, geteekend -F.- Als boven IX. |
|
1835. |
J.J.L. ten Kate. De 24ste Augustus. Recensie, geteekend L. Als boven IX. |
|
1835. |
Mr. A. van Halmael. Peter de Groote. Treurspel. Recensie. Geteekend R. Als boven IX. |
|
1835. |
O, vraag niet wat wellust de Dichter geniet,
Wee, wee hem wien het zoet verschiet.
Aan - (Remind me not) naar lord Byron.
Aan Bertha.
Aan een Vriend.
Vergeten.
Gij weent. Alles geteekend 1834, S. De Muzen. Ned. Tijdschr. voor de Beschaafde Letterk. Wereld.
Zie Dichtw. II, De Zwarte tijd, en register op de eerste regels. |
|
1835. |
Aan mijn Vriend en Neef Abraham Scholl van Egmond bij zijne bevordering tot Doctor in de Geneeskunde. Get. Leyden, 12 Juny 1835, N. Beets. (Achter diens dissertatie ‘Specimen anatomico pathologicum de natura membranarum serosarum in genere’ etc.) Harlemi, apud V. Loosjes, 1835. |
|
1835. |
Zoetheid. De Maagd van Neidpath. In het Album van de Rederijkerskamer voor Uiterl. Welsprekendheid. Turksch Lied. Lord Byron aan zijne Zuster. Stil is de Nacht. Leidsche Studenten Almanak.
Zie Dichtw. II, bl. 22. I, bl. 90. I, bl. 233. I, bl. 45. |
|
1835. |
Uit het Hooglied. Minerva, Tijdschrift voor Studenten, 1835-36.
Zie Dichtw. II, bl. 113. (Mi-Tzoot). |
|
1835. |
Waar verleiding u nadert, enz. Get. N. Beets, 1834. Als boven.
Zie Dichtw. II. bl. 24. |
| |
| |
1836. |
Ode aan het Noorden. Muzenalmanak.
Zie Dichtw. II, bl. 5. |
|
1836. |
Afscheid. Als boven.
Zie Dichtw. II, bl. 25. |
|
1836. |
Aan * * *. 1833. Almanak voor 't Schoone en Goede.
Zie Dichtw. I, bl. 44. Ada. |
|
1836. |
Verhaal van de lotgevallen der Leydsche Hoogeschool. (Proza. eerste proeve van humoristischen stijl). Aan Janthe. Niet herdrukt. Lied. (met muziek van J.J. Viotta). Dichtw. II, bl. 28. Aan Maria. Dichtw. II, bl. 10. Onstandvastigheid. Dichtw. II, bl. 27. Wensch. Voorts aandeel in de Plaatsvulling (Groen, Romantisme, Studentenalmanak. Tooneel (Hollandsch) van VIII-II. Verhandelingen). Leidsche Studentenalmanak 1836. |
|
1836. |
Troosten. Door N. Beets.
Wenschen. Ongeteekend. Nederl. Volksalmanak.
Zie Dichtw. I. bl. 25 en Dichtw. I. bl. 7. |
|
1836. |
't Is zoet. Almanak voor 't Schoone en Goede.
Zie Dichtw. I, bl. 58. ‘Schroom’. |
|
1836. |
Aan Miranda.
Waan toch niet, dat het zondigst, enz. Nederl. Muzenalmanak v. 1836.
Zie Dichtw. I, bl. 54 en Dichtw. II, bl. 15. ‘Verdorvenheid’, 1834. |
|
1836. |
Volksgunst, naar Barbier (Jambe V). Bijdr. tot Boeken- en Menschenkennis, 1836.
Zie Dichtw. II, bl. 29. |
|
1836. |
Aan Laura. Uit het Engelsch van P. Pindar. Get. 1833. Vriend des Vaderlands X, 1ste st. |
|
1836. |
Aan den Vader eener heilige Nonne, enz. Naar Vittorelli. Get. 1831, N. Beets. Als boven X.
Zie Dichtw. I, bl. 236. |
|
1836. |
Walter Scott en zijne navolgers, (Proza). Naar het Fransch. Ongeteekend. Als boven X. |
|
1836. |
Ter nagedachtenis van Cornelis Loots. Recensie. Get. L. Als boven X. |
|
1836. |
Een woord over Kritiek, (Proza). Ongeteekend. Als boven X. |
|
1836. |
To a destined Nun. Get.: From the Dutch, 1836. N. Beets. Achter: Poëzy door J.P. Hasebroek (waarin het origineel).
Zie Dichtw. II, bl. 60. |
|
1837. |
Het Beestenspel. (Proza). Zie C.O. Tweede druk 1840.
Romance. (Met muziek van Viotta).
Uit het Hooglied. ‘Schoon zijt ge mijn Vriendinne’ Leidsche Studentenalmanak.
Zie Dichtw. I. bl. 93, ‘'t Viooltje’ en Dichtw. II, bl. 112, ‘Jafa, de Geliefde’. |
|
1837. |
Aan de Starren. Nederl. Volksalmanak.
Zie Dichtw. 1, bl. 35. |
| |
| |
1837. |
Bij een kind. Nederl. Muzenalmanak.
Zie Dichtw. II. bl. 53.
Aan Joconde. Niet herdrukt. |
|
1837. |
Navolging van een Nieuw-Grieksch minnelied. Get. B. Vriend des Vaderlands 1837. |
|
1837. |
J. de Wal, Peter de Groote. Treurspel. Recensie. Ongeteekend. Als boven. |
|
1837. |
Parisina en andere Gedichten van Lord Byron, [opgedr. aan B. Gewin]. Door N. Beets. Haarlem, Erven F. Bohn, 1837. Groot 8o.
Zie Dichtw. I, bl. 159. |
|
1837. |
Guy de Vlaming. Een Verhaal, door Nicolaas Beets (opgedr. aan Jhr. C. van Foreest). Haarlem, Erven F. Bohn, 1837. Gr. 8o.
Zie Dichtw. I, bl. 403. |
|
1837. |
Een oude Romance vernieuwd. (Het daghet uit den Oosten) met vernieuwing der muziek door J.J. Viotta. Get. N. Beets. De Gids. Mengelingen.
Zie Dichtw. II, bl. 75. |
|
1837. |
Oosterlingen. I, II, III, IV, en V. Geteekend B. Als boven. 1837; Mengelingen.
Idem. VI-IX. Geteekend 1837, Nicolaas Beets. Als boven. Mengelingen.
Zie Dichtw. II, bl. 98. 110. |
|
1837. |
Vooruitgang. Get. 1837, Hildebrand. Als boven. (Zie C.O. Vierde druk 1854). |
|
1837. |
Romans en Verhalen, door Krabbendam. Potgieter, v.d. Aa. - Vinkeles, Sardanapalus. J. Moulin, Macbeth. Idem, Othello. v. Oosten v. Staveren, De Hoop, naar Campbell. Bulwer's Rienzi vertaald. Recensies, ongeteekend. Boekbeoord, de Gids 1837. |
|
1838. |
Coupletten.
Varen en Rijden. (Proza). Zie C.O. Tweede dr. 1840.
Afscheid, met muziek van Viotta (Zonder naamteekening).
Lcidsche Studentenalmanak. |
|
1838. |
Minone.
Aan Yolande. Tesselschade.
Zie Dichtw. II, bl. 48 en Dichtw. II, bl. 57. |
|
1838. |
Aan eene jonge Moeder. Juny 1836.
Lof. (Aan Mr. Robidé van der Aa.) Leyden 1836. Ned. Muzenalmanak.
Zie Dichtw. 11, bl. 55 en Dichtw. II, bl. 59. |
|
1838. |
Een Lied van Bloemen. Almanak voor 't Schoone en Goede.
Zie Dichtw. II, bl. 74. |
|
1838. |
Aan Clara. Get. 1834. Niet herdrukt. Almanak voor 't Schoone en Goede. |
|
1838. |
Spreken. lets, ten voordeele van het Groningsche Instituut voor Doofstommen uitgegeven. January 1838. Nicolaas Beets. Haarlem, Erven F. Bohn. Gr. 8o. |
| |
| |
|
In 1875 verscheen van het bovenstaande een afdruk ‘gezet als proeve van vorderingen in het letterzetten door Daniël van Stralen, van Utrecht, Kweekeling van het Inst. voor Doofst. te Groningen, en leerling ter Prov. Gron. Courant- en Boekdrukkerij’.
Opgenomen in Sparsa, 1882. |
|
1838. |
Het water. Get. 6 Jan. 1838. Hildebrand.
Begraven. Get. 1837. Hildebrand.
Eene Tentoonstelling van Schilderijen. Get. 1838. Hildebrand.
De Wind. Get. October 1838. Hildebrand. De Gids, 1839. Mengelingen. (Zie C.O. Vierde druk, 1854). |
|
1838. |
De Leydsche Weezen aan de Leidsche Burgerij, bij den aanvang des jaars 1838. Gr. 8o, gedrukt bij D. Du Mortier en Zoon, Leiden. Niet in den handel. Geteekend: Voor de weezen: Nicolaas Beets.
Zie Dichtw. II, bl. 80. |
|
1838. |
Aan de Leydsche Burcht. Gedenkboek der feestelijke vereeniging van oud studenten der Leydsche Hoogeschool, gehouden binnen Leyden den 9den Aug. 1838. Leyden, Luchtmans. Ook opgen. in Stud. Alm. voor 1839.
Zie Dichtw. II, bl. 95. |
|
1838. |
Aan den Heer L. Schipper. Get. Haarlem, 1 November 1838, Nicolaas Beets. Voorrede voor de Gedichtjes voor Kinderen door L. Schipper. Haarlem, Erven F. Bohu. Aanhaling hiervan in het ‘Voorbericht’ van den Schrijver, in de Derde, opnieuw herziene, en vermeerderde uitgave. Arnhem en Nijmegen. Gebr. E. en M. Cohen, 1883. |
1838. |
‘Een blijde toon, een blijde toon,
Klink, Poelgeest! door uw zalen!’ enz. Niet in den handel. (Zonder naam.) 8o. Geschreven op verzoek van een vriend, om te dienen op de zilveren bruiloft van den toen volksvertegenwoordiger (sedert minister) Luzac. |
|
1838. |
N. Anslijn Nzn. Een woord aan allen, die den braven Hendrik gelezen hebben. Haarlem Erven F. Bohn, 1838. Gr. 8o. Opgenomen in Sparsa 1882. |
1838. |
Doodsbericht van N. Anslijn Nzn. In de Alkmaarsche Courant, 24 Sept. 1838, no. 39. Zie Nijmeegsch Schoolblad v.h. Chr. Onderw. 2e Jaargang. Nijmegen, C. ten Hoet, 1846, bl. 59-60. over Anslijn. Zie ook 1839. |
|
1839. |
Kusers Klagt. Get. 1834. Nicolaas Beets. ‘Orfea’.
Zie Dichtw. II, bl. 13. |
|
1839. |
Aan Lilia. 1838, Tesselschade.
Zie Dichtw. II, bl. 88. |
1839. |
Ebelta. Nicolaas Beets, 1838. Nederl. Muzenalmanak.
Zie Dichtw. II, bl. 90. |
1839. |
Elia. 1838. Amanak voor 't Schoone en Goede,
Zie Dichtw. II, bl. 119 (Oosterlingen XVI). |
1839. |
Gedichten. Haarlem, Erven F. Bohn, gr. 8o. met eene Plaat. Nieuwe herziene en vermeerderde druk, bij dezelfden 1848, 12o. Derde druk, Haarlem, bij dezelfden, 1855. Nog verscheen een Belgische nadruk met een voorbericht van Prof. J.F.J. Heremans. Gent, H. Hoste, 1848. |
| |
| |
1839. |
Aan de Bruid van den Erfprins, door Nicolaas Beets. Haarlem, Erven F. Bohn, 1839, gr. 8o.
Zie Dichtw. II, bl. 370. |
|
1839. |
Jacob Gezegend. Get. 1839. Nicolaas Beets, met een plaat, naar de schilderij van Govert Flinck. De Gids, 1839. Mengelingen. Afz. afdr.
Zie Dichtw. II, bl. 103. |
|
1839. |
Voorrede voor ‘Viertal Verhandelingen, nagelaten door N. Anslijn Nzu.’ Uitgegeven door N. Beets. Alkmaar, van Vloten. |
|
1839. |
In Souvenir d'un Voyage à Paris van J. Kneppelhout. Een brief tot parodie van een der daarin voorkomende brieven. (Zie C.O. vierde druk 1854. ‘Antwoord op een brief uit Parijs’). |
|
1839. |
Dissertatio de Aeneae Silvii, qui postea Pius papa secundus, morum mentisque mutationis rationibus. Harlemi, apud Haeredes F. Bohn MDCCCXXXIX, 8o, maj. |
|
1839. |
Rijmbijbel. Haarlem, Erven F. Bohn, 1839. Gr. 8o. Gedeeltelijk bewerkt naar Erzählungen a.d. Leben Jesu für die Jugeud; zu Oliviers Volksbilderbibel dichterisch bearbeitet von W. Hey. Hamburg 1838. Opgedr. aan Hendrik Polman, onderw. i.d. Godsdienst te Haarlem. Ook kl. 8o. met platen. Tweede herziene druk, met platen. Haarlem, Erven F. Bohn, 1862.
Zie Dichtw. II, bl. 237-353. |
|
1839. |
Camera Obseura door Hildebrand. Met een staalgravure van J.W. Kaiser. Haarlem, Erven F. Bohn, 1839. Groot 8o.
Tweede druk aldaar, bij dezelfde uitgevers, 1840, groot 8o.
Inhoud van de beide drukken: Jongens. - Kinderrampen. - Een beestenspel. - Een onaangenaam mensch in den Haarlemmer Hout. - Humoristen. - De Familie Stastok. - Varen en rijden. - Genoegens smaken. - Een oude kennis. - Verre vrienden. - Narede en opdracht aan Dr. A. Scholl van Egmond.
Derde, vermeerderde druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1851. Kl. 8o.
De vermeerdering bestond uit: De Famillie Kegge. - Gerrit Witse. - 's Winters buiten.
Van dezen derden druk verscheen een nadruk voor België in het Gentsche ‘Leesmuseum’, weldra vereenigd in 3 deeltjes, 12o. Gent, Hoste, 1853, 1854.
Vierde, volledige druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1854. Kl. 8o.
In dezen druk verschenen: Verspreide stukken, met name: Vooruitgang. - Het Water. - Begraven. - Eene tentoonstelling van schilderijen. - De Wind. - Antwoord op een Brief uit Parijs. - Teun de Jager. - En nog twaalf schetsen, waarvan elf reeds vroeger verschenen in ‘De Nederlanden, Karakterschetsen, enz’. 's-Gravenhage, 1842.
Voorgenomen druk, onvoltooid gebleven, met illustraties van K.F. Bombléd. 1e aflevering, De Familie Stastok. Haarlem, Erven F. Bohn, 1857. Groot 8o.
Vijfde druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1858. Klein 8o.
Zesde, herziene druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1864. Klein 8o. met nieuw Voorbericht. |
| |
| |
|
Zevende, herziene en vermeerderde druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1871. Klein 8o. (Spelling de Vries en te Winkel). Met twee nieuwe bijdragen: Brief aan schipper Rietheuvel. - Laatste Bijvoegsel.
Achtste druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1872. Groot 8o. Zonder plaat.
Negende druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1874. Klein 8o. Volksuitgaaf, met een nieuwe steendrukplaat.
Tiende druk. Geïllustreerd door F. Carl Sierig, 1877-78. Haarlem, Erven F. Bohn. Folio en groot 8o.
Elfde druk. Volksuitgaaf. Haarlem, Erven F. Bohn, 1877. Klein 8o.
Twaalfde druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1880. Groot 8o.
Dertiende druk. Volksuitgaaf. Haarlem, Erven F. Bohn, 1880. Klein 8o.
Veertiende druk. Volksuitgaaf. Haarlem, Erven F. Bohn, 1883. Klein 8o.
Vijftiende druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1884. Groot 8o. Van deze uitg. zijn 4 exx. op holl. papier gedrukt.
Zestiende druk. Volksuitgaaf. Haarlem, Erven F. Bohn, 1886. Klein 8o.
Zeventiende druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1888. Groot 8o. Nieuwe plaat.
Achttiende druk. Haarlem. Erven F. Bohn, 1891. Volksuitgaaf.
Negentiende druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1896. Kl. 8o. met Hildebrands portret 1837 en facsimile naamteekening.
Twintigste druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1900. (Als de 19de).
Een-en-twintigste druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1901. Royaal 8o. Met illustraties door de Uitgevers gekozen uit den 10den druk; (lithographisch) portret van den Auteur door Haverman 1901, en gefacs. handteekening Nicolaas Beets.
Twee-en-twintigste druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1903. Kl. 8o.
(Over de correctie van de drukproeven voor dezen 22sten druk heeft de Auteur nog met de Uitgevers gecorrespondeerd in Febr. 1903. Het is er echter niet meer toe gekomen.) |
|
1840. |
Govert-Oom.
Anna. ‘Tesselschade’, (Red. Potgieter).
Zie Dichtw. II, bl. 373 en Dichtw. II, bl. 365. |
|
1840. |
Petrus. ‘Aurora’.
Zie Dichtw. II, bl. 380. |
|
1840. |
Het putje van Heilo. (Legende). - De Aalsmeerder Boer. (Op eigene zangwijze). - De Overgrootvader. - Meidag. (Wijze: Een vrolijk leven is ons lot). - Armoe. - De Conducteur. (Op eigene zangwijze) - Bloemendaal. - Duinzang. - Moedhouden. - Willem. - Het Boerinnetje van Schalkwijk. (In 4 coupletten; het derde van de latere redactie ontbreekt hier nog). - Jantje. - De Weduwe. (Wijze: Arm en nedrig is mijn hutje). - Matrozenlied. Alle geteekend B. Enkhuizer Almanak. (tot Nut v. 't Algemeen.)
Zie Dichtw. Il, onder ‘Liedekens’, bl. 125-163. |
|
1840. |
Proeve eener Etymologie van woorden die Huidbeteekenen, door Nicolaas Beets. Taalkundig Magazijn. Derde deel, 1840. |
| |
| |
1840. |
Aan een gestorven kind. February 1840. Nicolaas Beets. Niet in den handel. Zie ook 1844.
Zie Dichtw. II, bl. 376. |
|
1840. |
Taalvervalsching en Speling. Get. Mei 1840, Nicolaas Beets. De Gids. Opgenomen in Sparsa, 1882.
Zomernacht. Get. 1840, Nicolaas Beets. De Gids, 1840. Mengelingen.
Zie Dichtw. II, bl. 386. |
|
1840. |
Noord-Hollandsch Taal-eigen. Get. Heilo 1839-40. Nicolaas Beets. Taalkundig Magazijn. Derde deel, 1840. |
|
1840. |
Ada van Holland. Een Gedicht. Haarlem, Erven F. Bohn, 1840. (Juni). Gr. 8o. Met een opdracht aan H. Tollens Czn.
Zie Dichtw. II, bl. 187 en vlgg. |
|
1840. |
Proza en Poëzy. Verspreide opstellen en verzen. Haarlem, Erven F. Bohn, 1840. Gr. 8o. In dezen bundel 1o. Verspreide opstellen van Hildebrand (deze werden in 1854 in den vierden druk der C.O. opgenomen.) 2o. De Zwarte Tijd. 3o. Verspreide Verzen.
