Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stichtelijcke rijmen (1660)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stichtelijcke rijmen
Afbeelding van Stichtelijcke rijmenToon afbeelding van titelpagina van Stichtelijcke rijmen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.91 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stichtelijcke rijmen

(1660)–Dirk Rafaelsz. Camphuysen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 519]
[p. 519]

Register.

A

ALderlieflijkste liefde,187
Over Psalm CXLVIII. 
Al die woond in 's Hemels troonen,411
Alleen niet 't kruys van Godes Zone,244
Psalm CXVII. 
Alle ghy Volcken.481
Schadelijckheyd der Valscher tongen. 
Als de hooge nood, by tijden,112
Over Psalm XXIII. 
Als een Harder zijne schapen,101
Een nodigh. 
Al 't oud en 't zelf; altijdt (zegd ghy) &c.107
Alwaer men zich niet 't een en al,339
Toeverlaet der Rechtvaerdigen onder 't Nieuwe Verbond.103.104.106.
Al wie Godzaliglijk na Christi wil, &c.103
Middelen tot heyl en deugden. 
Ay my! wat plagen.15
De Broederlijke Eendracht, &c.417. 420. 423.
Over den CXXXIII. Psalm. 
Ay! zie eens hoe bequaem is 't.417

B

Tegen 't geestigh dom der Schilderkonsts straf rijmen, of, Idolelenchus. 
Beeld-rijke Schilder-hand,276
Begeerd gy dat des werelds quaed.348
Wel doen en vrolijk zijn. 
Benaude mensch die by 't veelvuldigh lijden.43
Psalm XVI. 
Bewaerd my God.428
[pagina 520]
[p. 520]

D

Vyt den Psalm CXXXIX. 
Daer en is niet in mijn leven,404
Daer moet veel strijds gestreden zijn.516
Van volmaekte regering. 
Daer word gereden-zift.136
Psalm CXXXVI. 
Dankt den Heer al watter leefd,492
De alderhoogste eer die een Veld-heer beleefd,516
De Eendracht door Gods geest,420
Over Psalm CX. 
Dees groote woorden sprack Israëls macht,130
De Geest en kan in 't kruys,104
Over de 3. laetste vers. des CXXXVIII Psalms. 
De Heere zit wel hoogh,330
De keur is groot van deze twee,352
De Kroon is niet zoo waerd en zoet,34
't Lof van Liefde.184. 187. 189. 193. 196.
De Liefde voortgebracht,184
De mensch die niet in 't quaede gantsch verzopen,86
Deughdeloosheyds ellend. 
De Mensch door al zijn leven,49
Over den XIV. Psalm. 
De Menschen die een Godheyd noemen,349
De Mensch in 't quaed door qua' gewoont,84
De Mensch wiens hert,89
God de wraeck,& c. Begrepen in een korte uytlegging eeniger Psalmen Davids. Over den LXXIII. Psalm. 
De Vyand magh te velde zijn,321
[pagina 521]
[p. 521]
Nodiging tot deugde. 
De zoete Meereminne,3
Aen J.G. over zijn Idolelenchus of, Beelden-straf. 
Dichter ,die de blinde Wereld,268
Deugds Middel-pad. 
Die door des werelds woeste baren,165
Die 't al met reden eyscht,91
d' Autheur aen N.N. 
Dit langh (door ziekt' vertraegd)40
Goddelijk ontzagh. 
Doe Israël, na veel slavens,109
Raed tot toorn. 
Door eygen liefdes opgeweckt,251
Dus aenving ik vast met vreugde.19

E

Psalm XLIIII. 
Een alzoo oude fame.439
Een Christen als hy bid om recht,354
Een Christen als hy in zijn gezicht,326
Een Christen die Godt zuyver mind,329
Een Christen die ootmoedigh leefd,330
Psalm XLII. 
Een dorstigh hert dat voor de honden vlied,327
De wijse Koopman, of van de ware verzakinge zijnes zelfs.82. 84. 86. 89. 91.
Een Koopman, die het eel gesteent beminde,82
Wel doen en vrolijk zijn. 
Eer gy, vriend van hier vertrekt,37
Spels mate 
Elk heeft zijn byzonder drijven,163

