| |
| |
| |
Woordenschatverzamelingen in Belgisch- en Nederlands-Limburg
door Herman Crompvoets
| |
0. Inleiding
In het onderstaande overzicht vindt men een opsomming van woordenboeken,
woordenlijsten, scripties en andere publikaties met betrekking tot de
dialectwoordenschat van Nederlands- en Belgisch-Limburgse plaatsen. Er is
niet gestreefd naar volledigheid. Maar de bedoeling is dat iemand die zich
gaat bezighouden met locale of regionale dialectwoordenschat hierin een
wegwijzer vindt naar informatie die voor hem of haar van belang is. De lijst
bevat twee categorieën: Gepubliceerd en Ongepubliceerd. In de categorie Gepubliceerd
vindt men uiteraard alle gepubliceerde, locale dialectwoorden van de beide
provincies Limburg terug. Deze vormen tezamen intussen al een prachtige
verzameling Limburgse woorden. De verschillende inleidingen geven een
inzicht in de methodiek, spelling en aanpak van de respectievelijke auteurs.
Over het algemeen zijn deze woordenboeken goed toegankelijk en verkrijgbaar
in de boekhandel, zeker in de locale. Ook het
Woordenboek van de Limburgse Dialecten
is overal verkrijgbaar, zeker bij navraag. Verschillende artikelen
over de Limburgse dialectwoordenschat zijn gepubliceerd in het tijdschrift
Veldeke
, dat in ieder geval in Nederlands-Limburg in iedere bibliotheek te
vinden is. De categorie Ongepubliceerd is veel minder
toegankelijk voor een breder publiek. In deze categorie komen veel scripties
en studies voor, die door studenten zijn gemaakt in het kader van hun
doctorale opleiding of licentiaat. Wil men deze inzien, dan zal men naar de
Katholieke Universiteit van Nijmegen moeten gaan in het bijzonder naar de
Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde en naar de Katholieke
Universiteit van Leuven in het bijzonder naar het Instituut voor Naamkunde
en Dialectologie.
Publikaties betreffende de grammatica, morfologie, syntaxis en andere
aspecten van het Limburgse dialect zullen in een ander kader bij elkaar
gezet worden. Deze lijst is gemaakt bij gelegenheid van het colloquium ‘Hoe
maak ik een dialectwoordenboek’ dat gehouden werd op 19 maart 1994 in
Hasselt en georganiseerd door de Vereniging voor Limburgse
Dialect- en Naamkunde.
| |
| |
| |
1. Gepubliceerd
Achten, P., ‘Doornkapperslatijn’ e.a. titels. In: Doornkapper. Orgaan voor studenten. (later:) Clubblad Hoeselt V.V., Hoeselt. Diverse afl. 1935-1967. |
Alsters, A., (e.a.), Venloos Woordenboek, uitg.
Stichting Henric van Veldeke, Venlo 1993. Met een bijdrage van F. Bakker
(Blericks Dialect). |
Amkreutz, L., (e.a.), Kirchröadsjer Dieksiejoneer,
Kerkrade 1987. |
Beenen, P.H.H., Dialect en volkskunde van Herten,
Roermond 1973. |
Beets, A., Woorden en uitdrukkingen uit Heerlen (L.). Verzameld door
wijlen W.A. Oudemans 1891-1892. In: Driemaandelijkse
Bladen18 (1918), pag. 42. |
Berg, J. van den, (e.a), Weertlands Woordenboek,
Weert 1983. (Dit woordenboek bestrijkt de dialecten van Heijsterstraat,
Nederweert, Ospel, Laar, Eind, Weert, Boshoven, Hushoven, Leuken, Keent,
Altweert, Altweertheide). |
Bernaerts, J., Hamonts-Achels dialectwoordenboek.
Etymologische verkenningen in het dialect van Hamont en Achel.