‘De Zwarte Tijd’. Zie Dichtw. II, bl. 165-186. |
|
1840. |
Het leven van Jezus. Stichtelijk Huisboek, door E.G.A. Böckel. Uit het Hoogd. Zonder naam van den vertaler. 2 deelen. Haarlem, Erven F. Bohn, 1841. Gr. 8o. |
|
1841. |
Roodkapjes Thuiskomst. - Bruiloftslied voor Truitje. - De lepenlaan. - Guurtje. - Hollandsch Lied. - Het Boertje van Heemsteê. - Grootmoeder. - Onder den titel: ‘Losse Dichtstukjes op verschillende Onderwerpen, tot opscherping van Vernuft en Smaak’; en: Stoomen (wijze: Rijen, rijen, rossen). - Blinde Elze (wijze: Wie is van kracht of magt zoo groot?). - Groothouden (wijze: En wat zeg je van mijn kippen?). - Zaansch liedje (wijze: De liefde maakt het leven zoet) onder den titel: ‘Verzameling van leerzame en vermakelijke zangstukjes, tot nut van 't algemeen’. Alle geteekend B. Enkhuizer Almanak (tot Nut van 't Algemeen).
Zie Dichtw. II, onder ‘Liedekens’, bl. 125-163. |
|
1841. |
Het Voorbericht (als Redacteur). - Aleide's verjaardag Mei 1839. Zie Dichtw. II, bl. 359. - Jozef. Zie Dichtw. II, bl. 104. ‘Oosterlingen’. V. - Jacoba van Beieren. Zie Dichtw. II, bl. 382. - Elf bladvullingen met B geteekend. Zie Dichtw. II, bl. 378, 79, 81 en 390, 91, 92, 93, 97 en 98. - Necrologie van Mr. A.C. W. Staring van den Wildenborch. Ned. Muzenalmanak. |
|
1841. |
Jongensmijmering. Almanak voor 't Schoone en Goede.
Zie Dichtw. II. bl. 394. |
|
1841. |
De Patrijzen, door Hildebrand. Met een plaatje. Get. 1840. Het Leeskabinet, 1841, 2de stuk. (Zie C.O. vierde volledige druk, 1854, onder den titel van Teun de Jager). |
|
1841. |
De versjes voorkomende op bl. 146 en 165 van ‘Gids voor jongelingen die het ouderlijk huis verlaten’. Uit het Engelsch van J.A. James, vertaald door Samuel Muller. Amsterdam, Joh. Muller. |
| |
| |
1841. |
De Versjes voorkomende op bl. 116, 148/9, 159 en 162 van ‘Huisselijk Geluk en Huisselijk Leed’, door Frederika Bremer. Holl. vertaling. Haarlem, Erven F. Bohn. |
|
1841. |
De berijmde motto's in ‘De Roos van Tistelön’ door E.F. Carlén. Holl. vertaling. Haarlem, Erven F. Bohn. |
|
1841. |
Voorbericht voor Salomo door J.H. van der Palm. 9de deel. Leeuwarden, Suringar, 1841. Gr. 8o. |
|
1842. |
De Damiaatjes. Enkh. Alm. tot Nut van 't Algemeen voor 1842.
Zie Dichtw. II, bl. 159, onder ‘Liedekens’. |
|
1842. |
Het Voorbericht (als Redacteur). - Jeremia. - Schelfhout's Winter. - Bruidstranen. - Necrologie van Johs. Immerzeel Jr. Nederl. Muzenalmanak.
Zie Dichtw. II, bl. 402, Dichtw. II, bl. 398, en Dichtw. II, bl. 387 |
|
1842. |
Rebbeka's Uittocht. Alm. voor 't Schoone en Goede.
Zie Dichtw. II bl. 100, ‘Oosterlingen’ II. |
|
1842. |
Tweede Proeve van Etymologie. Een Eigenschap der Keelklank. Taalkundig Magazijn, 4e deel, 1842. |
|
1842. |
Noord-Hollandsch Taaleigen. (Tweede Bijdrage). Get. Heilo, 1840. Nicolaas Beets. Als boven. 4e deel 1842. |
|
1842. |
Aan den Heer P.N. van Kampen. Boekh. en TJitg. te Amsterdam. Get. Heemstede 8 November 1842, Nicolaas Beets. Algem. Konst en Letterbode, No. 49, van het jaar 1842 |
|
1842. |
De Veerschipper. - De Barbier. - De Schippersknecht. - De Huurkoetsier. - Het Noord-Brabantsche Meisje. - De Limburgsche Voerman. - De Markensche Visscher. - De Jager en de Polsdrager. - De Leydsche Peuëraar. - De Noord-Hollandsche Boerin. - De Noord-Hollandsche Boer. - Een twaalfde Schets De Baker, ook voor ‘de Nederlanden’ bestemd, kon niet worden opgenomen daar het Tijdschrift ophield te bestaan. ‘De Nederlanden’. Karakterschetsen, enz. 's Gravenhage, Nederl. M.v. Sch. Kunsten. (Later opgenomen in den Vierden druk van de C.O. 1854). |
|
1842. |
Leven en karakter van J.H. van der Palm. Te Leiden bij D. du Mortier en Zoon. MDCCCXLII. Groot 8o. met portret. |
|
1843. |
Onze ziele love den Heere. Heilo, Aug. 1841. Nederl. Muzenalmanak.
Zie Dichtw. II, bl. 399. |
|
1843. |
Cores. Almanak voor 't Schoone en Goede.
Zie Dichtw. II, bl. 121. ‘Oosterlingen’ XVIII. |
|
1843. |
Izébel. ‘Aurora’.
Zie Dichtw. II, bl. 116. ‘Oosterlingen’ XIV. |
|
1843. |
Nabericht op Helon's Bedevaart naar Jerusalem. Uit het Hoogd. van F. Strauss. (De vertaling herzien door Nicolaas Beets.)
Amsterdam, P. Meyer Warnars en G.J.A. Beyerinck. |
|
1843. |
Christelijke Lesjes voor Jonge Kinderen. Haarlem, Erven F. Bohn. 1843. Kl. 8o. Zonder naam van den auteur; de voorrede geteekend B.
Tweede druk, aldaar, 1847. Voorrede geteekend N. Beets. |
| |
| |
|
Derde druk, aldaar, 1860. Voorrede idem.
Vierde druk, Amsterdam, de Hoogh en Co., 1874, met den naam v.d. auteur op den titel.
Vijfde druk, Utrecht, C. van Bentum, 1879. Naam idem. |
|
1843. |
De Kruiswoorden. Zeven lijdenspreeken. Haarlem, Erven F. Bohn, 1843. Gr. 8o.
Tweede druk, aldaar, bij dezelfden, 1866. Kl. 8o. |
|
1844. |
Tusschen Namen en Dinant. Get. 7 Aug. 1839, Nicolaas Beets. De Vlaemsche Rederijker, jrg. 1844, bl. 61. Zie ook 1845 ‘Aurora’.
Zie Dichtw. II, bl. 362. |
|
1844. |
Voorbericht tot de Doop in de Jordaan. Door Fr. Strauss. (De vertaling herzien door N.B.) Utrecht, C.v.d. Post Jr. |
|
1844. |
Aan een gestorven kind. Ned. Muzenalmanak 1844. Zie ook 1840.
Zie Dichtw. II, bl. 376. |
|
1844. |
Regenboog bij Onweder. Christophilus.
Zie Dichtw. II, bl. 408. |
|
1844. |
Geschenk van een Christelijken vader enz. Uit het Engelsch van John Angell James. Amsterdam. J. Müller. |
|
1844. |
Het Huigezin. Uit het Engelsch van J.A. James. Als boven. |
|
1844. |
In Studentenleven van Klikspaan op bl. 391, 1e dl. de Aanspraak, waarmede N.B. in '36 de Openbare Vergadering der Rederijkerskamer opende. |
|
1844. |
Voorzang, Tusschenzang, Nazang, (om te dienen bij een openb. schoolexamen van de kinderen der Gereform. Diaconiescholen te Amsterdam) op verzoek van den diaken J.L. Gr. Pierson. Niet in den handel.
Zie Dichtw. II, bl. 412-13. |
|
1844. |
Belgische Nadruk, in één kl. 8o. boekdeeltje, van Jose, Kuser, Guy de Vlaming, Ada v. Holland, Parisina, en andere Ged. v. Lord Byron. Onder den titel van ‘Gedichten van Nicolaas Beets’. Antwerpen, J.B.J. Neuckens. |
|
1845. |
Vroege Keuze. (1844). Nederl. Muzenalmanak.
Zie Dichtw. II, bl. 414. |
|
1845. |
Tusschen Namen en Dinant. (7 Augustus 1839). Aurora. 1845.
Zie ook onder 1844. |
|
1845. |
Twaalf Preeken. Met Voorrede. Haarlem, Erven F. Bohn, 1845. Gr. 8o. |
|
1845. |
Een Paaschgezang. Haarlem, Erven F. Bohn, 1845.
Zie Dichtw. II, bl. 418. |
|
1845. |
Troost der Armen. Een lied in hunne woning op Kerstavond 1845. Haarlem, Erven F. Bohn, 1845. Gr, 8o. Naar aanl. van mislukten oogst en duurte.
Zie Dichtw. II, bl. 225, ‘Kerstavond’. |
|
1845. |
A. Vinet. Zonde en Straf, en Hardheid en Liefde. Tweetal Redevoeringen. Geteekend B. Boekbeoord. Alg. Letterl. Maandschr. 1845. |
| |
| |
1846. |
Aan een Huisvader. Muzenalmanak.
Zie Dichtw. II, bl. 383. |
|
1846. |
Vondel. Aurora.
Zie Dichtw. II, bl. 424. |
|
1846. |
De gelijkenis der Talenten. Eene Preek over Matth. XXV: 14-30. Maandpreken. Nijkerk, I.J. Malga, 1846. (1e jaar, January no. 7). |
|
1846. |
Het Godsbestuur en Nederlands Behoefte. Eene Preek op den Danken Bededag in het jaar 1846. Als boven, aldaar, bij denzelfden. 2e jaar, Augustus no. 2. |
|
1846. |
I. Twaalf Preken over Teksten uit het O.T. door F.J. Domela Nieuwenhuis. II. Gebedenboekje voor Christenen, enz. door denzelfden. Geteekend...S. Boekbeoord. Alg. Letterl. Maandschr. Jaarg. 2, 1846. |
|
1846. |
‘Herinnering’. Aan den heer Mr. I. da Costa, op den 25sten verjaardag zijner Echtvereeniging. XI Julij 1846. Niet in den handel.
Zie Dichtw. II, bl. 428. |
|
1846. |
‘Bogen zes en zestig jaren’. 26 Nov. 1846. Niet in den handel.
Zie Dichtw. II, bl. 445. |
|
1846. |
Voorrede, Bij J.H. van der Palm. Verhandelingen, Redevoering en Losse Geschriften. (5e deel, Leeuwarden, Suringar, 1846. 8o. |
|
1846. |
In I.A. Mensinga, ‘De vereering van Maria’ (Haarlem, Erven Bohn) maakt de schrijver op pag. 313, laatste stuk, gebruik van een schrijven van N.B. voornamelijk van botanischen aard. |
|
1846/7. |
Aan R.H.A. naar Batavia vertrekkende. 1839. Vergeet mij niet, jaarg. 1846/7.
Zie Dichtw. II, bl. 361. |
|
1846/7. |
Mannelijke woorden van een Schriftgeleerde onzes tijds. Medegedeeld door Dr. Nicolaas Beets.
Beoordeeling van ‘Doedes, het Regt des Christens tegenover de Wijsbegeerte, en de onbevoegdheid der Wijsbegeerte, enz.’ Get. 10 Maart 1847. Nicolaas Beets.
Zij en Wij, Get. Beets.
Een Psalm, naar Jesaja 45. Get. Nicolaas Beets.
Zie Dichtw. II, bl. 447.
Verstand en Hart.
God te kennen. Geteekend Beets. Zie Dichtw. II, bl. 455.
Dit alles in De Vereeniging: Christelijke stemmen. (Hoofdred. O.G. Heldring). Eerste deel 1847. |
|
1846. |
De Christen bij en op het Ziekbed. Woorden van bestuur en vermaning in deze dagen. (Uitgeg. ten voord. van behoeftige kranken te Heemstede). Haarlem, Erven F. Bohn, 1846. Gr. 8o. |
|
1847. |
Klein voor God. Aan ***. Alm. voor 't Schoone en Goede.
Zie Dichtw. II, bl. 436. |
|
1847. |
Zomerregen. Alm. Aurora.
Zie Dichtw. II, bl. 434. |
| |
| |
1847. |
Aan Rachel. Nederl. Muzenalmanak.
Zie Dichtw. II, bl. 438. |
|
1847. |
De Herstelde Kranke. Woorden van bestuur en vermaning. (Uitgeg. ten voordeele van behoeftige kranken te Heemstede). Haarlem, Erven F. Bohn. 1847. Gr. 8o.
Tweede druk, met eenige opstellen uit de ‘Stichtelijke Uren’, (Zie 1848), vermeerderd, onder den titel ‘Lectuur voor het Ziekvertrek’. Amsterdam, Höveker & Zoon, post 8o. 1879. |
|
1847. |
Een oud Randschrift voor de nieuwe Munt. Uitgeg. door de Vereeniging ter Bevordering van Chr. lectuur. Amsterdam, H. Höveker, 1847. |
|
1847. |
De Rijke dwaas en de rijkdom in God. Oudejaarsavondpreek 1846.
De Grootte van onze Dankstof. (Op den algem. Dankdag in Nederland, 26 Sept. 1847.) ‘Maandpreken’, Nijkerk, I.J. Malga, 1847. |
|
1847. |
Chronologische Kaart voor de Geschiedenis van het Volk van Israel, tot op de verwoesting van Jeruzalem. Ten gebruike, enz. In plano. Utrecht, W.H. van Heyningen, 1847.
Tweede druk, aldaar, 1847.
Derde, vermeerderde druk. Haarlem, A.C. Kruseman, 1854. |
|
1847. |
Onder het hoofd ‘Verscheidenheden’, iets over de uitdrukking ‘Open Brief’ Niet geteekend. (Ingezonden). Letterl. Maandschr. 3e jaarg. 1847. |
|
1847. |
P. Hofstede de Groot. ‘Jezus Christus, de Grond van Eenheid der Chr. Kerk’ enz. In drie artikelen, waarvan twee geteekend...S. en het laatste geteekend Nicolaas Beets. Recensie. Alg. Letterl. Maandschr. 3e jaarg. 1847. |
|
1847. |
Engelberts Gerrits ‘Vragen’ bij den Bijbel voor de jeugd. Recensie. Geteekend...S.
Kleine gebeden voor kinderen. Een woord aan Neerland's Jongelingschap op den dag harer meerderjarigheid, door een Leeraar, opgedragen aan een jeugdigen Vriend. Groningen, P. van Zweeden, 1846. Geteekend S. Recensie. Alg. Letterk. Maandschr. 1847. 3e jaargang. |
1848. |
Herinneringen en indrukken van een kleinen uitstap naar Londen. (Afz. uitgegeven bij H. Höveker, 1849) Hulpgenootschap voor de Zendelingzaak te Heemstede. Get. Heemstede 28 Juny 1847. Nicolaas Beets. (Afz. afdr.) Deze beide stukken in: De Vereeniging: Christelijke stemmen. Tweede deel 1848. Derde deel 1849. |
|
1848. |
Dichterlijke Verhalen. Jose. De Masquerade, Kuser, Guy de Vlaming, Ada. Nieuwe herziene uitgaaf. Haarlem, Erven F. Bohn, 1848, 2 dln. 12o.
Afzonderlijke afdrukken van Gedichten, Dichterlijke Verhalen en Ged. van Lord Byron in gr. 8o. Niet in den handel, |
1848. |
Navolgingen van Lerd Byron. Nieuwe herziene uitgaaf, met ‘Een woord over Byron's Poëzy’. Haarlem, Erven F. Bohn, 1848. Bevat de beide bundels van 1835 en 1837. |
1848. |
Stichtelijke Uren. Haarlem, Erven F. Bohn. Eerste jaargang, 1848. Gr. 8o. |
| |
| |
|
Tweede jaargang, 1849. Gr. 8o.
Derde jaargang, 1850. Gr. 8o.
Vierde jaargang, 1851. Gr. 8o.
Tweede druk in vier deelen, kl. 8o. 1854-55. Haarlem, Erven F. Bohn.
Derde druk in vier deelen, kl. 8o. 1861, aldaar, bij dezelfden.
‘Kleine verzameling uit de stichtelijke uren’. Kl. 8o. Haarlem, Erven F. Bohn, 1859. |
|
1848. |
Des Christens schuld aan den heiden. (Eene zendingsrede.) Haarlem, Erven F. Bohn, 1848. Gr. 8o.
Nieuwe Uitgave met ‘Voorbericht’ October 1892. Amsterdam, F.W. Egeling, 1892. Kl. 8o. |
|
1848. |
De Deuvig en de Kompasnaald. Get. Nicolaas Beets.
Zie Dichtw. III, bl. 10.
Prijsvraag. Get. B.
Zie Dichtw. III, bl. 19.
Triomfeerende Argumenten (I-X). Get. N. Beets. Alg. Letterl. Maandschr. 1848. 4e jg. Mengelwerk. Zie Dichtw. III, bl. 13. |
|
1848. |
Wat kinderoogen zien kunnen. Hollandsch Schilder- en Letterk. Album. 3e jg. 1849.
Zie Dichtw. III, bl. 7. |
|
1848. |
Zorgen. Eene Preek over Matth. VI: 24-34. Maandpreken. Nijkerk, I.J. Malga. |
|
1848. |
Een woord over den Schrijver, als voorrede voor de vertaling van A. Rochat, ‘De Christelijke Moeder’. Amsterdam, Höveker. |
|
1849. |
Perzische Wareldbeschouwing. Muzenalmanak ‘Vergeet mij niet’. Zie Dichtw. III, bl. 5. ‘Verwachting’. |
|
1849. |
Aan een Bruid. Muzenalbum. Zie Dichtw. II, bl. 457. |
|
1849. |
Brief (en Voorstel) ingezonden in de Algem. Verg. van het Nederl. Zendeling-Genootschap te Rotterdam. Get. ‘Nicolaas Beets. Medew. Lid.’ Met bericht daarover. In de ‘Berichten’ van genoemd Genootschap.
Consideratiën van den kerkeraad der gemeente te Heemstede, op het Concept-Reglement van Kerkelijk Bestuur, 10 Dec. 1848 (gesteld door Nicolaas Beets). |
|
1849. |
Recensie van Schenkel ‘Christendom en Ongeloof’, get. Maart 1849, N.B.
Idem, ‘Doedes, Evangeliebode.’ Get. Maart 1849, N.B.
Aankondiging van Bungener, Trois Sermons sous Lous XV, get. N.B, Maart 1849.
Aankondiging van Neander's ‘Gesch. der Chr. Godsdienst en Kerk’. get. N.B. De Vereeniging: Chr. Stemmen, Derde deel, 1849.
N.B. Hierin ook een Advies over de Schoolwet. |
|
1849. |
Herinneringen en indrukken van een kleinen uitstap naar Londen in Mei 1847. Brieven aan een Vriend. H. Höveker 1849, gr. 8o. (eerder verschenen in ‘De Vereeniging: Chr. Stemmen’). Dl. II (1848), III (1849). |
|
1849. |
Houdt dat gij hebt, Openb. 3:11b. Eene preek, gehouden in Neder- |
| |
| |
|
land (1848), 331 jaren na het optreden van Martin Luther, 200 jaren na den Munsterschen vrede. Arnhem, J.W. Swaan, 1849, gr. 8o. Eerder verschenen in ‘Alm. voor Tijd en Eeuwigheid’. Redacteur Heldring. |
|
1849. |
Achttien Juny MDCCCXLIX. Een woord op den jongsten dank- en bededag, gesproken door een Evangeliedienaar. Haarlem, Erven F. Bohn, 1849. |
|
1849. |
De Roem der dagen. Uit het Engelsch van een arbeidersdochter. Utrecht, Kemink en Zn., 12o. |
|
1849. |
Germanismen, Geteekend B. Alg. Letterl. Maandschrift 1849 (no. 5). |
|
1849. |
Dr. P. Henry, ‘Het leven van Johannes Calvyn’. Alg. Letterl. Maandschr. 1849 (no. 6), 5e jaarg. Beoordeeling, get. N.B. |
|
1849. |
Aandeel (van N.B.) in de discussie over de Eenheid der Kerk en haar openbaarwording.
