| |
| |
| |
Q.
| |
[† Q]
† Q, v. de 17e letter van het alfabet; als rom. getalmerk beteekent Q 500; Q.A., quod attestor, hetgeen ik getuig; Q.B.F.F.Q.S., quod bonum, felix, faustum que sit, hetgeen goed, gelukkig en gezegend moge zijn; Q.F.F.Q.S., quod felix, faustum, que sit, hetgeen gelukkig en gezegend moge zijn, (of) God geve daartoe Zijnen zegen; Q.D.B.V., quod Deus bene vertat, God doe het wel gelukken; Q.E., quinta essentia, de vijfmaal overgehaalde geest eener vloeistof; Q.E.D., quod erad demonstrandum, hetgeen te bewijzen was; Q.L., quantum lubeat, Q.P. of Q. Pl., quantum placeat, de hoeveelheid naar welgevallen; Q.Q., qualitate qua, in hoedanigheid, met volmagt, gevolmagtigd; Q.S., quantum satis, of quantum sufficiat, zooveel als genoeg is; Q.V., quantum velis, zooveel gij wilt; quaer., zie QUAERITUR; quaest., zie QUAESTIE.
| |
[† Qua]
† Qua, bijw. als, in zoo verre, in hoedanigheid van; - talis, als zoodanig; - mandatarius, als gevolmagtigde; - professor, als hoogleeraar.
| |
[† Quaderzandsteen]
† Quaderzandsteen, m. (-en), zek. duitsche steensoort, (bouwstof).
| |
[† Quadraat]
† Quadraat, o. (...aten), vierkant, regelmatige vierhoek met vier gelijke zijden en regte hoeken; (wisk.) vierkant getal, tweede magt; electrisch -, zek. toestel bij electrische proeven; (sterr.) groot -, zek. vierkant door groote sterren gevormd; magisch -, toovervierkant, (zek. kunstspel); soort talisman (in Indië). *-, bn. vierkant, vierhoekig, vierzijdig. *-GETAL, o. (-len), vierkant getal, produkt van een getal met zich zelf vermenigvuldigd. *-MIJL, v. (-en), vierkante mijl. *-ROEDE, v. (-n), vierkante roede. *-VOET, m. (-en), vierkante voet. *-WORTEL, m. (wisk.) den - trekken.
| |
[† Quadragesima]
† Quadragesima, de zesde Zondag vóór Paschen.
| |
[† Quadrangulair]
† Quadrangulair, bn. vierhoekig, vierkant.
| |
[† Quadrans]
† Quadrans, o. zek. apothekersgewigt (3 oncen of 6 looden med.).
| |
[† Quadrant]
† Quadrant, o. (-en), vierde gedeelte van een geheel, (inz. van eenen cirkel); hoekmeter, graadcirkel, hoogtemeter (werktuig).
| |
[† Quadratrix]
† Quadratrix, v. (oudt. wisk.) zek. kromme lijn.
| |
[† Quadratus homo]
† Quadratus homo, m. kort en gezet mensch, vierkante vent.
| |
[† Quadratuur]
† Quadratuur, v. verandering in eenen vierhoek; - des cirkels, herleiding van den cirkel tot het vierkant; (fig.) iets onuitvoerbaars. *-STANDEN, m. mv. kwartierstanden (der maan).
| |
[† Quadreren]
† Quadreren, *...DRATEREN, bw. gel. (ik quadreerde, heb gequadreerd), vierkant -, vierhoekig maken, in het vierkant brengen, den inhoud van een vlak berekenen; (een getal) met zich zelf vermenigvuldigen. *-, ow. (fig.) passen, schikken, overeenkomen.
| |
[† Quadri...]
† Quadri..., het viervoud, vier....
| |
[† Quadrille]
† Quadrille, v. (-s), dans met vier personen; omberspel met vier spelers.
| |
| |
| |
[† Quadrillioen]
† Quadrillioen, o. millioen in de vierde magt, duizendmaal duizend trillioenen, (het cijfer 1 met 24 nullen er achter).
| |
[† Quadro]
† Quadro, (muz.) vierstemmig.
| |
[† Quadrumanen]
† Quadrumanen, mv. vierhandige dieren. *...PEDEN, mv. viervoetige dieren. *...PEL, bn. viervoudig; - alliantie, viervoudig verbond, verbond van vier mogendheden. *...PLEREN, bw. gel. verviervoudigen.
| |
[† Quaeritur]
† Quaeritur, men vraagt, er wordt gevraagd.
| |
[† Quaestie]
† Quaestie, v. (...ën), vraag, twistvraag, geschilpunt; aanhangige zaak, aangelegenheid; kwestie; de zaak, de persoon in -, waarvan -, van wien gesproken wordt; waaraan -, aan wien gedacht wordt; de bewuste zaak of persoon; dat lijdt geen -, dat is buiten -, dat spreekt van zelf.
| |
[† Quaestor]
† Quaestor, m. (-s), (rom. gesch.) schatmeester; stemopnemer (in vergaderingen).
| |
[† Quagga]
† Quagga, m. zek. zuid-afrikaansch zoogdier.
| |
[† Quallen]
† Quallen, v. mv. zeenetels.
| |
[† Qualificatie]
† Qualificatie, v. (...ën), opgave der noodige eigenschappen; toekenning eener eigenschap; het geven van eenen titel; volmagt; deugdelijkheid, geschiktheid; verzwaring eener misdaad door omstandigheden die eene gestrenger straf ten gevolge hebben. *...FICEREN, *...FIËREN, bw. gel. (ik qualificeerde, heb gequalificeerd), eigenschappen toekennen; geschikt -, vatbaar maken; benoemen; volmagt geven; een gequalificeerde diefstal, diefstal met verzwarende omstandigheden. *...TATIEF, bn. volgens de waarde; naar den aard; het gehalte -, de gesteldheid eener zaak betreffende. *...TEIT, v. (-en), gesteldheid, eigenschap, hoedanigheid, aard; stand -, betrekking in de maatschappij; titel.
| |
[† Quand même]
† Quand même, hoe het ook ga, tot elken prijs.
| |
[† Quantitatief]
† Quantitatief, bn. volgens de hoeveelheid, - de grootte, naar het getal. *...TEIT, v. hoeveelheid, menigte; tijdduur der lettergrepen. *...TUM, o. zek. som; hoeveelheid, getal; maat.
| |
[† Quarantaine]
† Quarantaine, v. ligdagen, proefdagen (vroeger 40 in getal) van schepen, reizigers of waren die uit vreemde plaatsen komen waar besmettelijke ziekten heerschen of die daarvan verdacht gehouden worden; (ook) de inrigting -, de plaats waar zulke reizigers of voorwerpen gedurende die dagen eich moeten bevinden.
| |
[† Quarré, Carré]
† Quarré, Carré, o. vierkant; vierkante plaatsing bij militairen.
| |
[† Quarreau]
† Quarreau, o. vierhoekig liniaal tot het trekken van evenwijdige lijnen.
| |
[† Quarreograaf]
† Quarreograaf, m. (...afen), werktuig tot het opnemen van perspectiefteekeningen.
| |
[† Quart]
† Quart, o. (-en), vierde deel, vierde maat, zek. vochtmaat; zek. graanmaat (in Pruissen).
| |
[† Quartaal]
† Quartaal, o. (...alen), vierde gedeelte van een jaar, vierendeeljaars.
| |
[† Quarteren]
† Quarteren, bw. gel. goud en zilver zamensmelten in de verhouding van 1 tot 3.
| |
[† Quarteronen, Quadronen]
† Quarteronen, Quadronen, m. mv. kinderen van eenen kreool en eene terceroonsche vrouw (in Midden- en Zuid-Amerika). Zie TERCERONEN.
| |
| |
| |
[† Quartet]
† Quartet, o. (-ten), vierstemmig muziek- of zangstuk.
| |
[† Quartier]
† Quartier, o. zie KWARTIER.
| |
[† Quartijn]
† Quartijn, o. kwartijn, boek in quarto, 4o.
| |
[† Quarto]
† Quarto, bijw. ten vierde, in de vierde plaats; in -, boekformaat waarbij het vel vier bladen of acht bladzijden heeft.
| |
[† Quasi]
† Quasi, bijw. als ware het, bijna als, ongeveer, schijnbaar, even als.
| |
[† Quassia]
† Quassia, m. zek. zuid-amerikaansche boom; -hout, kwassiehout, (zek. geneesmiddel).
| |
[† Quatemper]
† Quatemper, zie QUATERTEMPER.
| |
[† Quaterne]
† Quaterne, v. (-n), vier bezette en tegelijk uitgekomen nommers (in de getallen-loterij); vijf nommers in ééne rij (in het lottospel); zes bladen papier ineengeschoven.
| |
[† Quatertemper]
† Quatertemper, m. (s), eerste dag van een vierdeeljaars; (r.k.) boete- en vastendag (de eerste Vrijdag van ieder vierendeeljaars).
| |
[† Quatrain]
† Quatrain, o. klein gedicht van vier verzen of dichtregels.
| |
[† Quatre-mains, Quattro mani]
† Quatre-mains, Quattro mani, muziekstuk voor vier handen gezet.
| |
[† Quatuor]
† Quatuor, o. (-s), vierstemmig muziek- of zangstuk.
| |
[† Queen's bench]
† Queen's bench, v. regtbank der koningin, (naam van het oppergeregtshof te Londen, wanneer in Engeland eene koningin regeert).
| |
[† Queen's metal]
† Queen's metal, o. zek. metaal-mengsel (tin, lood, spiesglans en bismuth).
| |
[† Quekker]
† Quekker, m. soort zeer vurige palmwijn.
| |
[† Quentchen]
† Quentchen, o. zek. duitsch gewigt, een-vierde-lood.
| |
[† Quercitron]
† Quercitron, o. geelkleurig hout als verfstof gebezigd.
| |
[† Querel]
† Querel, o. (-len), klagt, bezwaar; twist, geschil, strijd. *-AAT, m. (...aten), beklaagde, gedaagde. *-ANT, *...ULANT, m. (-en), eischer, klager. *-LEREN, ow. gel. (ik querelleerde, heb gequerelleerd), twisten, strijden, geschil hebben.
| |
[† Questie]
† Questie, v. zie QUAESTIO.
| |
[† Queue]
† Queue, v. (-n), staart, paardestaart; biljartstok; de laatste soldaten eener afdeeling (bij eenen marsch); de laatste menschen (bij eene optrekkende processie, eenen optogt, voorbijgaan den stoet); (fig.) lange reeks rijtuigen; lange reeks of rij personen die op eene beurt staan te wachten.
| |
[† Quibus]
† Quibus, m. (-sen), zot, gek, dwaas. *...DAM, zek. iemand; (ook) zot, gek.
| |
[† Quickzand]
† Quickzand, o. parelzand, bronzand; het gewone grove zand.
| |
[† Quidproquo, Quiproquo]
† Quidproquo, Quiproquo, o. misverstand, verwisseling, het eene voor het andere.
| |
[† Quiëscentie]
† Quiëscentie, v. rust, toestand van rust. *...ËTISTEN, m. mv. rustvrienden (zek. godsdienstsecte). *...ËTISMUS, o. gemoedsrust, volkomene berusting in Gods wil.
| |
[† Quillage]
† Quillage, o. kielgeld (regt geheven van schepen die voor de eerste maal eene fransche haven binnenloopen).
| |
[† Quincaillerie]
† Quincaillerie, v. (...ën), kleine galanteriewaren, kramerijen (inz. metalen voorvwerpen).
| |
[† Quindecagoon]
† Quindecagoon, m. (...onen), vijftienhoek.
| |
| |
| |
[† Quine]
† Quine, v. zie QUINTERNE.
| |
[† Quinine, Quinquina]
† Quinine, Quinquina, v. extract van den kinabast, middel tegen de koorts enz.
| |
[† Quinquennium]
† Quinquennium, o. tijdvak van vijf jaren.
| |
[† Quinquet]
† Quinquet, v. (-ten), argandsche lamp met dubbelen lichtstroom.
| |
[† Quinta]
† Quinta, v. vijfde klasse eener latijnsche school. *...TAAL, o. (...alen), centenaar, honderd pond gewigt; een fransch quintal = 48.95058 nederl. pond. *...TE, v. (muz.) de vijfde toon gerekend van den grondtoon; hoogste vioolsnaar; (schermk.) vijfde stootmanier; -s, mv. streken, knepen.
| |
[† Quinterne]
† Quinterne, v. vijf bezette en tegelijk uitgekomen nommers (in de getallen-loterij); vijf nommers in eene rij (in het lottospel).
| |
[† Quintescens]
† Quintescens, *...ESSENCE, v. de keur of kern (van iets), het fijnste, edelste, krachtigste; (scheik.) vijfmaal overgehaalde geest eener vloeistof; de ware inhoud (van iets) in den minst omvangrijken vorm.
| |
[† Quintet]
† Quintet, o. (-ten), vijfspel, vijftoonig muziekstuk.
| |
[† Quintupliceren]
† Quintupliceren, bw. gel. vervijfvondigen. *...TUS, m. de vijfde; de vijfde der leerlingen in eene klasse.
| |
[† Quipos, Quippos]
† Quipos, Quippos, o. knoopenschrift der oude Peruanen.
| |
[† Quisquiliën]
† Quisquiliën, mv. alles wat slecht is en niet deugt; slechte voortbrengselen van den geest.
| |
[† Quitantie]
† Quitantie, v. (...ën), kwijtbrief, bewijs van ontvangst.
| |
[† Quitte]
† Quitte, bijw. vrij, even, kamp-op, ontheven van de verpligting om te betalen; - ou double, kamp-op of dubbel.
| |
[† Quitteren]
† Quitteren, bw. gel. (ik quitteerde, heb gequitteerd), als voldaan onderteeken (eene rekening); eene quitantie afgeven; (ook) verlaten, afzien van, laten varen.
| |
[† Qui vive!]
† Qui vive! werda! wie daar! op zijn - zijn, zeer goed toezien, een streng wakend oog houden.
| |
[† Quodlibet]
† Quodlibet, o. (-s), wat men belieft, mengelmoes, allerlei, van alles wat; laffe woordspeling, platte dubbelzinnigheid.
| |
[† Quomodo]
† Quomodo, v. handelwijze, manier van uitvoering.
| |
[† Quota]
† Quota, *...TUM, o. evenredig aandeel (dat ieder heeft bij te dragen). *-TIE, *...TISATIE, v. (...ën), berekening van ieders aandeel. *...TEREN, bw. gel. naar evenredigheid verdeelen; van volgnommers voorzien, nommeren, merken (bescheiden enz.). *...TIËNT, o. (-en), (rek.) uitkomst eener deeling. *...TISEREN, bw. gel. naar verhouding verdeelen; schatten.
|
|