Hamont 1991. |
Bollen, G., Plat Ukevers. Woorden en wendingen uit het
dialect van Uikhoven, Uikhoven 1987. (In geschreven vorm
aanwezig op de Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde). |
Boom, P. aan den, Naerse kal (Neer). In: Ons eigen
Nieuws. 50 afl. (van gemidd. 20 werkw). |
Bormans, J.H., Lijst van woorden en spreekwijzen uit het
Truiersch (Limburgsch) dialect. (Vergeleken met het Taaleigen
van het Kanton Axel in Zeeland). In: Archief voor
Nederlandsche Taalkunde 2 (1849-1850), pag. 360-367. |
Bosch, J.H.W., Bijdrage tot de geschiedenis van
Schinveld, Sittard 1974, 339 pag. (11 pag.). |
Breuls, C., Bijdragen tot de kennis van het Maastrichts dialect. In:
De Maasgouw 34 (1913) en De Maasgouw
35 (1914). Apart verschenen als: Vademecum
handelend over Maastrichtsch dialect, Maastricht 1914. |
Crompvoets, H., Mééls Woordeboe:k, Medelo 6, Meijel
1991. |
Crompvoets, H., Veenderijterminologie in Nederland en
Nederlandstalig België, Amsterdam 1981. |
Cuypers, J., Iets over het dialect van Neeritter. In: OnzeVolkstaal 3 (1890), pag. 146-150. |
Dinter, W. van, (e.a.), Dialectwoordenboek van de
gemeente Gennep. Een keuze uit de woordenschat van het dialect
van Gennep, Heijen, Milsbeek, Ottersum en Ven-Zelderheide. Uitg.
Stichting Dialectwoordenboek van de Gemeente Gennep, Gennep 1993. |
| |
| |
Dols, W., Sittardse diftongering. Een hoofdstuk uit de historische
grammatica. Posthume uitgave verzorgd door J.C. van de Bergh. Sittard
1953, 250 pag. (32 pag.). |
Donck, E. van der, Maaseik en zijn Maaslandse taal,
Beek z.j. (1980), 105 pag. (66 pag.). |
Dorren, Th., Woordenlijst uit het Valkenburgsch Plat, met
etymologische en andere aanteekeningen, Valkenburg 1928, tweede
druk. |
Endepols, H.J., Woordenboek of Diksjenaer van 't
Mestreechs, Maastricht 1985, vierde druk. |
Franquinet, G.D., Proeve over het taaleigen der stad Maastricht II.
In: Archief voor Nederlandse taalkunde 3 (1951-1952),
pag. 343-391. |
Geraerts, A., (e.a.), Gènker Woerdeleest, uitg.
Gemeentebestuur Genk, Genk z.j.. |
Gessler, C., Uit het taaleigen van Maaseik en omtrek. In: Limburg 18 (1936-1937), pag. 218-221. |
Geurts, R., Seppig wiej ein smawtpaer, Echt 1988. |
Goossens, J., Semantische vraagstukken uit de taal van
het landbouwbedrijf in Belgisch Limburg, I en II, Antwerpen
1963. |
Goossens, J., Dommellandse Woorden. Mededelingen van de
Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde 8 (1978), 15
pag. |
Grootaers, L., Het dialect van Tongeren.
Woordenlijst. In: Leuvense Bijdragen 9 (1911),
pag. 122-178. Tevens als overdruk in: Grootaers, L., Het
Dialect van Tongeren. Eene phonetisch-historische studie.
Lier-Leipzig 1910. |
Heines, M., en Heines, G., ‘Oos Modertaal’. In: Baarlose
Sprokkelingen 15/16, Baarlo 1988. |
Heyden, L. van der, Zittesjen A.B.C., Sittard 1927. |
Houben, J.H.H., Het dialect der stad Maastricht.
Maastricht 1905, XI + 144 pag. (61 pag.). |
Houx, J., (e.a.), Tegels Dialek. Uiteenzetting over de
klankleer, spraakkunst en woordenschat van het dialekt van
Tegelen, Maastricht 1968. |
Janssen, L., Dialectische vogelnamen in Limburg. In: Natura-Limburg. Driemaandelijks bulletin jrg. 1976, nr. 85,
pag. 886-902 en jrg. 1980, nr. 101, pag. 253-256. |
Janssen, L., Over daverdellekes, hanekeutels en onslievevrouwkeswas.