Idem over de Bemoeling van den Evangeliedienaar met de Staatkunde.
Idem over Populaire prediking. Verslagen van de Noord-Holl. Predikantenvereeniging (2 Oct.) Niet in den handel. |
|
1850. |
De Boetvaardige bij 't kruis. ‘Aurora’.
Zie Dichtw. III, bl. 34. |
|
1850. |
Aankondiging van: ‘Thiersch, Voorlezingen over het Katholicisme en Protestantisme’. Get. N.B. Vereeniging ‘Chr. Stemmen’. Vierde Deel, 1850.
N.B. In de eerste jaargg. zijn de Verslagen der ‘Bijeenkomsten van de Vrienden te Amsterdam’, meestal van de hand van N.B. |
|
1850. |
Des Heidens Loon aan den Christen (Eene zendingsrede). Haarlem, Erven F. Bohn. Gr. 8o. |
|
1850. |
Herfst. (Bij een steendruk van Ruysdael) get. Nicolaas Beets. Kunstplaat. Nutprijs van ‘de Tijd’.
Zie Dichtw. III, bl. 63. |
|
1850. |
Het artikeltje, beginnende ‘Ter aanvulling’ (betreffende Heldring's gevoelen over cellulaire gevangenissen), get. S. ‘de Nederlander’. Vrijdag 19 Juli 1850, no. 17. |
|
1850. |
Eva ‘Bijbelsche vrouwen van het O.T.’. Haarlem, A.C. Kruseman.
Zie Dichtw. III, bl. 49. |
|
1850. |
In het Huisaltaar, (Handboekjen voor Godsd. Huisgezinnen, bijeengebr. en uitgeg. ten behoeve van het asyl Steenbeek. Amsterdam, W.H. Kirberger.) Het Voorbericht; de Bijbelkalender en de Lijst der veranderlijke feestdagen tot 1870.
In den 2den druk ook nog: Zelfbeproeving, en Dankzegging voor den Oudejaarsavond. |
|
1850. |
Rede over de Innere Mission.
Aandeel in de discussie over ‘Vrije Evangelieprediking’ (1 Oct.). Verslagen v.d. Noord-Holl. Pred. Ver. Niet in den handel. |
|
1851. |
Voor de wareld bloeit gij niet. Almanak ‘Aurora’.
Zie Dichtw. III, bl. 33. |
| |
| |
1851. |
Aan den dichter J. van Walré, met mijn ‘Jose’, door Nicolaas Beets, get. Leyden, 1 Oct. 1834. ‘Daphné’.
Zie Dichtw. I, bl. 304. |
|
1851. |
Lente. Alm. ‘Holland’.
Zie Dichtw. III, bl. 47. |
|
1851. |
Herfstlied. Almanak voor 't Schoone en Goede.
Zie Dichtw. III, bl. 37. |
|
1851. |
Zanglust. (1849). Nederl. Muzenalmanak ‘Vergeet mij niet’.
Zie Dichtw. III, bl. 20. |
|
1851. |
Het Haarlemmermeer in 1850. Nederl. Volksalmanak.
Zie Dichtw. III, bl. 60. |
|
1851. |
Het Oranjewater, 11 November 1851. Haarlem, Erven F. Bohn, gr. 8o.
Zie Dichtw. III, bl. 72. |
1851. |
Van de hand van Nicolaas Beets als secretaris van de Noord-Holl. Predikanten-Vereeniging, de Verslagen van de 5de (Oct. 1850), 6de (Mei '51) en 7de (Sept. '51) Vergaderingen dier Vereeniging, uitgebracht op 7 April 23 Juli en 26 November 1851. Kl. 8o. Niet in den handel.
N.B. Het tweede dezer Verslagen gaf aanleiding tot Fantasie en Werkelijkheid. Zie 1852. |
|
1851. |
Bij de Aankondiging van de afl. 3-8 van ‘Neander's gesch. der chr. godsdienst en kerk’. Eene bladzijde Ter nagedachtenis van Neander door N.B. Vereeniging ‘Chr. Stemmen’. Vijfde Deel 1851. |
|
1851. |
Aan Dr. Karel Gützlaff. (Dit vers was geschreven en is geplaatst in een album, aan G. bij zijn vertrek uit Nederland (1850) door zijne vrienden aangeboden.) Album der Schoone Kunsten.
Zie Dichtw. III, bl. 48. |
|
1851. |
Beantwoording van een Brief van een ‘geboren Israeliet’ (Jonkh. Mozes Salvador) aan de Redactie, behelzende bezwaren tegen de waarachtigheid der gebeurtenis van Paulus' bekeering, (naar aanl. van de eerste afl. van den ‘Paulus’ van N.B.). De Heraut. |
|
1851. |
Maria de moeder des Heeren. ‘Bijbelsche Vrouwen v.h. N.T.’. Haarlem, A.C. Kruseman.
Zie Dichtw. III, bl. 55. |
|
1851. |
Elburg van den Boetselaer (abdisse te Rijnsburg 1552-1568). ‘De abdij van Rijnsburg’, door Dr. Schotel.
Zie Dichtw. III, bl. 64. |
|
1851. |
Advies (van N. B) over het ontwerp van een Nederlandsch Woordenboek. (Woordenb. der Nederl. Taal) bl. 157. De Notulen, als Secretaris van het Congres. ‘Handelingen van het Tweede Nederl. Letterk. Congres. Sept. 1850’. Amsterdam, I.F. Schleijer, 1851. |
|
1851. |
Aandeel in de discussie over den plicht der Protest. Kerk ten opz. van het schoolwezen. 13 Mei.
Id. in die over stoffelijke middelen ter bevordering van het Protestantisme. 13 Mei. |
| |
| |
|
Id. in die over de verplichting van een Kerkgenootschap tot wijziging harer formulieren. 30 Sept. Verslagen v.d. N.-Holl. Pred. Ver. Niet in den handel. |
|
1851. |
Gützlaff, de Apostel der Chineezen, door G.B. Erdbrink.
China en het Evangelie, door H.C. Milliës.
China en het Evangelie, uitg. d. de Vereen. t.b.v.h. Chr. in China.
Aan mijne mede-christenen, afscheidswoord van Dr. K. Gützlaff, m. aantt. v.H.C. Milliës.
Wij bidden U van Christus wege, alsof God door ons bade, enz. Boekbeoord. Get. N.B. ‘De Recensent’. Alg. Letterk. Maandschr. 1852. II. |
|
1852. |
Simon Petrus. ‘Apostelen en Profeten’. 's Gravenhage, Noorderdorp.
Zie Dichtw. III, bl. 75. |
|
1852. |
Zonsondergang. Muzenalmanak ‘Vergeet mij niet’.
Zie Dichtw. III, bl. 67. |
|
1852. |
Scheffer's ‘Reinen van Harte’. Muzenalmanak ‘Aurora’.
Dichtw. III, bl. 70. |
|
1852. |
Fantasie en Werkelijkheid met betrekking tot het openbaar onderwijs. Openlijk schrijven aan Dr. H.J. Spijker. Haarlem, Erven
F. Bohn, 1852. Gr. 8o. |
|
1852. |
Bedenking over de Spreekwijze ‘op een duit’. Get. Dr. N. Beets. ‘Archief v. Nederl. Taalkunde’. Derde deel. (1851-52). |
|
1852. |
Ootmoed. ‘De Boekzaal’. Nov. 1852.
Zie Dichtw. III, bl. 91. ‘Stijg, maar nijg’. |
|
1852. |
Aan de Redactie van den Nederlander (over een paar drukfouten ingeslopen in ‘Fantasie en Werkelijkheid’). Get. Nicolaas Beets. ‘De Nederlander’, Maandag 15 Maart 1852, No. 526. |
|
1852. |
Het Negentiende Tafereel: De Christen in het maatschappelijk leven. ‘Geschiedenis der Chr. Kerk in Tafereelen’. Amsterdam, Portielje. 1e deel, bl. 320 en vlgg. |
|
1853. |
Wie is verloren? (proza). Almanak ‘Magdalena’. Opgenomen in Sticht. Uren, 1859. |
|
1853. |
Weerhaanwijsheid. Muzenalmanak Vergeet mij niet.
Zie Dichtw. III, bl. 86. |
|
1853. |
Wederzien, Naar Ernst Floris. Almanak voor 't Schoone en Goede.
Zie Dichtw. III, bl. 105. |
|
1853. |
Weent niet over mij. Alm. Aurora.
Zie Dichtw. III, bl. 84. ‘Jezus wordt weggeleid’. |
|
1853. |
Aan eene jonge Dichteresse. Alm. ‘Holland’.
Zie Dichtw. III, bl. 98. |
|
1853. |
Twee Zendelingliederen. Poëzy door N. Beets. (Naar het Hoogduitsch ‘Abschiedsgruss’ en ‘Bei der Abfahrt von Rotterdam’, in het vorig Nr. bl. 56 en 57). ‘De Vereeniging: Chr. Stemmen’. Zevende deel, bl. 108, 9. 1853. |
| |
| |
1853. |
Paulus in de gewichtigste oogenblikken van zijn leven en werkzaamheid voorgesteld. Haarlem, A.C. Kruseman. Kl. 4o. 1853. Met platen.
Tweede druk. Ald. bij denz. Gr. 8o. 1855. Zonder platen.
Derde druk. Amsterdam, H.W. Weytingh (Weytingh & Brave). Kl. 8o. 1858.
Vierde druk. (Nieuwe titel-uitgaaf). Zwolle, J.P. van Dijk. 1865. post 8o.
Vijfde (eigenlijk Vierde) druk, door den Schrijver herzien. Rotterdam, Bredée. 1887. 8o. |
|
1853. |
Korenbloemen. Nieuwe Gedichten. Haarlem, Erven F. Bohn. Gr. 8o. 1853.
Tweede druk 12o. Aldaar bij denzelfden, 1854.
Zie Dichtw. III. bl. 3 en vlgg. |
|
1853. |
Uit moeders Naam. Ter bruiloft mijner jongste zuster. (Zonder naam). Gr. 8o. Niet in den handel.
Zie Dichtw. III, bl. 139. |
|
1853. |
Een Nederlandsch Lied. Utrecht, Kemink. Gr. 8o. Gelegenheidsgedicht op 's Konings verjaardag.
Zie Dichtw. III, bl, 118.
Hetzelfde, Afz. afdr. Gr. 8o. Overgedr. uit De Nederlander (Nieuwe Utr. Courant). 17 Juni 1853, no. 912. |
|
1853. |
Bevoegde Kritiek? Brief aan den heer E.J. Potgieter. Ondert. Nicolaas Beets. Alg. Letterl. Maandschrift. |
|
1853. |
Den WelEerw. Heere S. Hoekstra, Leeraar der Doopsgez. Gem. te Twisk. Over de beteekenis en toepassing van het Nederduitsche woord ‘genade’. Get. Nicolaas Beets. Jaarboeken voor Wetensch. Theologie. Elfde deel, 1853. Onder Correspondentie no. 4 en 8. |
|
1853. |
Aan den Lezer. Get. January 1853. N. Beets, I.I. Doedes. D. Chantepie de la Saussaye. (Gesteld door N.B.).
Wat mogelijk en wat onmogelijk is, door Nicolaas Beets.
Het Exclusivisme van het Begrip.
Aanteekening op de Bergrede. 1 en 2.
Aankondiging en beoordeeling van Preken voor Zeelieden, ten gebr. aan boord. Uit het Eng. door E.B. Swalue. Get. November 1853. N.B. - ‘Ernst en Vrede’, 1e jaargang.
Zie Sparsa: ‘In Janmaats hoogst belang’. |
|
1853. |
Toespraak, op bl. 2-5 van het Verslag van de openbare Vergade ring der Nederl. Ver. tot bevordering des Christendoms onder de Chinezen. Gehouden te Amsterdam in de kerk der Doopsgez. Gemeente, Woensdag den 25sten Mei 1853. Nijmegen, C. ten Hoet.
Dezelfde Toespraak in ‘China’, verz. van stukken betr. de prediking van het Evangelie in China en oml. landen. Dl. III. bl. 75-78. |
|
1853. |
Cellulaire Gevangenis. Ongeteekend. De Nederlander (Nieuwe Utr. Ct.) Woensdag 7 Dec. 1853, no. 1060. |
|
1853. |
Voorbericht voor de Gedichten van Albertine Kehrer. Amsterdam, Erven D. Onder de Linden en Zoon, 1853. Post 8o. |
| |
| |
1854. |
Vóór 1813. Naar Rückert. Nederl. Muzenalmanak ‘Vergeet mij niet’.
Zie Dichtw. II, bl. 251. |
|
1854. |
Tweede Knop. Naar Rückert. Almanak ‘Holland’.
Zie Dichtw. III, bl. 182. |
|
1854. |
Vedeldeuntjen bij de Wieg. Aurora. 1854.
Zie Dichtw. III, bl. 159. |
|
1854. |
Begrafenis. Naar Hiller. Almanak Magdalena.
Zie Dichtw. III, bl. 150. |
|
1854. |
Een Lied om bevrijding. ‘Lectuur voor de Huiskamer’.
Zie Dichtw. III, bl. 157. |
|
1854. |
Een Leeuw op de Straten. (Zendingsrede). Haarlem. Erven F. Bohn, 1854, gr. 8o. |
|
1854. |
De blijvende Helland. (Afscheidsrede, gehouden te Heemstede, 28 Mei 1854.) Haarlem. Erven F. Bohn, 1854. Gr. 8o. |
|
1854. |
De slavernij in de oude Wareld. (Uit de Annales d'Afriqne enz.) (Niet geteekend.) De Recensent, Alg. Letterl. Mndschr. Opgenomen in ‘Sparsa’ 1882. |
|
1854. |
Bruilofts beurtzang, uit het Latijn van Catullus. (1832). ‘Album der Schoone Kunsten’.
Zie Dichtw. I, bl. 31. |
|
1854. |
Anti-kritiek. De onder dit opschrift opgenomen aanmerking op de redactie. ‘De Boekzaal’. July 1854. |
|
1854. |
Maria op den kruisberg. (1832). De ‘Zondagsbode’.
Zie Dichtw. I, bl. 19. |
|
1854. |
Wat bedoelen wij met de leuze ‘Ernst en Vrede’? N. Beets. (Ook get. door Doedes en Ch. de la Saussaye. |
|
1854. |
Uitspraak van het klass. Bestuur ter approbatie van het beroep van Ds. Meyboom. Maart 1854. N.B.
Uitspraken in de zaak van Ds. Meyboom en Ds. Zaalberg. Get. B.N.B. Als Bijlage I en Bijl. III opgenomen in het ‘Adres aan de Synodale Commissie ter zake, enz.’ Ingez. door eenige Predikanten der N.H. Kerk. Benevens een viertal Bijlagen overgedr. uit het Mndschr. ‘Ernst en Vrede’. Utrecht, Kemink en Zoon, 1854. Prijs 5 cent. |
|
1854. |
Gethsémané (Matth. XXVI:36 enz.). Onder ‘Bijbelstudiën’.
Het asyl Steenbeek. (Ongeteekend) Maandschr. ‘Ernst en Vrede’. 1854. |
|
1854. |
Daniël in den Leeuwenkuil. Zijnde § 78 van ‘Bijbelsche Geschiedenissen van Zahn’. Geschreven op verzoek van den Heer Groen van Prinsterer. |
|
1855. |
Geen Engel. Almanak ‘Aurora’.
Zie Dichtw. III, bl. 135. |
|
1855. |
Zeemanshuis. Almanak ‘Holland’.
Zie Dichtw. III, bl. 152. |
| |
| |
1855. |
Aan Jezus. (Naar 't Hoogduitsch.) Almanak ‘Magdalena’.
Zie Dichtw. III, bl. 197. ‘Bede’. |
|
1855. |
In eenzaamheid gedenk ik aan mijn Vader, Gr. 8o. Niet in den handel.
Zie Dichtw. II, bl. 210. |
|
1855. |
Bij het overlijden eens Leeraars. Uit de ‘Olney Hymns’. ‘de Boekzaal’. Augustus 1855.
Zie Dichtw. III, bl. 223. |
|
1855. |
Een vaste overtuiging. (Matth. XVI: 15-18). Get. Nicolaas Beets. Onder ‘Bijbelstudiën’.
Meer dan orthodoxe gevoelens omtrent de onfeilbaarheid van het apostolisch getuigenis. Get. B.
Eene gelijkenis. Get. B. Maandschrift ‘Ernst en Vrede’. Derde Jaarg. 1855. |
|
1855. |
(Twee) Adviezen tegen het repristineeren in de grammatica. Handel. 4e Letterk. Congres te Utrecht. |
|
1855. |
Opmerking Wat en Dat. Nieuw Nederl. Taalmagazijn, 2e jaarg. 1855. (N.B. In op één na den laatsten regel een drukfout, of misschien een neuswijze correctie van den redacteur. Ik had geschreven: ‘Verreweg de meeste geleerden’ - er staat ‘de minste’, waardoor de geheele ironie, die met het voorbeeld bedoeld was, in duigen valt. Aant. N.B.) |
|
1855. |
De Taal. (Door Nicolaas Beets). Voorgelezen op het 4e Taal- en Letterk. Congres te Utrecht. September 1854. (Overgedr. uit de ‘Handelingen’ van het Congres.)
Hetzelfde gedicht. Muzenalmanak ‘Vergeet mij niet’.
Zie Dichtw. III, bl. 185. |
|
1856. |
Mijn Roos (1855). Muzenalmanak ‘Vergeet mij niet’.
Zie Dichtw. III, bl. 226. |
|
1856. |
Haarlem. Almanak ‘Aurora’.
Zie Dichtw. III, bl. 218. |
|
1856. |
Een Lied. Almanak ‘Magdalena’.
Zie Dichtw. II, bl. 411. |
|
1856. |
De bevrijding der slaven. Redevoering, geh. in openb. vergaderingen v.d. Nederl. Maatsch. tot bev. van de afsch. der Slavernij. Haarlem, Erven F. Bohn, 1856. Gr. 8o. Opgenomen in ‘Sparsa’ 1882. |
|
1856. |
Bij het Graf. Gr. 8o. Niet in den handel.
Zie Dichtw. III, bl. 233. ‘Bij haar Graf’. |
|
1856. |
Lijden dienstbaar aan eeuwig heil. Haarlem, Erven F. Bohn. Gr. 8o. (Vroegpreek te Utrecht 18 Mei 1856.) Deze preek opgenomen in den bundel ‘Lectunr voor het ziekvertrek’ 1879. |
|
1856. |
De Belijder van Christus. Uit het Engelsch van J.A. James. Amsterdam, Höveker, 1856. |
|
1856. |
De viering van den Zondag. Proza. (Zonder naamteekening.) ‘Boekzaal der Geleerde Wereld’, enz. Juli 1856. |
|
1856. |
Beoordeeling van ‘Het metalen kruis’, door A. Bogaers. Get. B. |
| |
| |
|
Maria bij Elisabeth. Onder Bijbelstudiën, vierde jaarg. ‘Ernst en Vrede’, 1856. |
|
1856. |
Verpoozingen op Letterkundig Gebied. Haarlem, Erven F. Bohn. 1856, gr. 8o.
