86 | waard gastheer; nis zacht; vilsen boosaardig; wis twijg; de roe lag in de pis wachtte harde kastijding |
87 | medicijn dokter |
88 | schroeven drinkgelagen; gelas glas |
90 | baggen ringen |
91 | vijs kwaad; vrekken hebzuchtige; slacht lijkt op |
92 | beslag zaak |
93 | tochten hartstochten; zifte zeer fijne zeef |
95 | kraan kraanvogel; ranken streken; uitslag buitensporigheid |
96 | tochten hartstochten; krevel seksuele opwinding; deun strak |
97 | bevang behuizing; zonderlinge speciale |
98 | geral gezwam |
99 | beslag bijzonderheid |
100 | pijnen moeite getroosten; plichtig ongeval ziektes |
101 | latou latuw |
102 | lossen hoop waardeloze groep; ranken ondeugden |
106 | borst kledingstuk |
107 | veil losjes |
108 | jok grap; bezet bezadigd |
109 | onbeschofte plompe |
111 | jokken dartelen; beslag werk |
112 | praam knelling; medicijnen dokters; tochten begeerten |
113 | eigen wit eigenlijke bestemming; malvezij zoete wijn |
114 | wicht kind |
115 | jok gekheid |
116 | belend bezit |
117 | jok vrolijkheid; beslag gebeuren; toppen tollen |
119 | billen slaan; wicht kind |
122 | moeder baarmoeder; wit bedoeling |
123 | geklap roddel; nijd jaloezie |
124 | tochten begeerten |
125 | bortelt komt voort; kwelen kwellen |
126 | gezelschap partner; even zelfs |
127 | uitgekoot uitgespeeld |