De wereld wenkt
Baden in Stockholm
Hoewel Stockholm een hoogst zindelijke stad is, wordt men er op den duur toch
vuil. Ik begaf mij derhalve naar een groot, gemeentelijk badhuis en beval een
kuipbad, daar het befaamde Zweedse bad neerkomt op een proces tussen
verschroeiing en mishandeling, waarvoor ik pas. Nu moet men in vreemdtalige
badinrichtingen altijd een beetje uitkijken: men kent er de gewoonten niet,
opent verkeerde deuren en loopt daardoor de kans, ontkleed de huiskamer van de
concierge of het kantoor van de directeur binnen te treden, wat bij geen enkele
nationaliteit in de bedoeling kan liggen.
Zo heb ik in Parijs, waar ik voor het eerst van mijn leven een Turks bad nam,
geruime tijd naakt in een kil vertrek gestaan, waar wel veel fauteuils, maar in
het geheel geen mensen aanwezig waren. Mijn groeiende vrees, dat ik, tengevolge
van een misverstand aan de cassa, in een openbare leeszaal terecht gekomen was
en me dus wellicht beter niet had kunnen ontkleden, werd nog aangewakkerd, toen
na ongeveer tien minuten een heer in rok verscheen, die mij vroeg wat ik daar
deed. Ik antwoordde, dat ik een Turks bad aan het nemen was, waarop de man mij,
onder het openen van verscheidene deuren, naar een andere vleugel van het gebouw
geleidde, waar zich tot mijn verlichting verschillende personen ophielden, die
in dezelfde toestand verkeerden als ik.
De lezer zal begrijpen, dat ik mij, na deze ervaring, liever beperkte tot een
kuipbad, dat van de Nederlandse bader minder technische en folkloristische
kennis vereist. Inderdaad geraakte ik na enig zoeken in een kamertje, waar een
kuip vol warm water reeds op mij stond te wachten. Twee minuten later zat ik er
in, greep naar de zeep en maakte mij juist op, een van onze mooie, Nederlandse
badliederen aan te heffen, toen de deur van het hokje werd geopend en een
bejaarde juffrouw binnentrad.
Zij knikte mij bemoedigend toe en hield daarop in de Zweedse taal een korte, niet
geheel duidelijke redevoering tegen mij. Aannemende, dat het haar op den duur
wel duidelijk zou worden, dat het kamertje al bezet was, ging ik door met mijn
zeep, maar zij liet zich niet uit het veld slaan, kwam naderbij en wees
voortdurend in het water, waardoor