G

Psalm CXXII. 
Gedenk doch, Heer aen David,490
[pagina 522]
[p. 522]
Psalm CVI. 
Geeft lof en dank aen onzen God,465
Ondoodelijken dood. 
Gelijk de Salamander in 't vier kan sweven,140
Psalm CXXVIII. 
Gelukkigh boven maten,484
Ongelijcke stand der Vromen en Goddeloozen. 
Uytbreyding over Psalm 1. 
Gelukkig wiens gemoed noch goddeloos, &c.52
Gewillige patientie, of, lijdens remedie. 
Getrouwe herten, die nu lijd,308
Besluyt-(Lied van de Liefde) 
Ghy die de liefd onmogelijck acht te zijn,196
Toe-eygen rijm aen de nieuwel. in Christelijke deugden. 
Gy die uyt 's werelts droom ontwaeckt. in't begin van't boeck d'eerste zang op noten. 
Lijdtzaemheyd erinnering.199. 203. 204. 209. 211.
Gy die den naem van Christen draegt.199
VICTORIA VICTIS, 
Den waren zegen Gods. 
Ghy Goddelijk geslacht,356
Voornemens bekrachtigingh. 
Ghy klaegd dat ghy altijd,35
Psalm CXXXV. 
Ghy knechten die den dienst des Heeren,409
Deugd-zoekers oogh-punct. 
Ghy vraegd my of ik zelf beleef, &c.172
Psalm IV. 
God die my plag te troosten,425
Psalm XLIII. 
Godt die ik mijne Ricter maek,425
[pagina 523]
[p. 523]
Over de 7. laetste versen des VII. Psalms. 
God is een rechte Richter,326
IV. Byschrift (van de Broederlijcke Eendracht) voor den Drukker, &c. 
Gods Vrienden hier en daer,423
Christelijke wensch, Bruylofs-rijm. 
Goe wensch, goe wenst,255

H

Godzaligheyds genoegsaemheyd. 
Heeft yemand door gestadig draven,4
Psalm CXLIV. 
Heer wat lof zal ik u geven,501
Psalm LXVCIIII. 
Help, help ach God,453
Vyt den XVIII. Psalm. 
Hertgrondelijke min draegh ik in mijn gemoed,413
Het best heb ick verkoren,24
Richtsnoer der begeert. 
Heylgierigh Mensch,3
Heylige stemmen,193
Hier tusschen zoo gy lijden moet,211
Lust om ontbonden te zijn. 
Hoe lang, ach Heer,260
Heyl uyt onheyl. 
Hoe ongelijken lot,110
't Zwaerd in zijn plaets of van tweederley heerschen.227. 234. 244.
Hoogheyds Minnaer die 't acht voor ly'den,227
Over Psalm XLIX. 
Hoor na my en merk gy volken,68
Onnutt' en schadelijken arbeyd. 
Hou op die geyl gedicht of minne-klachten,1
[pagina 524]
[p. 524]

I

Over den XXXIX. Psalm. 
Ik besloot in mijn gedachten,337
Over Psalm CXXI. 
Ik hoor trompetten klinkken,99
Over den LXXVIII. Psalm. 
Ik roep tot u gestadigh,334
Over den LXXVII. Psalm. 
Ik zend, en zal altijd mijn God mijn, &c.331
In des beminden lof,160
Is Godsdienst vryheyd uwe wensch,209
Is 't hoop van aerds gemak of heyl,203
Is 't u om vryigheyd gedaen,204

L

Licht kan u 't vleesch veel uytvlucht, &c.234
Christelijke onzondigheyd. 
Licht werden in de Mensch, &c.158
Psalm CL. 
Loofd den Heer die hoog verheven.505
Psalm CXXXIV. 
Loofd den Heere gestelde Gods Dienaren.492
Psalm CXLVII. 
Loofd God den Heer, want hy is lovens waerd.407
Psalm CX[LVI] 
Loofd mijn ziel den Heer van boven.503
Psalm XCV. 
Lustigh, lustig, koom nu by,459

M

Ootmoedigheyds lof.217. 219. 222.
Maek, mijn snaren een geklank,217
Mensche wild gy zeker gaen,222
[pagina 525]
[p. 525]
Dolings eynde.16. 19. 20. 22. 24.
Mijnen geest voel ik my dringen, &c.16
God wonderlijk, machtig, goed. 
Poëtische uytbreydinge over eenige Psalmen Davids,398. 404. 407. 411. 413.
over Psalm CIV. 
Mijn geest die swanger zijt van Godes lof,398
Psalm XXII. 
Mijn God, mijn God wat isser,430
Psalm CXXXI. 
Mijn hert, als 't hert der dwasen,488
Voorschaduwing van 't Rijke Christi.125. 130.
Uytbreiding over Psalm XLV. &c. 
Mijn hert ontvonkt de geest, &c.125
Wel-rijmens wet.262. 268. 276.
Mijn vriend die van my eyscht, &c.262
Omkeering der herts-bewegingen. 
Moet m'in alles sich verzaken,160

N

Gebed in tegenwoordig en toekomstig lijden. 
Na dien het bitter gaet voor 't zoet,113
Niet dat een Christen zoo behaegd,327
Psalm CXV. 
Niet onzen lof, niet onzen lof,479
Niet wraeks is deugd en komt te sta,346
Lijdens begin. 
Noch leefd en werkt hy, die de macht, &c.509
Psalm XVV. 
Noch op mijn lans, noch swaerd.434
Psalm CIX. 
Nu alle menschen swijgen,470
Psalm CXIII. 
Nu is mijnes Heeren hoogsalig' ure gekomen.476
[pagina 526]
[p. 526]
Dood-troost. 
Nu treurd mijn ziel in dezen droeven stand.146