Dialectische namen van planten en vruchten in Limburg. Reeks Limburg natuurlijk, deel 4, Stichting Limburgs
Landschap, Hoeselt 1983. |
Jaspars, G., Groéselder Diksjenér. Woordenboek van het
Gronsvelds dialect, Gronsveld 1979. |
Jongeneel, J., Dorpsspraak van Heerle, Heerlen 1884. |
| |
| |
Kats, J., Aaj Remunjse wäörd. In: Veldeke 15
(1940-1941), pag. 49-50. |
Kats, J.C.P., Remunjs Waordebook, Roermond 1985. |
Kooijman, G., Thematisch Woordenboek van het
Tungelroys, Amsterdam 1985. |
Lenaers, W., Wieërter Wuuërd. In: Veldeke 30-31
(1955-1956), pag. 48-49. |
Lenaerts, J., De verdwijning der Alvermannekens.
Limburgse overleveringen uit het heidendom, Antwerpen 1899, 149
pag. (6 pag.). |
Lochtman, H., Kerkraadse vaktaal tussen Noord en Zuid. In: Veldeke 36 (1961-1962), nr. 201, pag. 135-139. |
Maassen, M., en Goossens, J., Limburgs Idioticon.
Verzameling dialectwoorden (< Woordenzangen >), van 1885 tot 1902 verschenen in het
tijdschrift < 't Daghet in den Oosten
>, Tongeren 1975. |
Mertens, A.M., Het Limburgs dialect. In: Onze Volkstaal
2 (1885), pag. 203-265. |
Nijsten, Jan, Wäörd op sjterreve nao dwad van 't
Meersjens dialek, Meerssen 1993. |
Notermans, J., Hiersj - Mestreechs - ABN
Woordenboek, Maastricht 1990. |
Olterdissen, A., Prozawerken in Maastrichtsch Dialect.
Bewerkt en met eene woordenlijst voorzien door E. Jaspar,
Maastricht 1926, 266+ III pag. (34 pag.). Later herhaalde-lijk
uitgegeven. |
Otten, Fons, Wie rijmp ziech dat? Mestreechs
Rijmwoordebook, Maastricht z.j.. |
Pap Jan, uitgegeven door de St.Aldegondiskring, As
1978, 85 pag. (9 pag.). |
Paquai, H., Mééls (Mèhls, Mééls) woordehuukske (Dialectenhoekje, -
hukske). In: Weekbericht voor Meijel 1975-1977. 91
afl. (van ca. 12 woorden). |
Rheinisches Wörterbuch, Uitgegeven door J. Müller en
anderen. Bonn 1928, Berlin 1931-1971. |
Roukens, W., Bijdragen tot de studie der Limburgse mijntaal. In: Veldeke 14 (1939-1940), pag. 29-34 en Veldeke 15 (1940-1941), pag. 26-28. |
Rutten, A., Bijdrage tot een Haspengouwsch
Idioticon, Antwerpen 1890. |
Sassen, L.H., Eine wösj groffiaote - een boeket
anjers. Uitdrukkingen en Gezegdes in het Dialect van Geulle. Uitg.
heemkundevereniging Gäöl, Geulle 1992. |
Schelberg, P.J.G., Woordenboek van het Sittards dialect
met folkloristische aantekeningen, Amsterdam 1979. |
Schols, W., en Linssen, G., Venrays woordenboek.
Woordenschat, klankkarakter, systeem, structuur en gebruik van de
Venrayse taal, uitg. Veldeke Venray, Venray 1991. (Dit woordenboek
bestrijkt de dialecten van Castenray, Leunen, Oirlo, Oostrum, Merselo,
Smakt, Veulen). |
Schoofs, R., Woordenboek van het dialect van Bree en
omgeving, Bree 1988. |
| |
| |
Schoofs, R., Kal wi-j kook. Zegswijzen, volkse verzen,
vergelijkingen en zeispreuken alsook aanvullende
woordenlijsten. Bree 1990. |
Severijns, Ludo, Zo zègge zë dat én Tóngërë.
Púmpëskal. Bijdrage tot een Tongers Idioticon, Tongeren 1985. |
Severijns, Ludo, Nòg Púmpëskal. Spreekwoorden en
zegswijzen in het Tongers dialect, Tongeren 1989. |
Snijders, D., Gesjappeerd... of neet? Idioma i.v.m. ziekte, leven en
dood. In: De Maaseikenaar. Periodiek contactblad van
de Culturele Raad Maaseik 2 (1971), nr. 3, pag. 18-20. |
Staelens, X., Dieksjenèèr van 't (H)essels, Hasselt
1982. |
Steijvers, L., Weem kintj ze nog? Ein verzameling rojer
weurd, Stramproy 1989. |
Steijvers, L., Weem kintj ze nog? Ein verzameling rojer
weurd, Bielage, Stramproy 1989. |
Stevens, A., Túngërsë Diksjënéer, Tongeren 1986. |
Stokkemer Idioticon. In: De Bakeman. Kontaktblad van
de kunstkring A. Sauwen 1 (z.j./ 1980), 11. |
Switten, M., Zonhovense woorden. In: Gemeenteblad jrg.