Tweede. Herziene druk. Amsterdam G.L. Funke, 1873, kl. 8o.
Derde, Herziene druk. Nijmegen. Gebr. Cohen. 1883, kl. 8o. |
|
1857. |
Opvoeding. - Maandroos. - Kleingeblevenen. - Rampzalig. - Naar Rückert. Almanak voor 't Schoone en Goede.
Zie Dichtw. III, bl. 151, 183, 210, 252 II. |
|
1857. |
Aan Nederland. Almanak ‘Holland’.
Zie Dichtw. III, bl. 203. |
|
1857. |
I Korinthen XIII. Almanak ‘Magdalena’.
Zie Dichtw. II, bl. 395. |
|
1857. |
Kort begrip der Christelijke Heilsleer (niet in den handel). Utrecht, Kemink en Zoon. 1857, kl. 8o.
Bij de 2de en volgende drukken heeft de titel deze aanvulling:
‘Leiddraad bij de catechisatiën van N. Beets’.
Tweede druk, aldaar. Kemink en Zn. 1868.
Derde druk, bij denzelfden, 1875.
Vierde druk, bij denzelfden, 1880.
Vijfde druk, bij denzelfden, 1883. |
|
1857. |
Nieuwe Gedichten. Haarlem, Erven F. Bohn, 1857, gr. 8o.
Tweede druk. Haarlem, bij dezelfden, 1858, kl. 8o.
Zie Dichtw. III, bl. 171 en vlgg. |
|
1857. |
Circulaire en Programma eener ‘Openbare Tentoonstelling van voor Nederland belangrijke Oudheden en Merkwaardigheden in de Stad en Provincie Utrecht voorhanden’, gehonden in de maanden Juny en July 1857. (Tot deze Tentoonst. was door het Prov. Utr. Gen. voor K. en W. op voorstel van N.B. besloten). Voorrede van den catalogus van bovengen. Tent. (De catalogus zelf in vereeniging met Prof. de Geer, Mr. L.C. Hora Siccama en Dr. P.J. Vermeulen). |
|
1857. |
Toespraak op bl. 47 en volgg. van het ‘Verslag van de Algemeene en openbare vergadering der Nederl. vereeniging tot Bevordering van het christendom onder de Chinezen’ gehouden te Nijmegen, den 3 en 4 Juni 1857.
Ook in ‘China’. |
|
1857. |
De open vensters, naar Longfellow. Bibliotheek voor het Huisgezin.
Zie Dichtw. III, bl. 227. |
|
1857. |
De Circulaire van ‘Bestuurderen van het asyl Steenbeek’, voor een Directeurswoning en fonds tot verwerving van een Helper voor den heer Heldring. |
|
1858. |
Epigrammen. Twee Lichten. Geen Genade. Vlekken in de zon. Jan. Steenvruchten. - Muzenalmanak ‘Vergeet mij niet’.
Zie Dichtw. III, bl. 245, bl. 136, bl. 141, bl. 120, 123. |
|
1858. |
Nazomer. Almanak voor 't Schoone en Goede.
Zie Dichtw. III, bl. 250. |
| |
| |
1858. |
Roem, Lust, Booze Gedachten (een woord v. Luther), O. en N. Verbond. Almanak ‘Magdalena’.
Zie Dichtw. III, bl. 138, 251. |
|
1858. |
Stichtelijke Uren. Nieuwe Reeks. Haarlem, Erven F. Bohn. 1ste jaarg. 1858, gr. 8o.
2de jaarg. bij dezelfden 1859, gr. 8o.
3de jaarg. bij dezelfden 1860, gr. 8o.
Tweede druk van de ‘Nieuwe Reeks’, met den vierden druk van de Eerste Reeks vereenigd (7 deelen) en vermeerderd met een achtste deel Amsterdam. Höveker en Zoon. 1875, post 8o. |
|
1858. |
's Heilands goedkeuring op de Christelijke Zending. (Redevoering). Haarlem. Erven F. Bohn, 1858. Gr. 8o.
Tweede druk. Rotterdam, M. Wijt en Zonen, 1858. Kl. 8o. |
|
1858. |
Het volmaakte werk der lijdzaamheid. Haarlem, Erven F. Bohn, 1858. Gr. 8o. Overgedr. uit de S.U. Nieuwe Reeks. |
|
1858. |
Negende Verslag van den Toestand der Inrigting tot opleiding van kweekelingen voor het chr. onderw. op de chr. normaalschool, behoorende bij de bijz. sch. der 1e kl. op den Klokkenberg te Nijmegen. Nijmegen, C. ten Hoet. Zie Sparsa: Beeld v.d. onderwijzer der jeugd. |
|
1858. |
Johanna Gray. ‘Historische Vrouwen’. Haarlem, A.C. Kruseman. Zie Dichtw. III, bl. 257. |
|
1859. |
Wanneer de kindren groot zijn. Muzenalmanak ‘Vergeet mij niet’. Zie Dichtw. III, bl. 263. |
|
1859. |
Eindlijk. Naar het Hoogduitsch. Jaarboekje ‘Christelijke Weldadigheid’.
Zie Dichtw. III, bl. 266. |
|
1859. |
Vrede. Utrechtsche Volksalmanak.
Zie Dichtw. III, bl. 256. |
|
1859. |
Zomerdag. Almanak ‘Aurora’.
Zie Dichtw. III, bl. 255. |
|
1859. |
Dichtluim. Almanak Holland.
Zie Dichtw. III, bl. 263. |
|
1859. |
Aan Jezus. Almanak ‘Magdalena’.
Zie Dichtw. III, bl. 257. Aan den Heiland. |
|
1859. |
Morgenwekker. Naar Longfellow. Bibliotheek voor het Huisgezin.
Zie Dichtw. III, bl. 254. |
|
1859. |
Verscheidenheden meest op Letterkundig gebied. Een tijdschrift op onbepaalde tijden. Haarlem, Erven F. Bohn, 1859. Gr. 8o. 1e stuk.
Tweede stuk 1864, ald. bij dez. Gr. 8o.
Derde stuk 1867, ald. bij dez. Gr. 8o.
Vierde stuk 1869, ald. bij dez. Gr. 8o.
Vijfde stuk 1871, ald. bij dez. Gr. 8o.
Zesde stuk 1873. ald. bij dez. Gr. 8o.
Tweede goedkoopere druk, herzien door den schrijver, 2 deelen; aldaar bij dezelfden, 1876, post 8o. |
| |
| |
1859. |
Kleine Verzameling uit de Stichtelijke Uren. Haarlem, Erven F. Bohn, 1859. Kl. 8o. |
|
1860. |
Eer. Utrechtsche Volksalmanak. Niet herdrukt. |
|
1860. |
Een lied van Hanna. Almanak ‘Aurora’.
Zie Dichtw. III, bl. 281. |
|
1860. |
Geen Kruis, geen Kroon. Almanak ‘Magdalena’.
Zie Dichtw. III, bl. 269. |
|
1860. |
Niet in tel. Godsd. tractaatje. Rotterdam, M. Wijt en Zonen, drukkers v.h. Nederl. Zend. Gen. 1860. 12o. |
|
1860. |
God ons betrouwen. Woorden gesproken in de Utrechtsche danken bedestond van Zondagavond 25 November 1860. Utrecht, Kemink en Zoon, 1860, Gr. 8o. |
|
1860. |
Circulaire. (Utrecht, Augustus 1860) voor een Bazar, ten behoeve van de Diaconiescholen der Ned. Herv. Gemeente. Te houden in Januari 1861. |
|
1861. |
Ben-Oni. Almanak ‘Aurora’.
Zie Dichtw. III. bl. 249. |
|
1861. |
Doorgraving van Holland op zijn smalst. Almanak ‘Holland’.
Zie Dichtw. III, bl. 287. |
|
1861. |
Voorjaar. Get. B. Volksalmanak Tot Nut van 't Algemeen.
Zie Dichtw. III, bl. 282. |
|
1861. |
Hollandsch huishouden. Get. B. Als boven.
Zie Dichtw. III, bl. 283. |
|
1861. |
Naar het Fransch van Victor Hugo. Almanak ‘Magdalena’.
Zie Dichtw. III, bl. 286. ‘Voor de gevallenen’. |
|
1861. |
Iöna. Overgedrukt uit ‘De Vereeniging, Chr. Stemmen’. Afz. uitgeg. te Amsterdam, H. Höveker, 1861. Gr. 8o. Opgenomen in ‘Sparsa’ 1882. |
|
1861. |
Gesprek met Vondel, naar aanleiding van het hem toegedacht standbeeld. Eene voorlezing. Haarlem, Erven F. Bohn, 1861. 8o. Opgenomen in ‘Sparsa’ 1882. |
|
1861. |
De Kinderen der Zee. Schetsen naar het leven aan onze Hollandsche stranden, door Jozef Israëls. Gravuren van J.C. Rennefeld, gedichten van Nicolaas Beets. Haarlem, A.C. Kruseman, 1861.
Tweede, herziene druk. Arnhem, D.A. Thieme. Zouder jaartal.
Derde druk. Arnhem, bij denz. z.j.
Vierde druk (de titel zegt verkeerdelijk ‘Derde’), Leiden, Sijthoff. Zonder jaartal (1889).
Zie Dichtw. III, ‘Ons Visschersvolkje’, bl, 379 en vlg. |
|
1861. |
Schoon Dichtkunst mij haar Bloemen kweeke, enz. Met gefacs. handt. N. Beets. Dichtregelen. ‘Na het ontfangen van het boven afgebeeld blijk van erkentelijkheid voor het afwijzen van de beroeping naar 's Gravenhage in Maart 1861.’ Gelithografeerd. Niet in den handel. |
| |
| |
1861. |
Bij het portret van Z.M. Willem III. Utrecht, 6 Februari 1861. Jaarboekje ‘Chr. Weldadigheid’. Ook afz. afdr.
Zie Dichtw. III, bl. 289. |
|
1861 |
Twee Wrakken. Uit het Hoogduitsch. Bibliotheek voor het Huisgezin.
Zie Dichtw. III, bl. 284. |
|
1861 |
Bede voor de Burgerweezen te Haarlem. Niet in den handel. Was te koop aangeboden op een Bazar ten behoeve van het Burgerweeshuis aldaar in Juli 1861. Ook het m.s. werd daar verkocht.
Zie Dichtw. III, bl. 295. |
|
1862. |
Vragen aan den Schepper. Nederl. Muzenalmanak ‘Vergeet mij niet’.
Zie Dichtw. III, bl. 292. |
|
1862 |
Hooge School. Utrechtsche Volksalmanak, en op bl. 227 van dien zelfden almanak een chassinet-versje in het Verhaal van het Utr. Akademiefeest 1861.
Zie Dichtw. III, bl. 287. |
|
1862 |
Mens divinior. Almanak ‘Aurora’.
Zie Dichtw. III, bl. 292. |
|
1862 |
De Beste Vriend. (Liedtjen uit het Hoogduitsch.) Almanak ‘Magdalena’.
Zie Dichtw. III, bl. 294. |
|
1862 |
Bij het graf van Damnis van der Waal Spruyt. (Geb. te Klundert 21 Jan. 1830, overl. te Utrecht 19 Maart 1862) Get. Utrecht, 24 Maart 1862. B. (Op den titel: ‘Woorden van Ds. N. Beets’.) Niet in den handel. |
|
1862 |
Inleiding tot Gedichten van A.C.W. Staring. Haarlem, Erven F. Bohn, 1862.
Tweede druk, Volksuitg. W.J. Thieme & Co., Zutphen. Zonder jaartal.
3e Uitgave. Haarlem, Kruseman. |
|
1862 |
Het laatste (24 Febr, 1862) der ‘Taalkundige Adviezen betreffende zekere Testamentaire quaestie, in hooger beroep aanhangig bij het Prov. Gerechtshof in Noord-Holland, benevens eenige processtukken’. Verzameld door Mr. J.A.N. Travaglino, Advoc. te Amsterdam. Amsterdam, H.A. Winkelhagen, 1862. |
|
1862 |
Verhandeling over de ‘Dichterlijke Vrijheid’. Uitgesproken op het zevende Nederl. Taal- en Letterk. Congres, te Brugge. Opgenomen in ‘Verscheidenheden.’ |
|
1863. |
Bede. (‘Daal in de harten, Geest des Heeren’.) Christelijke Volksalmanak.
Zie Dichtw. III, bl. 348. |
|
1863 |
Mooi Betjen. Nederl. Volksalmanak.
Zie Dichtw. III, bl. 285. ‘Mooi Kaatje’. |
|
1863 |
Bij een graf. Utrechtsche Volksalmanak.
Zie Dichtw. 1, bl. 33. |
| |
| |
1863. |
Veldbloem en Kasbloem. Almanak ‘Aurora’.
Zie Dichtw. III, bl. 307. |
|
1863 |
Aan een Grijzaart. Almanak ‘Holland’.
Zie Dichtw. III, bl. 262. ‘Jong blijven’. |
|
1863 |
Waar is uw hart? Almanak ‘Magdalena’.
Zie Dichtw. III, 293. |
|
1863 |
Advies in zake dubbel a of ae.
Woord bij het ontvangen der decoratie van de Leopoldsorde. Handelingen van het 7e Nederl. Taal- en Letterk. Congres te Brugge. Gent, Willem Rogghé, 1863. |
|
1863 |
Voor Henlieden geen plaats. Leerrede gehouden op den Eersten Kerstdag. Haarlem, Erven F. Bohn, 1863. Gr. 8o. |
|
1863 |
Verstrooide Gedichten. (1831-1861). 2 deelen. Haarlem, Erven F. Bohn, 1863. Gr. 8o en post 8o. Nieuwe uitgaaf. Amsterdam, G.L. Funke, 1873, post 8o.
Zie Dichtw. III, bl. 271 en vlgg. |
|
1863 |
Mededeelingen omtrent eene voorgenomen nieuwe uitgave van Hooft's gedichten. (Overdruk uit de Versl. en Meded. der Kon. Akad. v.W., Deel VII.) Amsterdam, C.G. van der Post, 1863. Gr. 8o, ‘Sparsa’ 1882. |
|
1863 |
Twaalftal leerredenen. Haarlem. Erven F. Bohn, 1863. Gr. 8o. |
|
1863 |
Utrecht, 28 November 1863. Dichtstukje in het Utrechtsoh Prov. en Sted. Dagblad, Ao 1863, No. 283.
Zie Dichtw. III, bl. 318. |
|
1864. |
Een hoofdtrek in het beeld des Heilands. (Proza.) Almanak ‘Magdalena’. Opgenomen in ‘Sparsa’, 1882. |
|
1864 |
Gustaaf Adolf's Werk en Geest. (Zakelijke inhoud van het gesprokene in de openb. verg. der Nederl. G.A.V. te Zutphen, September 1863). In: Tafereelen en Berigten, enz. Uitgeg. door en ten voordeele van de Ned. G.A.V. Opgenomen in ‘Sparsa’. 1881. |
|
1864 |
La critique est aisée, et l'art est difficile, door Hildebrand. ‘Kunstkronyk’ 1864, le en 5e afl. Later opgenomen in ‘Verscheidenheden’.
Zie onder 1859. |
|
1864 |
Dichtregelen. ‘Een Lied voor de Utrechtsche Brandweer’, op de eerste bladzijde van het album, aangeboden door de Kommandeurs der Brandweer, aan den Burgemeester Mr. N.P.J. Kien. Overgen. in het Utr. Prov. en Sted. Dagbl. Ao. 1864. No. 70.
Zie Dichtw. III, bl. 322. |
|
1864 |
Het oordeelen des Naasten en de Bergrede. (Matth. VII: 1-5.) Ev. Penningmagazijn. Opgen. in St. Uren. |
|
1864 |
Verscheidenheden, meest op Letterk. Gebied. 2e Stuk. Gr. 8o. Haarlem, Erven F. Bohn, Ook onder den titel ‘Het doen door laten, en andere opstellen van N.B.’ |
|
1865. |
Utrecht, 28 November 1863. Utrechtsche Volksalmanak voor 1865. |
| |
| |
|
In denz. Alm. op bl. 246, chassinet-versje, opgenomen in het verhaal van den dag.
Zie ook onder 1863. |
|
1865. |
Uit Zwitserland teruggekeerd (1883). Almanak ‘Aurora’.
Zie Dichtw. III, bl. 296. |
|
1865. |
Een regendag te Interlaken. (24 July 1863.) Almanak ‘Holland’.
Zie Dichtw. III, bl. 316. |
|
1865. |
Mozes op den Nijl. Almanak ‘Magdalena’.
Zie Dichtw. III, bl. 321. |
|
1865. |
Klauterles. Naar Friedrich Rückert. Bato, tijdschrift voor jongens, 1865. Eerste deel.
Zie Dichtw. III, bl. 326. |
|
1865. |
Gods Woord Waarheid. Leerrede. Zeist, J.W. Eversz, 1865, post 8o. |
|
1865. |
De Wandel met God. Leerrede, gehouden den Zondag na het overlijden van den Eerw. S.G. Jorissen, Emer. pred. te Utrecht. Utrecht; J. Bijleveld, 1865. Gr. 8o. |
|
1865. |
In: ‘Toespraken, gehouden bij het graf van den W.Eerw. Z.gl. S.G. Jorissen. Utrecht, Bijleveld, 1865. De tweede toespraak en het Grafschrift. |
|
1865. |
Zestal Leerredenen. Zeist, J.W. Eversz, 1865. Gr. 8o. |
|
1865. |
Aan mijne Landgenooten, op den 18den Juny 1865. Utrecht, Kemink en Zoon, 1865, gr. 8o. Onder den titel: ‘Jubelfeest van den slag van Waterloo’ in de Dichtwerken III, bl. 323 opgenomen. ‘18 Juni 1865’ in de Holl. Illustratie, jaarg. 1864-1865, no. 23. |
|
1865. |
Laat ons het goede doende niet vertragen. Zendingsrede. Zeist, J.W. Eversz, 1865. |
|
1865. |
Lukas en het Evangelie van Lukas. Christelijk Album 1865. Opgenomen in ‘Sparsa’, 1882. |
|
1865. |
Menschelijke Vriendschap. Evangelisch Penningmagazijn 1865, no. 4. Opgen. iu St. Uren. |
|
1865. |
Gesprek met Crito over Kinderboeken. ‘De Hollandsche Illustratie’ 1864/65. Opgenomen in ‘Verscheidenheden’. Zie 1859. |
|
1865. |
Over Neologismen.
Advies over Doofstomheid. Handelingen van het achtste Nederl. Taal- en Letterk. Congres te Rotterdam, Sept. 1865. Opgenomen in ‘Verscheidenheden’. |
|
1866. |
De Runderpest. Uitgegeven als no. 529 van het Nederlandsch Godsd. Tractaat-Genootschap’. Amsterdam, Metzler en Basting, 1866, 12o. |
|
1866. |
Brief van Hildebrand aan schipper Rietheuvel. ‘Hollandsche Illustratie’ 1865/66. Opgenomen in C.O. Zevende druk, 1871. |
|
1866. |
Blijf één, blijf één mijn Vaderland. Utr. Prov. en Sted. Dagblad, 30 Oct. 66.
Zie Dichtw. III, bl. 335. |
| |
| |
1866. |
Niet Verre. (Matth. XII: 34). ‘Evangelisch Penningmagazijn’ 1866, no. 7. Opgen. in St. Uren. |
|
1867. |
Voorrede voor de(ze)n Prachtbijbel. (Met platen van G. Doré). Get. Utrecht, 9 Febr. 1867. Uitgave van D.A. Thieme, Arnhem, 1867-70, voltooid in twee foliodeelen. Voorzien van een voorbericht, en uitgegeven onder toezicht van Nicolaas Beets. Volksuitg. met 100 platen, 1873-75. Gr. 4o. Deze voorrede opgenomen in ‘Sparsa’, 1882. |
|
1867. |
Godsdienstige en zedelijke zangen voor kinderen, naar Isaac Watts. Leiden, van den Heuvel en van Santen, 1867, post 8o. met 15 platen.
