weest, dat weet ik, en 't behaagt my dat gy onderscheid weet te maaken tusschen de twee broeders; maar, myn Vriendje bemerk altoos zyne gebreeken alleen om die zelf te vermyden, en geef in uw hart geen de minste plaats aan den haat; hy verdient uw medelyden als hy ondeugent is.
Mevrouw Grandisson pryst u zeer: doe uw best om haare lofspraak te verdienen, en gy zult altoos de beminde van myn hart weezen. - Vaar wel Willem!