3. Een gast uit Holland
Tuut! Tuut! Er stopt een auto voor de poort. De kinderen rennen naar buiten. ‘Oom Tonie! Dag oom Tonie!’ roepen ze. Oom Tonie en een meneer stappen uit. Mama en tante zijn ook naar buiten gelopen.
‘Mi mama! Kijk wie is gekomen!’ roept tante Sonja verrast. ‘Maikel mi boy. Wanneer ben je gekomen?’
‘Ik kom net van Zanderij. Maar laat me nu eerst mijn nichtjes groeten. Geven jullie oom Maikel een brasa. Ik ben je oom uit Holland. Zo, helpen jullie nu allemaal om mijn bagage binnen te brengen.’
Mama pakt een grote blauwe tas, Suzie tilt een gele zak. Anja heeft in haar hand een zware jas. Oom Tonie tilt een grote doos naar binnen. Oom Maikel heeft veel lekkers meegebracht voor het feest van opa. De meisjes mogen helpen uitpakken.