Tweede druk (zonder platen). Utrecht, C. van Bentum, 1874. Kl. 8o.
Zie Dichtw. III, bl. 393 en vlgg. |
|
1867. |
Verscheidenheden meest op Letterkundig gebied. 3e st. Gr. 8o. Haarlem, Erven F. Bohn. |
|
1867. |
Waakt en bidt. Leerrede over Matth. XXVI: 41, ter bevestiging van lidmaten (Domkerk 31 Maart 1867). Utrecht, Kemink en Zoon, 1867. Gr. 8o. |
|
1867. |
Ten dage van den Feestelijken optocht van H.H. Studenten, enz. (25 Juni 1867). Welkomstgroet, aan de Leden van het Prov. Utr. Genootsch. v.K. en W. in hunne Algemeene Vergadering toegezongen. (Uitgegeven op verzoek.) Utrecht, J.L. Beyers en J. van Boekhoven, 1867.
Ook in het Verslag van de Alg. Verg. van het Prov. Utr. Gen. Utrecht, van der Post.
Zie Dichtw. III, bl. 425. |
|
1867. |
De Martelaren. Vaderlandsche Herinnering aan de Herv. Gemeente bij de viering van den Gedenkdag der Kerkhervorming. Utrecht, Kemink en Zoon, 1867. |
|
1867. |
Bilderdijkiana. Twee brieven van Bilderdijk aan van der Palm. Overgedrukt uit Verscheidenh. meest op Letterk. gebied, IIIe st. Niet in den handel. |
|
1867. |
Advies over afkapping en flectie.
Advies over Ortho-epiek.
Over de beteekenis van ongeletterden voor de Letterkunde. In de Handelingen v.h. 9e Taal- en Letterk. Congres te Gent, Aug. 1867. Gent. Boekh. van Willem Rogghé, 1868. Later opgen. in ‘Verscheidcnheden’. Zie 1859. |
|
1867. |
Niet met uiterlijk gelaat. Luk. XVII: 20b. Evang. Penningm. Opgen. in St. Uren. |
|
1868. |
Een Psalm voor den Nieuwjaarsdag. Evangelisch Penningmagazijn 1868, afl. 1. |
|
1868. |
Te Wedde. (22 Mei.) Holl. Illustratie 1868. Afz. afdr. met plaat.
Zie Dichtw. III, bl. 439. |
|
1868. |
Een Vaderlandsch Lied op het veld bij Heiligerlee. Utrecht, Kemink en Zoon, 1868. Imperiaal 8o en groot 8o.
Zie Dichtw. III, bl. 440. |
| |
| |
1868 |
Advies in zake Naam van het Congres.
Advies in zake Komenij of kom-en-eisch.
Advies in zake Woordenboek der Nederl. Taal.
In de Handelingen v.h. 10e Taal- en Letterk. Congres te 's Gravenhage. 's Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1869. |
|
1868. |
Ons Reizen. In ‘Nederland’. Later opgen in ‘Verscheidenheden’. Zie 1859. |
|
1868. |
Mr. Jacob van Lennep herdacht. Jaarboek der Kon. Academie van Wetenschappen.
Hetzelfde in 1869 afzonderlijk uitgegeven bij C.G. van der Post te Amsterdam.
Ter Nagedachtenis van Mr. Jacob van Lennep. (Inleiding van het XIIe deel der uitgave van Vondels Werken, door Mr. J.v.L.) Get. Dec. 1868. Amst. Gebr. Binger. Opgenomen in ‘Sparsa’ 1882. |
|
1868. |
Ter Bruiloftsdisch van Prof. Mr. P.A. van der Lith en Bertha Cornelia Loncq, 17 December 1868. Niet in den handel. |
|
1869. |
Feestcantate voor den dag der onthulling van het Nationaal Gedenkteeken voor 1813. 17 November 1869. Woorden van Nicolaas Beets, muziek van W.F.G. Nicolai. 's Gravenhage, H.L. Smits, 1869. Roy. 8o.
Zie Dichtw, III, bl. 457. |
|
1869. |
Verscheidenheden, meest op Letterk, Gebied. 4e st. Haarlem, Erven F. Bohn. |
|
1869. |
Madelieven. Nieuwe Gedichten. Haarlem, Erven F. Bohn, 1869. Gr. 8o.
Tweede druk, ald. bij dez. 1869. Kl. 8o.
Nieuwe (derde) uitgaaf. Amsterdam, G.L. Funke, 1873. Kl. 8o.
Zie Dichtw. III, bl. 271 en vlgg. |
|
1869. |
In het Diaconessenhuis te Utrecht op den 4en November 1869. Utrecht, Kemink en Zoon.
Zie Dichtw. III, bl. 493. |
|
1869. |
Drie Gedichtjes in de Holl. vertaling van Anna Shipton's ‘Emmanuel Morton’. Uit het Engelsch door E. Freystadt, bl. 89-113 en tegenover den titel. |
|
1869. |
Zendingstoespraak op een jaarfeest der Utrechtsche Zendingsvereeniging in: ‘Verovering van den Haarlemmermeer’. Uitgeg. door Dr. Wisselingh. |
|
1869. |
Over het woord Ruwaard. Versl. en Meded. der Kon. Akad. v.W. 1869. Bl. 266/7. |
|
1869. |
De Wilg aan den Dichter. ‘Kunstkronyk’, 1869, afl. 5/6.
Zie Dichtw. III, bl. 492. |
|
1870. |
Feestlied no. 3 in het ‘Programma v.h. 7e Alg. Nat. Zendingsfeest, gehouden te Heilo’.
Afzonderl. uitgeg als Feestzang, gezongen op het Alg. Ev. Nat. Zendingsfeest, geh. te Heilo op 22 Juny 1870.
Ook in ‘Goud uit Schuim’, Bijdragen tot bevordering der chr. belangst. in in en uitw. Zending.
Zie Dichtw. III, bl. 502. |
| |
| |
1870. |
Toespraak op het Zendingsfeest te Heiloo. Blz. 5 en 6 van Heilo. Herinnering aan het zevende Alg. Nat. Zendingsfeest, geh. 22 Juni 1870. Bevattende het voornaamste uit de toespraken van de meeste sprekers. Amsterdam, H. de Hoogh & Co. Prijs 20 cent. |
|
1870. |
De Kerk op den Vluchtheuvel. Ingewijd 19 Juni 1870. Een gedicht. Haarlem, Erven F. Bohn, 1870. Gr. 8o.
Zie Dichtw. III, bl. 499. |
|
1870. |
Emancipatie van de Vrouw. Openingsrede van den Voorzitter der Alg. Verg. van het Prov. Utr. Genootschap, 20 Juni 1870. Afz. verschenen bij C. van der Post Jr. te Utrecht.
De tweede uitgaaf van dit opstel verscheen onder den titel: ‘Eenige opmerkingen met betrekking tot de denkbeelden van den dag in de richting van de emancipatie der vrouw’. Utrecht, C. van der Post jr. Post 8o. Opgen. in ‘Verscheidenheden’. |
|
1870. |
Het onweder aan den politieken hemel. Godsdienstige toespraak. Utrecht, J. Bijleveld, 1870. Sedert met 5 anderen onder den titel Zestal Kerkredenen onder den indruk der Tijdsomstandigheden, bij denzelfden. |
|
1870. |
Zestal Kerkredenen. Uitgesproken onder den indruk der tijdsomstandigheden (Fransch-Duitsche oorlog). Utrecht, J. Bijleveld, 1870. Post 8o. |
|
1870. |
Zangen des Tijds. I, II, III en IV. Achtereenvolgens verschenen in het Utr. Prov. en Sted. Dagbl. van 29 Juli.,..Aug., 7 Sept. en 4 Oct.
1870. Dezelfde 4 ‘zangen’ in de Holl. Illustr. 1870/71, no. 15.
Zie Dichtw. III, bl. 513 en volgg. |
|
1870. |
De gebroeders te Padua. (Eene oude en nieuwe geschiedenis.) ‘Bato’. Tijdschr. voor jongens. 2e deel.
Zie Dichtw. III, bl. 507. |
|
1870. |
Misdadig of Plichtmatig? ‘Protestantsche Bijdragen tot Bev. van christelijk leven cn chr. wetenschap’. 1870. le jaarg. Afz. uitgegeven.
Uitboezeming. 5 Sept. 1870. Als boven. |
|
1871. |
Een Lied op het jaarfeest der Utrechtsche Zendingvereeniging. Utrecht. Kemink en Zoon. 1871. Gr. 8o. (uitgespr. April 1871.)
Zie Dichtw. III, bl. 544. |
|
1871. |
Inleiding tot de Uitgave der gezamenlijke Dichtwerken van Mr. A. Bogaers. Haarlem. A.C. Kruseman, 1871. Opgen. in ‘Sparsa’, 1882. |
|
1871. |
Voorrede tot de Gezangen van Geka. Utrecht, J. Bijleveld, 1871. |
|
1871. |
Voorrede tot ‘Onze Buurt’ door ‘Een(e) Ongenoemde’, (D.P. Bohn, geb. Beets), 2e uitgave. Haarlem, Erven F. Bohn. |
|
1871. |
Het Portret (bij een plaat van Jamin).
Pleuntje (bij een plaat van Israëls) ‘Neêrlands Nieuwste Kunst’.
Zie Dichtw. III, bl. 536 en 390. |
|
1871. |
Zangen des Tijds. V en VI. Utr. Prov. en Sted. Dagbl. 30 Apr., 28 Mei 1871.
Zie Dichtw. III, bl. 519, 20. |
| |
| |
1871. |
Verscheidenheden meest op Letterk. gebied. 5e st. Gr. 8o. Haarlem, Erven F. Bohn. |
|
1871. |
Voorrede, gedateerd Utrecht, Juli 1871, in ‘Van Alphen's Kinder-Zangboek’. Liedjes met klavierbegeleiding door Richard Hol. Der Nederl. jeugd aangeb. bij de herd. van den 125sten verjaard. v.d. geliefden kinderdichter, 8 Aug. 1871. (Eerste zestal). Utrecht, J.G. van Terveen en Zoon. |
|
1872. |
Het Eeuwgetijde van Sir Walter Scott, in Edinburg gevierd op den 9 Augustus 1871. - In de kl. 8o. uitgave van W. Scott's Romant. werken, opnieuw bewerkt door M.P. Lindo, (vóór ‘Ivanhoe’), 12e afl. Opgen. in ‘Sparsa’ 1882. |
|
1872. |
Lijden, de Weg tot Heerlijkheid. Kerkrede gehouden op den Tweeden Paaschdag (1 April) 1872, voor de Herv. Gem. in de Nicolaïkerk te Utrecht. Utrecht, J.H. van Peursem, 1872. Gr. 8o. |
|
1872. |
Geschenk aan Jonge Lidmaten der Gemeente van Christus. Utrecht, J.H. van Peursem, 1872. 16o.
Tweede druk, ald. bij denz. 1876, 16o.
Derde druk, ald. bij denz. 1882, 16o.
Vierde druk, ald. bij denz. 1886, 16o.
Vijfde druk, ald. bij denz. 1890, 16o.
Zesde druk, Amsterd., D.B. Centen 1895, 16o.
Zevende druk, Nijkerk, G.F. Callenbach 1902, 16o. |
|
1872. |
‘19 Februari’ (get. B.). Versregels in het Utr. Prov. en Sted. Dagblad. 19 Febr. 1872. |
|
1872. |
Necrologie ‘Ter nagedachtenis van Mr. Chr. W.J. van Boetselaer v. Dnbbeldam’ (ongeteekend) in het Utr. Prov. en Sted. Dagblad 20 April 1872. |
|
1872. |
‘Strooi rozen op dit graf’, enz. in: ‘Woorden, gesproken bij het open graf van den HW. Geb. Hr. Mr. C.W.J. Baron van Boetselaer v. Dubbeldam. Overl. te Utrecht den 18den, ald. begraven den 23 April 1872’. Utrecht, Kemink en Zoon. 1872.
Zie Dichtw. III, bl. 549. |
|
1872. |
Openingswoord (als Voorzitter) en verschillende kleine adviezen, in Handelingen van het 12de Ned. T. en Letterk. congres te Middelburg, Sept. 1872. - Middelburg J.C. en W. Altorffer, stadsdrukkers. |
|
1872. |
Aan Zeeland. Congresblad no. 2. Zie ook ‘Verbetering’ in no. 4. In de Oranjerie van Overduin (6 Sept. 1872) Congresblad no. 5 van het 12de Nederl. Taal- en Letterk. Congres te Middelburg.
Zie Dichtw. III, bl. 560 en 561. |
|
1872. |
Aan den Apostel Johannes, in ‘Protest. Bijdragen tot bev. van Chr. leven en Chr. Wetenschap’ 1872. 3e jaarg.
Zie Dichtw. III, bl. 540. |
|
1872. |
De Blinden der Werk-Inrichting aanhunne Weldoeners, bij de opening van het nieuwe gebouw Neude G. 74’. Get. B. 24 Juni 1872. Afz. afdr.
Zie Dichtw. III, 557. |
| |
| |
1873. |
Te Alkmaar. 8 Oct. 1873. (Redevoering ter gelegenheid van het 5de Eeuwfeest van Alkmaar's ontzet.) Haarlem. Erven F. Bohn, 1873, imp. 8o. |
|
1873. |
De Onthulling van het Monument te Heiligerlee, in tegenwoordigheid van Z.M. den Koning, den 23 Mei 1873. Dichtregelen uitgesproken te Winschoten. Groningen P. Noordhoff en M. Smit 1873. Superroy. 8o.
Zie Dichtw. III, bl. 453. |
|
1873/76. |
Dichtwerken van Nicolaas Beets 1830-73. Volledige Uitgave, naar tijdsorde gerangschikt en herzien, voorzien van aanteekeningen, en versierd met het portret van den dichter in staalgravure. 3 deelen roy. 8o. Amsterdam. W.H. Kirberger 1873-76.
Het vierde deel verscheen in afz. bundels: Najaarsbladen 1881. Nog eens Najaarsbladen 1884.
Het vijfde bevat de bundels van 1887, 1892 en 1900: Winterloof, Nog eens Winterloof en Dennenaalden.
Tweede, goedkoope, uitgaaf, ald. bij denz. 1878, kl. 8o. De laatste honderd bladzijden van het derde deel bevatten de nog onuitgegeven gedichten van 1869-73.
Vierde Deel. 1889. Kl. 8o. Leiden A.W. Sijthoff, met weglating van een groot deel der aant. - (Titel: ‘Gedichten’). Van deze goedkoope uitgaaf 6 drukken, alle bij Sijthoff. De zesde, (in 2 deelen), bevat ook de laatste bundels: Winterloof, Nog eens Winterloof en Dennenaalden. |
|
1873. |
Verscheidenheden meest op Letterk. Gebied. 6e st. Gr. 8o. Haarlem, Erven F. Bohn. |
|
1873. |
Toespraak en Lied bij de begrafenis van Ds. J.H. Bösken, in: ‘In Memoriam’. Utrecht, Kemink en Zoon. 1873. Niet in den handel.
Zie Dichtw. III, bl. 571. |
|
1873. |
Voorafspraak van een Leerrede over Hebr. IV: 9, op Woensdagavond 16 Juli (na het overlijden van Ds. Bösken) afz. afdr. |
|
1873. |
Verslag over de Onuitgegeven Ned. Gedichten van Huygens. Versl. en Med. der Kon. A.v.W. 2e reeks D. III, bl. 261/2. - 1873. |
|
1873. |
Een woord der Schrift over Rijken en Armen (uit de St. U.), Amsterdam. Höveker, post 8o. |
|
1873. |
Kerstzegen. Als het voorgaande. |
|
1874. |
Bij den dood eens Uitnemenden. (‘Waar is, o dood! Uw prikkel?’) Almanak ‘Magdalena’ 1874.
Zie Dichtw. III, bl. 565. |
|
1873. |
Brief aan Anton Bergmann (Tony). 19 Januari 1874, na de lezing van zijn ‘Ernest Staas’. Opgenomen in de Voorrede door Prof. F.J.F. Heremans van ‘Verspreide Schetsen en Novellen door Tony’. Gent. Alg. Boekh. van Ad. Hoste, Uitgever, Veldstraat 43, 1875. Ook opgenomen in ‘Ernest Staas’ 4de uitgave. (Uitg. v.h. Willemsfonds te Gent, no. 106.) Gent. Vuylsteke, 1884, bl. IX-XI. |
|
1873. |
Bij den dood eens uitnemenden (‘Te laat gekend, te vroeg bezweken’) |
| |
| |
|
Prov. Gr. Ct. 19 Febr. 1874, bij het graf van Prof. D. Chantepie de la Saussaye.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 15. |
|
1874. |
Naschrift. 2 Maart 1874. Protest. Bijdr. 5e Jaarg. |
|
1874. |
Tabitha. Leerrede na de begrafenis van Mejonkvr. A.H. Swellengrebel. (Directrice v.h. Diaconessenhuis te Utr.). Utrecht, J. Bijleveld, 1874. Gr. 8o. |
|
1874. |
‘Het wiegje leeg’. ‘Nederlandsch Magazijn’, no. 3.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 34. |
|
1874. |
Lied voor den 12 Mei 1874 (‘Meidorens zenden zoeten geur’). Muziek van R. Hol. In ‘Programma v.d. Bijeenkomst in het Geb. van K. en W. 11 Mei 1874’, ter opening van het feest te Utrecht ter gel. van het 25-jarig Koningsch. van Z.M. Willem III.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 16. |
|
1874. |
‘Een woord tot opwekking.’ Berigten der Utrechtsche Zeudingsvereeniging no. 6, 1874. Overdruk. |
|
1874. |
Paaschvreugde (Uit de St. U.) Amsterdam, Höveker, 1874, post 8o. |
|
1875. |
Bij het graf eens Voorgangers. (‘Hoe zacht rust in des aardrijks schoot’) (1873). Almanak Magdalena, 1875.
Zie Dichtw. III, bl. 571. |
|
1875. |
Karakter, Karakterschaarschte, Karaktervorming. Redevoering bij de aanvaarding van het Hoogleeraarsambt, aan de Utrechtsche Hoogeschool, uitgesproken den 16 Maart 1875. Utrecht, Kemink en Zoon, 1875, roy. 8o. |
|
1875. |
Toespraak gehouden den 4den Juni 1875, voor oud-studenten en studenten der Leidsche Hoogeschool. Leiden, P. van Santen, 1875, gr. 8o. |
|
1875. |
De Wijsheid, die van boven is. Leerrede over Jac. III vs. 17, ter opening van het Academie-jaar 1875/76. Utrecht J. Bijleveld, 1875, gr. 8o. |
|
1875. |
Zelfverheerlijking. Leerrede op 28 November 1875. Gedenkdag van Nederlands Verlossing. Utrecht, J. Bijleveld, 1875. |
|
1875. |
Feestdronk aan den Disch v.h. 14e Taal- en Letterk. Congres te Maastricht. Afz. afd.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 45. |
|
1876. |
Ter nagedachtenis van Ottho Gerhard Heldring. (Uitgeg. ten voordeele der Heldring-Stichtingen te Zetten). Utrecht, J. Bijleveld, 1876. Gr. 8o.