1972-76, 15 pag. in 11 afl. |
Tonnar, A., u. Evers, W., Wörterbuch der Eupener
Sprache, Eupen 1989. |
Venken, M.,(e.a.), 'n Manjel Stokkemer wèurd,
uitgave Kunstkring Arnold Sauwen Stokkem, As 1990. |
Verheijen, J., (e.a.), è maes inne taes, Plat
Hôrster, Horst 1989. |
Voort, Th. van de, Het dialekt van de gemeente
Meerlo-Wanssum, Amsterdam 1973. (Dit woordenboek bestrijkt de
dialecten van Wanssum, Geisteren, Blitterswijk, Meerlo, Tienray,
Swolgen). |
Vossen, A.F., Nederweertse woorden opgetekend van 1936 tot 1952. In:
Weekblad voor Nederweert en omstreken 1966-1968,
89 afl. à ca. 20 ww. |
Vrijdag, E., Woordenlijst van oude en verouderde en ongewone woorden
en woordvormen (verzameld en gekozen uit de volkstaal) van Mheer-Banholt
naar uitspraak en woordenschat der geborenen voor 1870 I-XVI. In: Veldeke 25 (1950-1951), pag. 43-44, 61-63, Veldeke 26 (1951-1952), pag. 11, pag. 23-24, pag. 77,
pag. 90-91, Veldeke 27 (1952-1953), pag. 10-11, pag.
25, pag. 57-58, Veldeke 28 (1953-1954), pag. 14-15,
pag. 28-30, pag. 81-82, Veldeke 29 (1954-1955), pag.
12-15, pag. 82-83, Veldeke 30+ 31
(1955-1956), pag. 85-86 en Veldeke 32 (1957), pag.
12-14. |
Weijnen, A., (e.a.), Woordenboek van de Limburgse
Dialecten, uitg. Van Gorcum, Assen/Maastricht 1983 -.
- | A. Weijnen, J. Goossens, P. Goossens, Inleiding
en Wld I Agrarische terminologie afl. 1 (bemesten en
ploegen), 1983. |
|
| |
| |
- | A. Weijnen, J. Goossens, P. Goossens, WLD I
Agrarische terminologie afl. 2 (eggen en slepen), 1984. |
- | J. Kruijsen, J. Goossens, WLD I Agrarische
terminologie afl. 3 (weidebouw), 1991. |
- | J. Kruijsen, J. Goossens, WLD I Agrarische
terminologie afl. 4 (verbouw van graangewassen), 1992. |
- | J. Kruijsen, J. Goossens, H. Brok, WLD I
Agrarische terminologie afl. 5 (verbouw van knol- en
andere gewassen), 1994. |
- | J. Kruijsen, J. Kokkelmans, WLD I Agrarische
terminologie afl. 6 (bedrijfsruimten van de boerderij),
1994. |
- | J. Molemans, J. Goossens, WLD I Agrarische
terminologie afl. 9 (paard), 1994. |
- | H. Crompvoets m.m.v. J. van Schijndel, WLD II
Niet-agrarische vakterminologieën afl. 1 (huisslachter
en bakker), 1986. |
- | H. van de Wijngaard, H. Crompvoets, WLD II
Niet-agrarische vakterminologieën afl. 2 (bierbrouwer
en stroopstoker), 1988. |
- | H. van de Wijngaard, H. Crompvoets, WLD II
Niet-agrarische vakterminologieën afl. 3 (molenaar),
1991. |
- | H. Crompvoets, H. van de Wijngaard, WLD II
Niet-agrarische vakterminologieën afl. 4 (turfsteker en
ertsontginner), 1987. |
- | H. Crompvoets, H. van de Wijngaard m.m.v. drs. M.Busch (1989),
WLD II Niet-agrarische vakterminologieën afl.
