Mag 't een ietsje meer zijn(1983)–S. Carmiggelt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 344] [p. 344] Verspreide gedichten (1975) De missionaris Een minnestreel des geloofs, met harde handen en gele schoenen als een badplaats-Lebemann. Hij heeft een blik, die heel ver staren kan. Wat g'loven ze - de negers aan de stranden, waar hij kwam mededelen, hoe 't voortaan moet? Hij zit zo lenig en de bandeloze gloed van zon en wijn is nauwelijks bedwongen, in 't corpus, moeizaam in het zwart gewrongen. Misschien deed hij wel mee aan 't koppensnellen en dronk met smaak des vijands dampend bloed. Vér is zo'n eenzaam eiland en wat men er doet kan men, per slot, alleen maar zelf vertellen. Hier prikt hij in de klok - dan keert hij t'rug. Tien woeste vrouwen wachten stralend op de klip en menig lenig kind, ontsproten aan zijn rib, rent voor dééz' pa het woud in, bang en vlug. Vorige Volgende