Tweede druk. met eenige aantt. Bij denzelfden, 1876. Opgenomen in Sparsa, 1882. |
|
1876. |
Niets onvermengd. Alm. Magdalena.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 7. |
|
1876. |
Houd dat gij hebt. ‘Kerkrede, op den gedenkdag der Kerkhervorming’. Utrecht, Kemink en Zoon, 1876. Gr. 8o. Zie onder denzelfden titel, ook 1849. |
|
1876. |
Verzen uitgesproken aan den Disch van het 15de Taal- en Letterk. |
| |
| |
|
Congres te Brussel. Augustus 1876. ‘Euphonia’, 1e jaarg. no. 25.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 58. |
|
1876. |
Herinneringsfeest van de Vereeniging ‘Het Metalen Kruis’ (25 jaar). Dordrecht, 21 Augustus 1876. (Zonder naam.) Utrecht, P.W. van de Weijer.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 60. |
|
1877. |
‘Mijn Heer en mijn God’. Almanak Magdalena, 1877.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 43. |
|
1877. |
Openingsrede op het Zendingsfeest te Veenklooster nabij Buitenpost, Friesland. 25 Juli 1877. Overgedrukt uit ‘Lân-Geanne to Feankleaster’. |
|
1878. |
Zonder Woord. Almanak Magdalena, 1878.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 40. |
|
1878. |
Bladz. 5 van ‘Woorden, gesproken bij het open graf van den W.Ew.Z.G. Jacob François van Hoogstraten, enz.’ (Uitgeg. ten voord. van het Diaconieweeshuis dezer Gemeente.) Utrecht, J. Bijleveld, 1878. |
|
1878. |
Levensbericht van Ottho Gerhard Heldring. ‘Levensberichten’ der afgestorvene medeleden van de Mij. van Nederl. Letterk. Leiden. Bijlage tot de Handelingen van 1877. Opgen. in Sparsa, 1878. |
|
1878. |
Aan mijn ouden Contubernaal. 's Hage, 11 September 1878. Facsimile. In: ‘Herinnering aan den maaltijd van 11 Sept. 1878 ter eere van Dr. L.R. Beijnen’. 's Gravenhage, Wed. Spanier en Zn. Lith.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 111. |
|
1878. |
Groote Mannen en Ware Grootheid. (Rectorale) Redevoering op den Gedenkdag der Stichting van de Utr. Hoogeschool, 26 Maart 1878. Utrecht, J. Bijleveld, 1878. Roy. 8o. |
|
1878. |
Verslag van de Lotgevallen der Universiteit in het jaar 1877-78. Uitgebracht op 17 September 1878 bij het overdragen der Waardigheid van Rector Magnificus aan Mr. J.A. Fruin. Utrecht, J.L. Beijers, 1879. (Overgedr. uit het Jaarb. der Rijks-Univ. te Utrecht 1877-78.) |
|
1878. |
Mededeeling betreffende een aantal tot hiertoe onuitgegeven Gedichten van Anna Roemers Visscher. Versl. en meded. der Kon. Ak. v.W. afd. Letterkunde. 2e reeks Dl. VIII, 1e en 2e st. bl. 35-80. |
|
1879. |
Afval. Almanak Magdalena, 1879.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 99.
In deze Alm. in het ‘Verslag van het Asyl Steenbeek’ het gesprokene bij de Inwijding van het Nieuwe Gebouw. |
|
1879. |
Naschrift op de mededeeling over A. Roemers Visscher (bl. 1-46). Overgedr. uit de Versl. en Meded. der Kon. Ak. v. Wetensch. Afd. Letterkunde, 2e Reeks. Deel VIII. Amsterdam, C.G. van der Post, 1879. |
|
1879. |
Lectuur voor het Ziekvertrek. Zie 1847 ‘De herstelde kranke’. |
1880. |
'k Ben jong geweest. Almanak Magdalena, 1880.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 132. |
| |
| |
1880. |
Den Heere De Veer te Amsterdam. In antw. op zijn vereerende uitnoodiging tot medew. aan het voorgenomen ‘IJsnommer’. (Get. Utrecht, 30 Dec. 1879.) ‘Eigen Haard’. Jaarg. 1880, no. 4.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 145. |
|
1880 |
Uit Nicolaas Beets' Dichtwerken. Een bloemlezing naar aanwijzing van den Dichter. Amsterdam, W.H. Kirberger, 1880. Kl. 8o. |
|
1880 |
Bilderdijk. (Extempore van 1833) in facsimile ‘in het Feestnummer’. Juni 1880. Vox Studiosorum. Leiden, Somerwil. |
|
1880 |
Over het zeldzaam Boeksken ‘de Roemster van den Amstel’, en zijn problematieken Auteur. Versl. en Meded. der Kon. Akad. v.W. 10 Janari 1880. |
|
1880 |
26 Maart 1880. ‘Nu spreidt de Hoop haar schoonste stralen’, enz. (Get. B.) Utr. Prov. en Sted. Dagbl. 26 Maart 1880.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 160. |
|
1880 |
31 Augustus 1880. ‘Laat Oost en West de blijmaar hooren’, enz. (Get. B.) Utr. Prov. en Sted. Dagbl. 31 Aug. 1880. |
|
1880 |
Over den tijd der Weduwschap van Anna Roemers.
Ophelderingen van een Sonnet van Huygens aan Barlaeus.
HS. van Huygens. Opdracht van een Ex. der Korenbloemen aan W. van Heemskerk. Versl. en Meded. der Kon. A.v.W. 13 Dec. 1880. |
|
1880 |
Kindertranen, in ‘Fancy-Fair’. Eerste nummer, Febr. 1880. (Dit blad verscheen in twee nrs. bij gelegenheid van een Bazar ten voord. der Diaconiescholen v.d. Ned. Herv. Gemeente te Utrecht).
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 91. |
|
1880 |
Najaarsbladen. Gemengde gedichten 1874-1880. Amsterdam, W.H. Kirberger, 1881, Roy. 8o. |
|
1880 |
Al de Gedichten van Anna Roemers Visscher, vroeger bekend en gedrukt of eerst onlangs in handschrift ontdekt, naar tijdsorde en in verband met hare levensbijzonderheden, uitgegeven en toegelicht door Nicolaas Beets. Met portretten, plaat en facsimiles, 2 deelen. Utrecht, J.L. Beyers, 1881, imper. 8o. |
|
1881. |
Brief van Nicolaas Beets bij het toezenden van een schoon gebonden ex., 2 boekdeelen in 4o., der gedichten van Anna Roemers aan Hendrik Conscience, die met het antwoord van den jubilaris door de Brusselsche ‘Zweep’ openbaar wordt gemaakt. Vermeld in het Utr. Prov. en Sted. Dagblad van 25 Sept. 1881. |
|
1881 |
Rust in God. ‘Uw alziend oog’. Alm. Magdalena 1881.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 166. |
|
1881 |
Over Walter Scott. Handelingen van het 18e Taal en Letterk. Congres te Breda, Sept. 1881. Breda, Broese en Co. 1882. (Waarin ook kleine adviezen enz.) |
|
1881 |
Levensbericht van Bernhard ter Haar. ‘Levensberichten’ v.d. Maatschappij der Nederl. Letterkunde. Leiden, E.J. Brill, 1880-81. ‘Sparsa’ 1882. |
|
1881 |
Aan de Redactie! Brief van Nicolaas Beets, Utrecht 5 Nov. 1881, |
| |
| |
|
op bl. 289 en 290 in no. 23 1e jaarg. van ‘De Turnvriend’, Tijdschrift, gewijd aan de lichamelijke opvoeding des volks, orgaan van het Nederlandsch Gymnastiekverbond. Amsterdam, Ipenbuur en van Seldam. |
|
1881. |
Werk door en woeker met uw uren, enz. Facsimile met handteekening. Utrecht 8-9 Maart, 1881. Verkocht op een Bazar van de Utr. Vrouwen-Vereeniging.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 97. |
|
1881. |
‘Zendt God U Ieed’ enz. Feestblad v.h. Watersnoodfeest in Febr. 1881. Paleis voor Volksvlijt, Amsterdam.
Zie Dichtw. IV, Najaarsbladen, bl. 129. |
|
1881. |
Bij het 40-jarig bestaan der Diaconie-Bewaarschool onder leiding van Mej. M. van der Meiden geb. v. Dranen. 14 December 1881. Woorden van Prof. Beets. Muziek van C. Coenen. (Gezongen door tegenwoordige en voormalige helpsters der school). Afz. afdr. |
|
1882. |
Geen Rimpels. Almanak Magdalena 1882.
Zie Dichtw. IV, Nog eens Najaarsbl., bl. 22. |
|
1882. |
Sparsa. Verzameling van verstrooide opstellen en kleine geschriften. ‘Sparsa coëgi’. Amsterdam, W.H. Kirberger, 1882. Kl. 8o. |
|
1882. |
Jezus ontdekt zijn verrader. Lijdenspreek, geh. te Utrecht in de Janskerk, 26 Febr. 1882. Als handschrift gedrukt. Utrecht, J. Bijleveld. |
|
1882. |
Een Woord vooraf ‘Aan den Zoon des Schrijvers’, tot de ‘Krijgsherinneringen van een Noord-Hollandschen Jager, 1831’. Nagelaten geschrift van J. Hanou Jzn., geneeskundige. Amsterdam, W. Versluys. |
|
1882. |
In het Album, Mevrouwe Bosboom-Toussaint aangeboden op haar zeventigsten verjaardag. 16 Sept. 1882.
Zie Dichtw. IV, Nog eens Najaarsbladen, bl. 85. |
|
1882. |
Necrologie (ongeteekend) van Prof. Dr. J.J. van Oosterzee, in het Utr. Prov. en Sted. Dagbl. van 1 Aug. 1882. |
|
1882. |
Aan de Heeren L. Bakkenes en Co., Uitgevers te Amsterdam. Brief, gedateerd 30 Sept. 1882, gevoegd bij het Prospectus van een geïllustreerde uitgaaf der meesterwerken van Walter Scott. |
|
1883. |
J.J. van Oosterzee. Inden vreemde gestorven. (Aug. 1882). Almanak Magdalena.
Zie Dichtw. IV, Nog eens Najaarsbladen, bl. 83. |
|
1883. |
Aan den Heiland. Als boven.
Zie Dichtw. IV, Nog eens Najaarsbladen, bl. 25. |
|
1882. |
Spreekt uw hart voor iets goeds, enz. met handt. in facsimile in ‘Holland-Krakatau’, geïll. blad, uitg. ten voordeele der slachtoffers van de ramp op Java. Zuid-Holl. Boek- en Handelsdrukkerij, Den Haag.
Zie Dichtw. IV, Nog eens Najaarsbladen, bl. 112. |
| |
| |
1883. |
Orgelinwijding op Paaschmorgen in de Buurkerk (25 Maart 1883). Utrecht, G. van Rijn 1883, 4o. |
|
1883. |
Mededeeling omtrent Polyglottische uitgave van de Cent Emblêmes Chrestiens van Georgette de Montenay, enz. Versl. en meded. Kon. A.v.W. Afd. Letterkunde. 2e reeks. Deel XII. Sedert opgenomen in Nieuwe Verscheidenheden, 4e en laatste stuk, 1902. |
|
1883. |
Bijbellezen. No. 717 van Nederl. Godsd. Tractaatgenootschap. Amsterdam, D.B. Centen, 1883. |
|
1884. |
Een nieuw lied voor het Nieuwe jaar. Almanak Magdalena 1884. Zie Dichtw. IV, Nog eens Najaarsbladen, bl. 116. |
|
1884. |
Nog eens Najaarsbladen. Gemengde gedichten, 1880-1884. Leiden, A.W. Sijthoff, 1884. Gr. 8o.
Met de ‘Najaarsbladen’ vereenigd verscheen deze bundel als Vierde deel der ‘Dichtwerken’. Zie 1873-76. Een (goedkoope) uitgaaf van deze 4 deelen kl. 8o. verscheen in 1886 bij A.W. Sijthoff te Leiden en werd verkrijgbaar gesteld bij D. Bolle te Rotterdam. Van deze uitg. 5 drukken. |
|
1884. |
‘Speech at the Reception of Delegates by the Lord Rector and Students of the University. Friday, 18th April’, op blz. 153-4 van Records of the Tercentenary Festival of the University of Edinburgh, celebrated in April 1884. William Blackwood & Sons. Edinburgh & London. MDCCCLXXXV. |
|
1884. |
Brief (get. 2 Augustus 1884. Nicolaas Beets) aan den Secretaris der Gids-Redactie. ‘De Gids’, 1884, September. |
|
1884. |
Brief (dankbetuiging) van Nicolaas Beets, gedateerd Utrecht 22 September 1884. in het Utr. Prov. en Sted. Dagbl. van dien datum. |
|
1884. |
Letter from Prof. Nicholas Beets of the University of Utrecht. Translated by Rev. Daniel van Pelt. Gedateerd Sept. 1884. Op blz. 185-6 van ‘Centennial of the Theological Seminary of the Reformed Church in America (formerly Ref. Prot. Dutch Church) 1784-1884’. - New-York, Board of Publication of the Reformed Church in America 34 Veseystreet, 1885. |
|
1884. |
‘Aan de Nederlandsche Studenten’ enz. Dichtstukje, in ‘Eigen Haard’, jaarg. 1884, no. 52.
Zie ‘Winterloof’, bl. 6. |
|
1885. |
Quis separabit? Almanak ‘Magdalena’ 1885.
Zie ‘Winterloof’ bl. 8. |
|
1885. |
I. De Beste Nieuwjaarsleuze.
II. De Beste Heil- en Zegenwensch. ‘Het Eeuwig Evangelie’. (1885, No. 1). Utrecht. A.H. ten Bokkel Huinink. |
|
1885. |
Nieuwe Verscheidenheden, meest op letterkundig gebied. 1e stuk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1885. Gr. 8o. |
|
1885. |
Gedenkboek met portret, en gedicht in facsimile. Leiden, A.W. Sijthoff, 1885. Gr. 8o.
Zie ‘Winterloof’, bl. 39. |
| |
| |
1885. |
Aan mijn Volk. 3 Januari 1885. (Gedicht.) Utrechtsch Prov. en Sted. Dagblad van dien datum.
Zie ‘Winterloof’ bl. 5. |
|
1885. |
Sonnet, Klinkdicht? Tijdschrift v. Nederl. Taal- en Letterkunde. 5e jaarg. 1885 (Maart). |
|
1885. |
Bede van het Oude Orgel in de Nicolaïkerk te Utrecht. Dichtregelen met handteekening (facsimile) onder de af beelding van dit oude orgel, verkocht op een Bazar ten behoeve van een nieuw.
Zie ‘Winterloof’ bl. 28. |
|
1885. |
Germania. ‘de Gids’ 1885.
Zie ‘Winterloof’, bl. 42. |
|
1885. |
Aan de Leidsche Hoogeschool in Juni 1885 (facsimile) in het Algem. Nederl. Studenten-Weekblad ‘Minerva’ 23 Juli 1885. 10e jaarg. no. 17.
Zie ‘Winterloof’ bl. 38. |
|
1885. |
Bij de Beeltenis van Prinses Wilhelmina. ‘De Huisvriend’ Febr. 1885.
Zie ‘Winterloof’ bl. 16. |
|
1886. |
Geluk, Almanak ‘Magdalena’.
Zie ‘Winterloof’ bl. 30. |
|
1886. |
Spreuk- en Tekstkalender voor 1886. Schiedam, H.A.M. Roelants (1885). 16o. |
|
1886. |
Feest-Cantate, bij de viering van het 250-jarig Bestaan der Utr. Hoogeschool (21 Juni 1886). Muziek van Richard Hol. Utrecht-Arnhem, H. Rahr. 1886, roy. 8o.
Zie ‘Winterloof’ bl. 151. |
|
1886. |
Op den Berg des Heeren zal voorzien worden. ‘Het Eeuwig Evangelie’, jaarg. 1886, no. 1. Utrecht, A.H. ten Bokkel Huinink. |
|
1886. |
Vondel en Rembrandt. Bijdrage in Versl. en Meded. der Kon. A.v.W. Afd. Letterkunde. 3de Reeks. Deel III. 1886. |
|
1886. |
Het schoone is altijd schoon, enz. Dichtregelen met handteekening (facsimile) in Enveloppe met opschrift ‘Souvenir aan den Bazar te Haarlem Juni 1886, Dr. N. Beets’.
Zie ‘Winterloof’ bl. 59. |
|
1886. |
Aanbeveling van de vertaling van Bungener's ‘Julien’. Utrecht, J.H. van Peursem. |
|
1886. |
Feestdronk, uitgebracht op den 70-jarigen Donders. Gedenkboek van het Jubileum van F.C. Donders, blz. 146-149. |
|
1887. |
Nardus. Almanak ‘Magdalena’.
Zie ‘Winterloof’, bl. 66. |
|
1887. |
Hohwald. ‘de Gids’ 1887.
Zie ‘Winterloof’, bl. 113. |
|
1887. |
Winterloof. Late gedichten (1884-87). Leiden, A.W. Sijthoff, 1887. Gr. 8o. |
|
1887. |
Na vijftig jaar. Noodige en overbodige opheldering van de ‘Camera Obscura’ van Hildebrand (Lux ludo). Haarlem, Erven F. Bohn, 1887, 8o. |
| |
| |
|
Tweede, geheel herziene druk. Haarlem, Erven F. Bohn, 1888, 8o. |
|
1887. |
's Konings Zeventigste verjaardag (19 Februari 1887). Utrechtsch Prov. en Sted. Dagblad van dien datum.
Zie ‘Winterloof’, bl. 134. |
|
1887. |
19 Februari 1887 (geteekend ‘De Dichter Niet Bekend’). Dichtregelen aan de Oude diligence van Van Gend en Loos toegeschreven, die op dien datum nog éénmaal liep, ter eere van den ‘jarigen Vorst’. Met gekleurde afbeelding. Utrecht. Drukkerij ‘de Industrie’. Zie ‘Na vijftig jaar’, 2e dr. bl. 73 noot. |
|
1887. |
‘Duytsche Gedichten’, P. Hogerbeets op Anna Roemers. Versl. en Meded. der Kon. A.v.W. Afd. Letterkunde, April 1887. Sedert opgen. in het Laatste Stuk der Nieuwe Verscheidenheden 1902. |
|
1887. |
Opwekking, facsimile verkocht op den Bazar, ten voordeele van de Zending. Gehouden in Maart 1887, te Utrecht.
Zie ‘Winterloof’, bl. 129. ‘Het Zendingswerk’. |
|
1887. |
Blz. 30-36 en 46-49 van ‘Het Feest van de School op den Klokkenberg’ 6 Mei 1887 (Nijmegen, Firma H. ten Hoet, 1887). De Toespraak, bl. 30-36, werd herdrukt in het ‘Verslag’ van die school over 1902, dat in het begin van 1903 verscheen. |
|
1888. |
Parrezia. Almanak Magdalena, 1888.
Zie ‘Nog eens Winterloof’, bl. 16. ‘Vrijmoedigheid’. |
|
1888. |
Spreuk- en Tekstkalender voor 1889. Schiedam, H.A.M. Roelants, 1888, 16o. |
|
1888. |
Palmiana. ‘Rotterdamsch jaarboekje’ voor 1888. Later opgen. in ‘Nieuwe Verscheidenheden. Laatste Stuk’. 1902. |
|
1888. |
Gij grooten, wie Gij zijt, enz. Dichtregelen met handteekening (facsimile) ‘Oct. 1888’. Verkocht op een Bazar ten behoeve van de Haveloozen school te Utrecht, in November 1888.
Zie ‘Nog eens Winterloof’, bl. 42. |
|
1888. |
Het Eigen Pak. ‘Het Eeuwig Evangelie’. Chr. Maandschrift enz. No. 1. Utrecht, C.H.E. Breijer, 1888. |
|
1889. |
Bij het graf van Oberlin, op het kerkhof te Urbach in het Steinthal, Vogesen. Juli 1887. Almanak Magdalena, 1889.