O

Lof van deughden. 
O deugd gy zijt zoo schoone,6
Psalm C. 
O gy alle die d'aerde met malkander,461
O grootheyd van Gods liefd'!106
Ongerustigheyds oorsprong. 
Onbestendig droef gemoet,175
Over den XXXVII. Psalm. 
Ontsteld u hert daer over niet,340
Tijdelijk loon van quaed en goed doen. 
O rusteloozen slaep, daer de arme, &c.75

S

Aenmercking des doods. 
'S menschen sterven, in zich zelven,122

T

Psalm CXXVII. 
'T bouwen dat de bouwers bouwen,483
Christelijke gelatenheyd. 
'T en is niet alle tijd van vreughde dat men zingt,224
Beklag over d'ydele weet-en eer-lust. 
Terwijl men hier van alles zoekt te weten,97
'T geloof allenken kleynder.22
Aenvechtings opmercking. 
'T hert is my benoud (helaes! &c.10
III. By-schrift (der broederlijcke eendracht) tot besluyt. 
'T is niet dat ghy de eendracht prijst,423
'T is zelden dat een Christen-mensch,336
C. Rijkwaarts antwoort aen Kamphuyzen. 
'T is zoo Kamphuyzen Vriend,518
[pagina 527]
[p. 527]
Psalm CXLI. 
Tot u Heer roep ik verleend uw' ooren,497
Psalm CXXIII. 
Tot u verhef ik mijn gezicht,481
Christelijke blijdschap. 
Tot vrolijk leven werd hy gedreven,120
Christelijke klacht. 
Traen, oogen, traen, en word fonteynen,54. 64
'T wapen dat ghy aen moet hebben, &c.30
Over den LXII. Psalm. 
'T zy wat de wereldt poogd, &c.346

V

Psalm CXL. 
Van menschen, Heer, die stout,496
Christelijk gevecht.25. 30. 34.
Van te strijden wil ik zingen,25
Psalm CXLIII. 
Verhoord, Heer, mijn gebed.499
Qua'e rekenings onrust. 
Verlies van heyl komt uyt de zond,182
Ware vriendschap. 
Vriend, Rijkwaert, nu en dan,516

W

Voorsichtige eenvoudigheyd. 
Waer allesins d'eenvoudigheyd,247
Psalm CXXIV. 
Waer Godt ons niet ontrent geweest,482
II. By-schrift (van de broederlijke Eendracht.) 
Waer heel de wereld goed,421
Ware ootmoed (meest gebaerd)219
Qua'e toeverlaets bedrog. 
Waerom maeckt zich menigh moe,163
Waerom was het, ô mijn ziele.20
[pagina 528]
[p. 528]
Vreugde en rou in 't afsterven der rechtvaerdigen. 
Waer toe, mijn ziel, waer toe gesteend,142
Onderscheyd tusschen Hemels-aerds-gezinden. 
Wankelbare zielen.515
Van 't laetste oordeel. 
Wanneer de grooten dagh die eens moet zijn,78
Wanneer de ramp, of word gevreest,333
Nootzakelijke wacht. 
Wanneer het hert nu klaer van zonden,175
Cieraet der Vrouwen. 
Wat cierd gy Christen Vrouwen,253
Over Psalm CXXVI. 
Wat heeft ons hert een vreugd ontfangen,118
Maysche Morgenstond. 
Wat is de Meester wijs en goed,507
Wat is doch ongeduld in pijn?516
Niet nieus onder de Zonne. 
Wat is 't onvernoegde Mensch,150
Over den LII. Psalm. 
Wat roemd gy trotsche dwingeland,351
Toeverlaet der rechtvaerdigen onder 't oude Verbond.98. 99. 101.
Uytbreyding over Psalm CXXV. CXX. en XXII. 
Over Psalm CXXV. 
Wat winden datter ruysschen, &c.9
Kastijdings zaligheyd. 
Wel aen ô! alle vromen, &c.132
's Werelds ydelheyd. 
Wereld met u schijn en vermomde dingen,71
Psalm XV. 
Wie van de menschen, Heere,426
[pagina 529]
[p. 529]
Nodige kosten besinning. 
Wie zich ter hooger Scholen geeft,513

Z

Ioodsche blijdschap.116. 118.
Uytbreidinge over Psalm CXXII. en CXXVI. 
Over Psalm XXII. 
Zalige ure! vruchtbaer van verblijden,116
Den yver tot Gods wet. 
Poëtische uytbreyding over Psalm CXIX. 
Zaligh in en na dit leven, &c.379
Over den LXXXII. Psalm. 
Zy dien het hoog gebied op aerden is gegeven,352
Der Godloozen nietigheyd.66. 68.
Uytbreyding over Psal. CXXIX. &c. 
Zy hebben my (zoo zegge Israël) &c.66
Wissen ingang in't rijke Gods. 
Zijt gy in angst en schromen,155
Psalm CXLIX. 
Zingd, den Heer een nieuw gezang.504
Zoo dikwils als een Christen hert,350
Zoo gy hier uyt niet anders voeld,321
Psalm LXVIII. 
Zoo God maer eens zijn hoofd op slaet.443
Na-reden tot den Lezer. 
Zoo Gods bevel u niet beweegd.354
Psalm CV. 
Zou sturen in haer doen.462


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken