Mag 't een ietsje meer zijn(1983)–S. Carmiggelt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De Nuts-lezer Een trein sleept hem naar 's werelds end. Daar gaapt een holle zaal al prematuur. De zorgelijke heren zijn van het bestuur en zeggen: ‘Hoofdzaak is, dat u er bent.’ De oude dames zitten altijd graag vooraan. Daar druilen ook een paar notab'le mannen, die liever, op de soos, de boog hadden ontspannen. Maar zonder hen zou het hier toch niet gaan. De secretaris acht het nu acht uur en zie - de spreker klimt op zijn schavot en zaagt de stilte met zijn stem kapot. Hij weet, hij is vervelend op den duur. [pagina 91] [p. 91] Maar als het traag debat mevrouw Van Peet weer even indirect heeft doen ageren, tegen menéér Van Peet, die in de lager sferen van 't café, bij bier, mevrouw Van Peet vergeet, is het weer tijd van incasseren en van gaan. In het hotel heeft eenzaamheid een onbeslapen bed. Bij God - de duivel heeft dit alles opgezet! Hij sluit zijn ogen. Morgen naar Oostzaan. Vorige Volgende