Zie ‘Nog eens Winterloof’, bl. 7. |
|
1889. |
Een Woord over Jan van Foreest, Latijnsch Dichter. Versl. en Meded. der Kon. A.v.W. Afd. Letterkunde. 3e Reeks, Deel VI, 1889. Sedert opgenomen in Nieuwe Verscheidenheden. Laatste stuk 1902. |
|
1889. |
Voor de Behoeftige Blinden, bij de herdenking van het 25-jarig Bestaan hunner Werk-Inrichting (1864-89). Utrecht, 22 Oct. 1889. Afz. afdr. |
|
1889. |
Weet of Wacht. In ‘Asclepische Gentianen’, ten voordeele van hct Protest. Ziekenhuis te Nijmegen. Verzameld door Jacoba Mossel. Nijmegen, H.C.A. Thieme, 1889.
Zie ‘Nog eens Winterloof’, bl. 26. |
1889. |
Circulaire ten behoeve van de Chr. Normaalschool te Nijmegen. |
| |
| |
|
Januari 1889. Geteekend door de Directie en de Eereleden. (Gesteld door N.B.). |
|
1889. |
Bij Clara's graf. Afz. afdr.
Zie ‘Nog eens Winterloof’, bl. 62. |
|
1889 |
Toon, waar de Ellende roept, enz. Get. Nicolaas Beets. Verkocht op den Bazar te 's Gravenhage gehouden ten beh. v.h. Gesticht voor Epileptici te Haarlem. Februari 1889.
Zie ‘Nog eens Winterloof’, bl. 50. |
|
1889/90. |
Bloemlezing uit de werken van Mr. J.J.L. van der Brugghen. Bijeenverzameld, en waar het noodig is opgehelderd door Prof. Dr. N. Beets en Dr. A.H. Raabe. 2 deelen. 1889 en 1890. Nijmegen, Firma H. ten Hoet. |
|
1890. |
Noodlottig vuur vernielt, maar Heilig vuur herbouwt, enz. Dichtregelen in April 1890 verkocht op een Bazar te Apeldoorn voor een nieuw orgel na het, met de kerk verbranden van het oude. Niet herdr. |
|
1890. |
Nieuwe Verscheidenheden meest op Letterkundig Gebied. Tweede stuk. (Afz. titel ‘Poëzie in Woorden en andere Opstellen’.) Haarlem, Erven F. Bohn. 8o. |
|
1890. |
Tiende verjaardag van Prinses Wilhelmina. 31 Augustus 1890. Utrechtsch Prov. en Sted. Dagbl. op dien datum.
Zie ‘Nog eens Winterloof’, bl. 91. |
|
1890. |
Blinde Elze. (Enkhuizer Almanak 1841), Facsimile in ‘Losse Halmen uit 't Sticht’ verzameld voor het Nederl. gasthuis voor ooglijders der Universiteit te Utrecht. 1890. |
|
1890. |
Een Lied 13 December 1890. ‘Nu Riddertrouw gezworen’. Utr. Prov. en Sted. Dagbl. op dien datum.
Zie ‘Nog eens Winterloof’, bl. 105. |
|
1891. |
1 December 1890 op het Loo. ‘De Gids’ no. 1. Jan. 1891.
Zie ‘Nog eens Winterloof’, bl. 102. |
|
1891. |
Brokkelvloer van Rijmspreuken. Uitgegeven ten behoeve van den bouw eener Protestantsche Kerk te Valkenburg (L.). 's Gravenhage, Couvée. Gr. 8o. |
|
1891. |
Welkomstgroet. (Eerste en Tweede deel. Slotkoor). Muziek van Bernard Zweers. Plechtige begroeting van H.M. de Koningin Moeder met H.M. Koningin Wilhelmina in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. 20 Mei 1891. Amsterdam, J.H. de Bussy, 1891.
Zie ‘Nog een Winterloof’ bl. 115. |
|
1891. |
De Man van Smarten, de Heer der Heerlijkheid. Utrecht, J. Bijleveld. Gr. 8o.
Tweede druk ald. bij denz. Kl. 8o. 1892. |
|
1891. |
Met Vlag en Wimpel. Feestnummer v.d. ‘Vox Studiosorum’, bij gelegenheid van het LIste Lustrum van de Utr. Hoogeschool.
Zie ‘Nog eens Winterloof’, bl. 78. |
|
1892. |
Nieuwe Verscheidenheden meest op Letterkundig Gebied. 3e stuk. (Afz. titel ‘Everhardus Johannes Potgieter, persoonlijke herinneringen’.) Haarlem, Erven F. Bohn. 8o. |
| |
| |
1892. |
Nog eens Winterloof. (Gedichten 1887-1892.) Leiden, A.W. Sijthoff. Gr. 8o. |
|
1892. |
Eene Academlsche Rede onder de Fransche overheersching. Versl. en Meded. der Kon. A.v.W. Afd. Letterkunde. Sedert opgen. in ‘Nieuwe Verscheidenheden’. |
|
1892. |
Aan Maria Victoria, Prinsesse von Teck. 14 Januari 1892. Algemeen Handelsblad van 20 Januari 1892.
Zie ‘Nog eens Winterloof’, bl. 176. |
|
1892. |
Aan de Groot-Hertogin van Saksen-Weimar, op het eerste blad van het Album, ten geleide v.h. Nederl. Nationaal Huldeblijk der Groot-Hertogin aangeboden op H.D. Gouden Bruiloftsdag, 8 Oct. 1892. (Afz. afdr.)
Zie ‘Nog eens Winterloof’, bl. 182. |
|
1893. |
Woorden als Vertegenwoordiger der Regeering, en nog enkele kleine adviezen, o.a. over het woord ‘Sport’, in de Handelingen van het 22ste Ned. Taal- en Letterk. Congres te Arnhem, Augustus 1893. Arnhem, P. Gouda Quint, 1894. |
|
1893. |
Een Volksbloem. April 1893. Utr. Prov. en Sted. Dagblad. Zie ook hierover in De Amsterdammer, Weekbl. voor Nederland. De Volksbloem van Nicolaas Beets, 1893. En in het Avondbl. v.h. Alg. Handelsblad, 5 Mei 1893, ‘Van dag tot dag’. |
|
1893. |
‘Een brief van Prof. Beets’. Naar aanl. van Vereenvoudiging van onze spelling. Gedateerd 5 April 1893. Utr. Prov. en Sted. Dagbl. van 6 April 1893. Zie ook Prov. Overijsselsche en Zwolsche Ct. 8 April 1893. |
|
1893. |
Elkanders Leden. Nederl. Vereeniging ‘de Stuers’ en Kinderziekenhuis, 15 en 16 Nov. 1893. Red. Mevr. Snouck Hurgronje - Boreel en Jonkvr. Quarles van Ufford.
Zie ‘Dennenaalden’, bl. 28. |
|
1894. |
Als de dagen weer gaan lengen. (Naar Hermann Ling). facsimile in ‘Liefdegaven voor de Vereeniging tot verbetering van Armenzorg’. Maart 1894. J.H. den Daas, Goedestraat, Utrecht. |
|
1894. |
Tachtigste Verjaardag. 13 Sept. 1894. Afz. gedrukt bij J. van Druten (‘de Industrie’) te Utrecht.
Zie ‘Dennenaalden’, bl. 44. |
|
1894. |
Namaals Beter. Lettervers op zijn' naam, in ‘Dienende Liefde’ verkocht op een Fancy Fair ten voord. v.h. Ned. Herv. Diaconessenhuis te Arnhem, 1884-94. |
|
1895. |
Bij den Ingang van het jaar 1895. Utr. Prov. en Sted. Dagblad 1 Jan. 1895.
Zie ‘Dennenaalden’, bl. 57. ‘Ontaard niet’. |
|
1895. |
‘Aan onze jonge Koningin’, als boven Mei 1895. Afz. afdr.
Zie ‘Dennenaalden’, bl. 64. |
|
1895. |
‘Dankbare aanvaarding’ [van de ‘opdracht’]. Gedicht, in 't ‘Kriekende Kriekske’, Betuwsche gedichten, door B. van Meurs. 's Hertogenbosch, Maatsch. de Kath. Illustratie. |
| |
| |
1895. |
De Leidsche Pallas. Feestnommer ‘Minerva’ 18 Juni 1895.
Zie ‘Dennenaalden’, bl. 66. |
|
1896. |
In het Utrechtsch Prov. en Sted. Dagblad. 1 Febr. 1896. Ter nagedachtenis van Dr. Willem Gerard Brill (get. B.), en in hetzelfde blad van 31 Maart 1896, Ter nagedachtenis van J.P. Hasebroek. |
|
1896. |
Silo geopend. Zangen bij de inwijding van een derde gebouw voor Lijderessen aan vallende ziekte te Haarlem. Op 6 Oct. 1896’. Afz. afdr.
Zie ‘Dennenaalden’. bl. 158. |
|
1897. |
Bij de Beeltenis van H.M. onze nu Zeventienjarige Koningin. Afz. afdr.
Zie ‘Dennenaalden’, bl. 119. |
|
1898. |
Aubade. Op 7 Sept. 1898. Slotzang ‘Wilhelmus van Nassauwe’.
Zie ‘Dennenaalden’, bl. 145. |
|
1898. |
Bij de Kerkelijke Plechtigheid te 's Gravenhage. 9 Sept. 1898. I. Gemengd koor en II. Koor a Capella. I. ‘Nu laat ons allen Gode loven’. II. ‘O, Heer! die in den hoogen hemel troont’.
Zie ‘Dennenaalden’, bl. 146 en 147. |
|
1898. |
Brief (vertaald) aan L.C. van Noppen, vertaler van Vondel's Lucifer, in het Prospectus van: Vondel's Lucifer, transl. from the Dutch by L.C. van Noppen. Illustr. by John Aarts. MDCCCXCVIII. Continental Publ. Co. New-York en London. |
|
1899. |
Collectantendienst. (‘Wel hem, die 't huis des Heeren bouwt’, enz.). Facsimile met handteekening, 31 Maart 1899 in ‘De Collectant’, Orgaan v.d. Utr. Coll. Ver. (opgericht 9 April 1879). Bureau Loef bergmakerstraat 40. Utrecht. |
|
1899. |
De Boeren. Met muziek van L. Doortmont, Amsterdam, W. Kirchner, Rozengr. 55. Eerder verschenen in het Utr. Prov. en Sted. Dagblad, 7 Nov. 99.
Zie ‘Dennenaalden’, bl. 177. |
|
1900. |
Dennenaalden. Laatste Dichtbundel (1892-1900). Leiden, A.W. Sijthoff. Met ‘Winterloof’ en ‘Nog eens Winterloof’, vormende het 5e deel der ‘Dichtwerken’. |
|
1901. |
‘Een Feestlied van den Nestor onzer Vaderlandsche Dichters’. Ter gelegenheid van het Huwelijk van H.M. Koningin Wilhelmina (‘verkleinde facsimiledruk naar het handschrift van Prof. Dr. Nic. Beets’) ‘Eigen Haard’ Februari 1901. |
|
1902. |
Nieuwe Verscheidenheden meest op Letterkundig Gebied. 4de en laatste stuk. Haarlem, Erven F. Bohn. 8o. |
|
1902. |
‘Van wat in Africa geschiedt’, enz. 4-regelig gedicht (van 1900). Facsimile, verkocht op een Bazar ten behoeve van de Boeren. Heiloo 5-7 Maart 1902. |
| |
| |
| |
III. Vertalingen.
1838. |
José. Une Nouvelle par M. Nicolas Beets. Traduction libre et en prose. Arnhem, chez W.J. Kruyt. (Vertaler H. Veeckens te Arnhem). In Leydsche Studenten almanak voor het jaar 1843. |
1843. |
Op bl. 157-60 van het ‘Mengelwerk’. Ada of Holland, Canto IV, ‘From the Dutch of Beets’. |
|
1845. |
Extrait d'une lettre du Dr. N.B. Pasteur Néerlandais en tournée en Allemagne. (Een brief aan Hasebroek, buiten weten van N.B. gepubliceerd) in ‘Le Glaneur Missionnaire’ etc. Tome II, no. 12, Décembre 1845. |
|
1845. |
Vertaling van ‘Bij een Kind’, door Aug. Clavareau, in het ‘Journal de la Haye’. |
|
1846. |
A l'ombre d'un Enfant. (Aan een gestorven kind) in ‘Imitations de quelques fleurs de Poësie Hollandaise’ par J.L.A. de Jagher. Utrecht, J. de Kruyff. |
|
1848. |
Vasthi, in ‘Opuscules de Jeunesse’ par J. Kneppelhout. t. II. p. 365, Leyde. |
|
1852. |
‘Dessille mes yeux afin que je regarde aux merveilles de ta loi.’ (Ps. 119 v. 18) uit Stichtel. Uren in Archives Evangéliques 16e Année, no. 1.
La puissance de la Vérité. (‘De kracht der Waarheid’. Stichtel. Uren) in idem no. 9. |
|
1856. |
Fünf Predigten von N. Beets. (Stichtelijke Uren.) In ‘Zeugnisse des Evangeliums aus der Holländischen Kirche’. Predigten van Oosterzee's u.A. übersetzt u. herausgeg. von F. Meyeringh, cand. des Predigtambtes. Elberfeld, 1856, 2tes Heft. |
|
1857. |
Paulus in den wichtigsten Augenblicken seines Lebens und Wirkens. Biblische Schilderungen von Nicolaas Beets. Aus dem Holl. von C. Gross, Oberpfarrer in Homburg. Gotha, Verl. von Fr. Andr. Perthes. |
|
1857. |
Pécheur & Pharisien. Discours par ch.N. Beets, pasteur à Utrecht. Paris chez Grassart. (Uit de St. U.). |
|
1857. |
Recollection, in Studentenalmanak van Mutua Fides, Utrecht. Vertaling van ‘Herinnering’ (Neen, waan niet) door W.R. Thomson. Ook in: ‘Specimeus from the Dutch Poets, with original Poems’, by W.R.T. Utrecht, Dannenfelser, 1858. |
|
1858. |
Paulus, Bibelske Skilderinger af Nicolaas Beets. Paa Dansk. Kjöbenhavn. |
|
1858. |
Erbauungsstunden von Nicolaus Beets, Dr. Theol. u. Prediger zu Utrecht. In einer Auswahl uebersetzt u. herausgegeben von F. Meyeringh, Reiseprediger u. Agent der rhein. Prov. Aussch. für innere Mission. Mit einem Vorworte des Verfassers. Bonn, bei Adolph Marcus. |
|
1858. |
Die Entdeckung. (Vert. van ‘Ontdekkingen’, bl. 126, Korenbloemen) in der Dorf-Chronik. Feld. Buchhandlung. J.G. Eckerer. Fild. Grafsch. Moey. |
| |
| |
|
Das kurze Leben lang genug. Der Grafschafter. Beilage zur Dorf-Chronik no. 2 (St. Uren). |
|
1859. |
In ‘Anthologie Universelle, choix des meilleures Poésies lyriques de diverses nations dans les langues originelles’, par Joachim Gomez de Souza (Rio de Janeiro), Leipzig, Brockhaus, 1859, komen op blz. 839-857 stukken van Nederlandsche dichters voor, waaronder van Beets: Nederland. - Het Lied des Dooden. - Mijn Roos.
[Eigenlijk dus geen ‘vertaling’.] |
|
1860. |
Der Christ bei dem Krankenbett, door F. Meyeringh, Jahrbuch des Rh. Westph. Schriftvereins. 2er Jahrg. Bonn, bei Adolph Marcus. |
|
1861. |
Der Christ auf dem Krankenbett. Als boven 1861. |
|
1862. |
Das Krankenbett. Worte Christlicher Anleitung u. Ermahnung etc. von Nic. Beets, a.d. Holl. übers. und herausgeg. von F. Meyeringh. Mit einem Vorwort des Verfassers. Hamburg, Agentur des Rauhen Hauses. |
|
1865. |
Life and Character of J.H. van der Palm. D.D. etc. Sketched by Nicolaas Beets. D.D. translated from the Dutch by J.P. Westervelt. New-York. Hurd and Houghton. - Boston. E.P. Dutton & Co. |
|
1865. |
No room in the Inn. A Christmas Address. In ‘the Sunday’, edited by Thomas Guthrie. part III. Vol. II. Zie 1863. Vert. van ‘Voor henlieden geen plaats’. |
|
1869. |
L'inauguration du monument commémoratif. Metrische Fransche vertaling ten behoeve van het Corps Diplomatique, van de Feestcantate voor den dag der onthulling van het Nat. gedenkteeken van 1813. 's-Hage, Gebr. Belinfante. |
|
1871. |
Holländische Lieder, dem holl. Dichter nachgesungen. In E. Quandt ‘Von der Grünen Aue’. Neue Lieder. Berlin, bl. 164-203. |
|
1876. |
Zur Gedächtniss von Otto Gerhard Heldring. Hamburg, 1876. |
|
1880. |
Jesus Christus, Gestern u. heute und derselbe auch in Ewigkeit. (uit de St. U. Ve dl.) in ‘Der Saëmaun’, eine Wochenschrift für Mission in der Heimath u. häusliche Erbauung. Elberfeld, 3e jhrg. no. 18, 19, 20. |
1880. |
‘Was heisst in dem Herrn sterben?’ (Uit de St. U.) id. id no. 52. |
1880. |
‘Wenn unsre Kinder gross sind’, vertaling van mevr. Lina Schneider (Keulen) in ‘Vlaamsche Kunstbode’, 10de jaarg. 1880, afl. 1.
Hetzelfde op blz. 693 van ‘Geschichte der Niederl. Litteratur, mit Benützung der hinterl. Arbeit von Fr. v. Hellwald verfasst u. durch Proben veranschauligt von L. Schneider, Ehrenmitglied der Maatschappij der Nederl. Letterkunde. Leipzig. Verlag von Wilh. Friedrich. K. Pr. Hofbuchhandlung. |
1881. |
Reich in Gott. (Uit de St. U.) in Der Saëmann (zie boven) no. 4. |
1881. |
Die Grosse Entscheidungswahl. (Uit de St. U.) in id. id. no. 44, 45. |
1895. |
Vertaling (van de hand des Dichters) van ‘Blondlokkige, die op den ijsberg troont’, op bl. 147 van ‘Story of the Life & Aspirations of L.R. Koolemans Beynen (a Young Dutch Naval Officer) |
| |
| |
|
by Charles Boissevain. Tranls. into Engl. by M.M. - London, Sampston Low, Marston, Searle & Rivington. Brown Buildings 188. Fleet Street. 1885. |
|
1890. |
When little folk grow bigger. ‘Engelberg’ and other verses by Beatrice L. Tollemache. London, Percival & Co., 1890. |
|
1892. |
To Mary Victoria, Princess of Teck. Translated from the Dutch of Prof. N. Beets D.D., by Margaret Denholm Young. Edinburgh, April 1892. In ‘The Kings' Own’ a Monthly Magazine ed. by John Urquhart. London. J.F. Shaw & Co. Paternoster Row. 48. Ook in ‘The Baptist Banner’. March 1892. Sausome Walk. Baptist Church. Worcester. |
| |
Vertalingen uit de Camera Obscura.
In het Fransch.
1856-60. |
Léon Wocquier. Scènes de la Vie Hollandaise, Paris. Michel Lévy frères, 1856. Nouvelle édition Calmann Levy, 1858. (Bevat: Fam. Kegge. - Gerrit Witse. - Een oude kennis. - Fam. Stastok.)
