1. Uit school
‘Suzie, je bent gehaald!’ zegt Juf.
‘Dag, Juf!’
‘Dag, Suzie!’
Suzie huppelt de klas uit. In haar linkerhand zwaait haar schooltas en in haar rechterhand de plastiek stroopfles. Het is weer vrijdag, de laatste schooldag van de week. Suzie loopt naast haar moeder op het trottoir. Ze vertelt over haar vriendinnen in de klas en over de juffrouw.
Maar wat is dat nu? Mama loopt een andere straat in. ‘Hee, zo gaan we niet naar huis! Waar gaan we naar toe, ma?’ ‘We gaan naar tante Sonja. Je moet je netjes gedragen straks. Ik moet tante helpen, want ze heeft veel werk te doen.’ Suzie belooft dat ze heel lief zal zijn. Tante Sonja is de zuster van mama. En tante Sonja heeft een dochter. Anja heet ze. Zij is een jaar ouder dan Suzie.