Stichtelijcke rijmen(1660)–Dirk Rafaelsz. Camphuysen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 535] [p. 535] Op de Doodt van den Stichtelijcken Rijmer D.C. Kamphuysen, wiens de Werelt niet was waerd, Is, door de doodt gevelt, bestelt ter aerd: Hoe-wel hy Gode leeft, die door sijn kracht Hem t'sijner tijdt sal trecken uyt 's doods macht: En geven 't leven, dat onsterffelijck Den Christ'nen eygen is, end' erffelijck. Int 't leven was hy tot de Deugd een licht, En na sijn doodt noch met dees Rijmen sticht, En stichten sal, soo lang daer yemandt leeft Die sin en lust tot Deugd en Dichten heeft. Vorige Volgende