Le même. La Chambre Obscure, Paris, Michel Lévy frères, 1860 (bevattende de overige stukken). Zie de Voorrede voor de 6e Uitgave, en in de volgende uitgaven herhaald. |
1856. |
Alphonse Esquinol. ‘La Néerlande et la Vie Hollandaise.’ Revue des 2 Mondes. 1 Mars 1856, p. 153-159. (Het Diakenhuismannetje.) |
|
1858. |
‘Nederland en het leven in Nederland geschetst’, naar het Fransch, door N.S. Calisch, Amsterdam, Binger, 1858, 8o. |
|
1866. |
Le Moniteur Universel 1866, Vertaling van de fam. Kegge. |
|
1881. |
Les petites tablettes d'un Octogénaire, Revue Mensuelle, 1881, no. 1, Breda. (Hollandsche jongens. ‘Les gamins [!] Hollandais.’). |
|
1883. |
Gazette des Touristes 1883. (Vert. van ‘De Jager en de Polsdrager’). |
|
1888. |
Mlle S. Rigoulet, ‘l'Histoire de Jean’. Revue Chrétienne. N. Série. T. IV, no. 5, Mai 1888. |
|
1888. |
Revue Bleue (Politique et Littéraire), no. 5. Août 1888. Tome 42. Directeur M. Alfred Rambaud. ‘Nikolaas Beets, dit Hildebrand, la Camera Obscura’, par M.S.A. van Raalte. |
|
1890. |
Hildebrand (Nicolas Beets), Camera Obscura, suivie de Poésies diverses. Trad. inéd. du Néerl. par Charles Simond. Nouvelle Bibliothèque Populaire no. 187, 1890. Paris, H. Gautier. |
| |
In het Engelsch.
1854. |
M.P. L[indo] in Fraser's Magazine, No. CCC. 1854 December, p. 672-676. (Keesje.) |
| |
| |
1856. |
Chamber's Journal 1856, 16 Aug., No. 137 ‘A Dutch Novelist’, waarin overzicht Familie Kegge. Met vert van enkele gedeelten. 1860. |
|
1860. |
In hetzelfde blad. 21 Jan. 1860. ‘Keesje’. |
|
1877. |
The Country. (Een Tijdschr. voor Jacht en Visscherij) 1877. ‘The Leyden Eelbobber’. Door J.I. Lockhart. |
|
1891. |
The Ladder, June 1891. James Mackinnon, ‘Dutch Humour’ the ‘Camera Obscura’ of Hildebrand. Hetzelfde en eenige andere st. in: Leisure Hours in the Study. London. T. Fisher Unwin. 1897. |
|
1892. |
The Modern Church. (Een Schotsch blad), 5 May en 12 May 1892. Rev. James Ballingal. ‘Tony, a Tale of the Dunes’. |
| |
In het Italiaansch.
1879. |
La Camera Obscura di Hildebrand. Versione prima dell' Olandese del Prof. Giov. Antonioli. Parte prima. Novara, Fratelli Miglio, 1879. |
| |
In het Hongaarsch.
1884. |
Távoli barátok. (Verre Vrienden.) In het Hongaarsche Weekblad Közérdek, No. 46, 47, 48, 1884. De vertaler is Nagy Zsigmond. |
| |
In het Duitsch.
1857-58. |
Der Wanderer. (Staatkundig Dagblad) 1857/8. ‘Die Familie Kegge’, ‘Gerrit Witse’. Vertaler Bruno Bucher. |
? |
Mussestunden. (Weekbl. aan fraaie letteren gewijd). ‘Een oude kennis’. Vertaler? |
|
1862. |
Dr. Alb. Wild. Die Niederlande, Ihre Vergangenheit u. Gegenwart. II Band. ‘Gerrit Witse’. Unterh. Zugabe. S. 463-525. (Zonder vermelding van den Auteur bij naam of pseudoniem). |
|
1864. |
Westermann's Illustrirte Monathefte. No. 99. Braunschweig Dec. 1864. ‘Die Familie Stehstock’. S. 252 u.f. |
|
1864-65. |
Europa. Chronik der gebildeten Welt, No. 50. Leipzig 1864. ‘Niederländische Charaktere’ (L. Peueraar. Veerschipper. Mark. Visscher.
Idem. No. 4. Leipzig 1865. ‘Niederländische Skizzen’. (Huurkoetsier. Baker. Schippersknecht.) |
|
1865. |
Elberfelder Zeitung, 1865. No. 105-130. ‘Die Familie Kegge’. De vertaler is Dr. Wilhelm Fischer. |
|
1865. |
Niederländische Novellen. Braunschw., Vieweg u. Sohn, 1865. ‘Kegge’ en ‘Stastock’. Vert. door Dr. Adolf Glaser. |
|
1869. |
Die Debatte. 20-27 Juni 1869. Wien. ‘Ein unangenehmer Neffe’. Vert. door F. von Hellwald. Door denzelfden in hetz. blad. 3 Apr. 1869. ‘Unser Fortschritt’. |
|
1870. |
Gartenlaube. No. 9, 1870, S. 134-137. In ‘Holländische Leute’ von Karl Braun (Wiesbaden), no. 1. Het laatste gedeelte: ‘Ein holl. |
| |
| |
|
Gesellschaftszimmer’ S. 136/7. hiervoor is alles ontleend aan ‘Er komen menschen op een kopje thee’ enz. uit de ‘Fam. Stastok’. |
|
1873. |
St. Johanner-zeitung. 1873. 28-31 Oct. ‘Der Jäger Anton’. Vert. door Dr. Wilh. Fischer. |
|
1874. |
Alte und neue Welt. Gebr. Benziger, VIII, 1874, 7tes Heft, p. 313. ‘Die Familie Kegge’, dem holl. von J.J. Cremer [!] nacherz. von W. Lange. Hetzelfde stuk van dez. hand in Universal-Bibliothek, Leipzig, Philipp Reclam Jr., no. 648. |
|
1876. |
Saar u. Blies-Zeitung. 1876. No. 121-143. Familie Kegge, door Wilh. Fischer. Zie Elb. Ztg. 1865. |
|
1881. |
Nachrichten. Zugleich amtlicher Anzeiger der Bürgermeisterei Fried-richsthal-Bildstock, no. 50, 12 März. (Noord-Holl. Boer), no. 52. 26 März (Schippersknecht). |
|
1883. |
Elberfelder Zeitung. 19 Nov. 1883, no. 320 en volgg. ‘Familie Kegge’. Vert. door Ernest Keller. |
|
1890. |
Deutsche Lehrer-Zeitung. 3 Jahrg. 1890, no. 17-26 incl. ‘Der Jäger, aus dem holländischen von C. Senden.’ In no. 23 gaat echter, zonder waarschuwing, de vertaling in eigen werk van den vertaler over. Zie N. Rott. Ct., 4 Mrt. 1890, vertaling Dyserinck. |
|
1893. |
Deutsche Wochenzeitung in den Niederlanden. M. Schooneveld en Zn., Amsterdam Nrs. 5, 6 en 7. Febr., März, 1893. ‘Ein Concert’, vert. door A. Prell. |
| |
In het Volapuk.
1891. |
‘Pesevan Elsik Sembal, se el Camera Obscura fa Hildebrand’ enz. (Een Oude Kennis, uit de C.O.v. Hildebrand) in 't Volapük vert. door Dr. H. van de Stadt. Arnhem, De Muinck en Co. 1891, gr. 8o. |
| |
In verzen nagevolgd.
1892. |
Geïllustreerd Volksblad voor Nederland. Rotterdam, Van Sijn, 24 Maart 1892. ‘De Wind’. Vrij gevolgd naar Hildebrand. Een Gedicht van Johanna. |
In 1895 verscheen: Vermetel vervolg en slot van Gerrit Witse. Een vriendelijke, gemoedelijke provocatie aan Hildebrand, van Gelrus. Nijmegen, Firma H. ten Hoet, 1895. |
|
‘De Familie Kegge’ werd voor het tooneel bewerkt door Willem van Zuijlen en ook door den Heer W.N. Peypers. 1890. |
|
In ‘Hôtel Wittebrood,’ Kluchtspel in twee bedrijven door J. Huf van Buren. Tiel, Wed. D.R.v. Wermerkerken, 1876, worden personen uit Stastok en Kegge ten tooneele gevoerd. |
| |
| |
| |
IV. Gedichten op Muziek gezet.
1833. |
Onze Vlag, ‘Hoog voor 't oog der aardsche volken’. Met muziek van Kist, verschenen bij Dozy, te Leiden. Met muziek van Richard Hol in het album, op 13 Sept. 1884 aan N. Beets aangebod en. |
|
1836. |
Lied, ‘Zeg niet de vreugde enz.’, door J.J. Viotta, Med. Stud. In den Leidschen Studentenalmanak. |
|
1837. |
Eene oude romance vernieuwd. ‘Het daghet uit den Oosten’, met vernieuwing der Muziek door J.J. Viotta, in De Gids, no. 5. |
|
1837. |
Romance, ‘Als 't viooltje in 't lindelommer’, door J.J. Viotta, in den Studentenalmanak. |
|
1838. |
Afscheid, ‘Een laatste toon moet klinken’ enz., door J.J. Viotta, in den Studentenalmanak. |
|
1859-60. |
De Ridder van St. Jan, door G.J. van Eijken.
Nachtegaal, door J.B.H. Bremer. Zijnde no. 6 en 9 in ‘Swelingh’, jaarboekje aan de Toonkunst in Nederland gewijd, onder Red. van J.J. Viotta. Voorz. van een aanhangsel door R. Hol. 1859-60. Amsterdam, Gebr. Binger.
‘Had ik uw adem, nachtegalen’, door H.J. van Lummel.
In Kinderharptonen. Zangbundeltje voor Chr. Scholen, Zondagsscholen en Huisgezinnen. Verz. verv. of gezet door J.C. de Puy, Hoofdonderw. Chr. Sch. te Sexbierum. Uitgeg. ten voord. van de vereeniging Johannes. Tweede druk. Nijmegen. P.J. Milborn. 1890.
Op bl. 48 en 49 Lente. Melodie H.J. van Lummel. Harmonie J.C. de Puy. Een noot bij den titel vermeldt: Deze melodie is door wijlen onzen geliefden broeder H.J. van Lummel vervaardigd op ‘Lente’ van Dr. N. Beets. Daar de uitgever mij weigerde dit versje in dit bundeltje op te nemen, is er een imitatie v.d. tekst geleverd door onzen broeder Z. K[oolsbergen], die daarin o.i. gelukkig geslaagd is. |
|
1860. |
Elia op Horeb, door F. Coenen, uitgevoerd op het Muziekfeest te Arnhem. |
|
1860. |
Hollandsch Lied, ‘God zal met ons en Holland zijn’, voor Alt of Bariton m. beg. v. Piano, door K.A. Craeyvanger. Leiden, bij D. Noothoven van Goor. |
|
1861. |
Het Breistertje, door K. Hutschenruijter. No. 11 van ‘de Salon’. Populaire uitg. van nieuwe Compositiën. Rotterdam, bij H. Nijgh. |
|
1868. |
Een Nederlandsch Lied, ‘O Nederland mijn vaderland’, door D.W. Roobol, voor zoover bekend niet uitgegeven.
Hetzelfde, door W.F.G. Nicolaï, voor zoover bekend niet uitgegeven. |
|
1869. |
Feestcantate 17 November 1869, door W.F.G. Nicolaï, te Utrecht, bij Louis Roothaan. |
|
1871. |
Aan een Bruid, ‘U zeegne God’, voor Zang en Piano op muziek gezet door J.C. Boers, en opgen. onder de Nederl. Zangstukken |
| |
| |
|
uitgegeven door het Alg. Best. v.h. Willemsfonds, te Gent, bij W. Rogghé, 1871. |
|
1872. |
Kerstavond, troost der armen, door J.J. van Krieken, te Amsterdam, bij W.H. Kirberger. |
|
1878. |
Vaderlandsch lied, ‘Blijf één, blijf één, mijn Vaderland’, door J. de Haas, voor zoover bekend niet uitgegeven. |
|
1878. |
Serenade, Mart. J. Bouman, Arnhem, van Mastrigt. |
|
1878. |
Kerstzang, ‘Laat ons met de Herders gaan’, door G.A. Heinze, te Amsterdam bij W.H. Kirberger. |
|
1884. |
Vier gedichten van Nicolaas Beets, voor eene zangstem met klavierbegeleiding. Scheiding. Mijn Hof. 't Viooltje. Maartje van Schalkwijk. Gecomponeerd en den dichter op 13 Sept. 1884 toegewijd door Richard Hol, te Leiden, bij A.W. Sijthoff. |
|
1885. |
Het Tranenkruikje, no. I van Drie Liederen door J.C.M. van Riemsdijk, te Leiden bij A.W. Sijthoff. |
|
1885. |
Aan mijn Volk, ‘Mijn volk, mijn eigen dierbaar volk’, door Martin Bouman, voor zoover bekend niet uitgegeven. |
|
1886. |
Feestcantate bij de viering van het 250-jarig bestaan der Utrechtsche Hoogeschool, door Richard Hol, te Utrecht bij H. Rahr. |
|
1886. |
Vaderlandsch lied, ‘Blijf één’, door H.A. Bender, te Deventer, bij A.J. van Sigtenhorst. |
|
1888. |
‘Blijf één’ door Alex W.A. Heijblom, te Rotterdam, bij W.F. Lichtenauer. |
|
1889. |
Najaarslied, ‘Ik ken geen schooner kleuren’, door Gerarda van Mens, te Rotterdam, J.M.W. Waanders. |
|
1890. |
‘Julfert Joosten’, door Ant. Averkamp, Elsevier's Geïll. Maandschrift, 19 Maart 1890, opgedr. aan Joh. I. Rogmans. |
|
1890. |
Ik zag mijnen heere van Valkenstein, uit het Westfaalsch dialect overgezet door N. Beets, no. XXIII van ‘Vierentwintig liederen uit de 15e en 16e eeuw’, door J.C.M. van Riemsdijk, bij den Algem. Muziekhandel te Amsterdam en bij Breitkopf en Härtel te Leipzig. |
|
1891. |
Welkomstgroet voor Koor en Solostemmen. I. ‘Hoe klopt het hart, waar de oogen u ontmoeten.’ II. ‘Nu Riddertrouw gezworen.’ Woorden van N. Beets. Muziek van B. Zweers, gezongen bij de ‘Plechtige Begroeting van H.M. de Koningin-Regentes met H.M. Koningin Wilhelmina, in de Nieuwe Kerk te Amsterdam’, 27 Mei 1891. |
|
1891. |
‘Nu Riddertrouw gezworen’, door Theod. J.L. Senecaut, te Eindhoven bij P.E. Piere-Bijsterveld. |
|
1891. |
Hetzelfde, ‘Koninginnelied’, door W.F.G. Nicolaï, in het Muzikaal Tijdschrift Cecilia, en te 's Gravenhage bij G.H. van Eck. (Ook verschenen in het Nieuws van den Dag van 5 October 1891. |
| |
| |
1891. |
Kerstzang, ‘Het feest van de onverwinbre Zon’, door Corns. Immig Jr., in Geïllustreerd Volksblad voor Nederland, bij D. van Sijn en Zoon, te Rotterdam. |
|
1891. |
‘Een Lied van Bloemen’, en ‘Bloemendaal’ - op muziek gezet door Jozef Huijbrechts. Leeraar aan de Muziekschool te Antwerpen. |
|
1892. |
De Nachtegaal, ‘Zijt mij gegroet’, door S. Brons, te 's Gravenhage bij G.H. van Eck. |
|
1892. |
Wilhelmus van Nassouwe, woorden van N. Beets, gezongen bij de eerste steenlegging van het nieuw Universiteitsgebouw te Utrecht. Oorspronkelijke zangwijze, klavierzetting van Richard Hol, bij H. Rahr te Utrecht en Brussel. Ook opgen. in het Nederl. Volksliederenboek, samengest. door D. de Lange, J.C.M.v. Riemsdijk, G. Kalff. Amsterdam, v. Looy, 1896. |
|
1892. |
Kerstfeest. ‘Laat ons met de herders gaan’, door G. Antheunis (met bijvoeging van franschen tekst door den componist) te Gent, bij Vrw. G. Beyer. |
|
1894. |
Zaansch Liedeke, door C. Andriessen jr. te Hilversum, bij Joh. Gerardts & Comp. |
|
1894. |
Hetzelfde, door J.J. Smedes. ‘Ernst en Luim, 10 Liederen voor mannenkoor’. Groningen, W. Wolters. |
|
1894. |
Hetzelfde, voor eene zangstem met piano-begeleiding, door A. Lijsen. Rotterdam, Lichtenauer. |
|
1894. |
Oost West, thuis best, door C.A. Wulffraat Jr. |
|
1898. |
‘Nu laat ons allen Gode Ioven’, door Arnold Spoel, bij G.H. van Eck te 's Gravenhage. |
|
1899. |
De Fakkels, door Joh. Berghout, voor zoover bekend niet uitgegeven. |
|
1899. |
De Boeren. L. Doortmont, organist te Amsterdam. Amsterdam, W. Kirchner. |
|
1897. |
Dat blijft zoo, (liedeken) door Richard Hol, in Nieuw Vaderl. Liederboek Eene verzameling oude en nieuwe liederen voor het Nederlandsche volk, bijeengebr. door R. Hol. Groningen, P. Noordhoff, 1897. In ditz. bundeltje ‘Wilhelmuslied’. Zie 1892.
Kerstzang, voor gemengd Koor, door A.H. Koopman, 1888.
Christus Hemelvaart, door G. van der Vlies, 1900.
Oost West, thuis best, door Ph. Loots, 1902.
Deze drie in verschillende Nrs. van ‘De Lofstem’. Bond van Nederl. zangvereenigingen in Nederland.
Anneke. Gedicht van Dr. N. Beets, muziek van Joh. Berghout. Lied voor eene zangstem met beg. van viool en piano. 13 Sept. 1901.
Bede. (‘Daal in de harten’.) Gedicht van Joh. Berghout, voor driestemmig vrouwenkoor a Capella.
Een Lied van Bloemen, door G. van der Vlies. No. 8 van ‘Liederen voor eene zangstem met piano’. 's Gravenhage, Weygand & Comp.
‘Pluk de blanke Windekelken’, door Dr. E.D. Pijzel. In het album, |
| |
| |
|
op 13 Sept. 1884 aan N. Beets aangeboden. Voor zoover bekend niet uitgegeven. |
|
Jongelingschap. Muziek van Bern. J.A. Rehl. Voor zoover bekend niet uitgegeven. |
In Feestbundel door S. de Lange, Koorstukken ten dienste der Chr. feesten, met en zonder begeleiding. Jacques Dusseau & Co. Amsterdam-Kaapstad, zijn opgenomen van N. Beets: Kerstpsalm. - Kerstfeest. - Simeon. - Simeon's Lofzang. - Palmzondag. - De Gestorvene. - Hemelvaart. - Bede.
In Christelijke Gezangen der Hersteld Luthersche Gemeente Nrs. 33, 65, 66, 76, 111, 144, 148, 205, 325 en 457.
In Christelijke Gezangen, bijeenverzameld ten gebruike van de Vlaamsche Evangelische Kerk in België, Nrs 4, 59 en 61.
In Gezangen ten gebruike der Doopsgezinde Gemeenten, Nrs. 3, 127 en 146 (met wijzigingen).
In Christelijke Gezangen, uitgegeven door en voor rekening van de Synode der Evangelisch Luthersche Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden. Nrs 49, 179, 192, 202, 275.
In Godsdienstige Liederen, uitgegeven door en voor rekening van den Nederlandschen Protestantenbond, Nrs 15, 80, 90, 91, 110, 149, 204, 216, 217 (veelal met wijziging).
In den Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen, Nrs 193, 201, 224, 229 en 232. |
|