5 (mijnwerker), 1989. |
- | H. Crompvoets, H. van de Wijngaard, WLD II
Niet-agrarische vakterminologieën afl. 6 (imker en
stro- of buntgrasvlechter), 1991. |
- | H. Crompvoets, H. van de Wijngaard, WLD II
Niet-agrarische vakterminologieën afl. 7 (kleermaker,
naaister, handspinner, handwever, touwslager, mutsenmaakster),
1993. |
- | H. van de Wijngaard, H. Crompvoets, WLD II
Niet-agrarische vakterminologieën afl. 8 (pottenbakker,
steenbakker, pannenbakker, gresbuizenindustrie), 1994. |
- | H. van de Wijngaard, WLD II Niet-agrarische
vakterminologieën afl. 9 (metselaar, timmerman,
dakdekker, loodgieter, stucadoor, huisschilder), 1995. |
- | H. Crompvoets, WLD II Niet-agrarische
vakterminologieën afl. 10 (schoenmaker, zadel- en
gareelmaker), 1994. |
- | H. van de Wijngaard, WLD II Niet-agrarische
vakterminologieën afl. 11 (smid, hoefsmid, loodgieter,
koperslager), 1995. |
|
| |
| |
Wijck, T. van, Maaseiker Idioticon. In: De
Maaseikenaar. Periodiek contactblad uitgegeven door de Culturele
Raad Maaseik 1-10 (1970-79), 91 pag. in 30 afl. |
Wijnen, Frits, Van ‘Aanvange’ wies ‘Luie zweit’, 'n stökske ‘Brits
plat’. In: Maasbree, Afdeling eener Gemeente, Maasbree
1985, pag. 90-100. |
| |
2. Ongepubliceerd
Bakkes, P.J.A., Woordverzameling in handschrift
(betreft het dialect van Montfort). In kaartenbak aanwezig op de
Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde). |
Bernaerts, J., Idioticon van het dialect van Hamont.
Scriptie KU Leuven, Leuven 1963. Typoscript, XVIII + 575 pag. |
Broos, J., Etude comparative agricole du vocabulaire de
deux patois voisins situés à la frontière linguistique: Eben-Emael
et Canne. Scriptie U.C. Louvain 1969 Typoscript, XII + 59 pag. |
Celis, A., De Franse woorden in het dialect van
Gingelom. Licentiaatsverhandeling KU Leuven 1975. |
Coenen, M., De vaktaal van de watermolenaars in
Zuid-Oost- Limburg. Scriptie KU Leuven 1977. Typoscript, 290
pag. |
Crompvoets, H., Veenderijtermen in Meijel en nabije
omgeving. Scriptie KU Nijmegen 1963. |
Defoin, G., De vaktaal van de Belgisch-Limburgse
steenkoolmijnen, systematisch gerangschikt en vergeleken met de
vaktaal van Nederlands-Limburg en van de Waalse
steenkoolmijnen. Met etymologische aantekeningen door lic.A.
Stevens. Manuscript, 1955. |
Defoin, G., Woordenlijst van Mijnvaktermen. 555
Termen uit de vaktaal der mijnarbeiders van Belgisch- Limburg, met
aanduiding van hun betekenis, de overeenstemmende term in de
Frans-Belgische mijntaal en in het plaatselijk dialect. Hasselt 1958, 95
pag. |
Derwa, J., De dialectische landbouwtermen in het
landbouwbedrijf te Genoels-Elderen. Scriptie U.E. Liège 1941. |
Donkers, J., De vakterminologie van de grofkeramische
industrie in een gedeelte van Limburg. Scriptie KU Nijmegen
1966. |
Eussen, H.A., Woordverzameling in handschrift
(betreft het dialect van Ransdaal). (Handschrift aanwezig op de
Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde). |
| |
| |
Geuskens, G., Bijdrage tot het onderzoek naar de vaktaal
van de steenbakkers. Een verzameling taalmateriaal, bijeengebracht
door mondeling onderzoek op 34 plaatsen in België en Nederland.
Scriptie KU Nijmegen 1970. |
Goossens, J., Studie over landbouwtermen opgetekend te
Genk en omgeving. Scriptie KU Leuven 1955, 2 delen 660 pag. |
Groffils, L., De vaktaal van de watermolenaar in
Zuid-West-Limburg. Scriptie KU Leuven 1980. Typoscript, 290
pag. |
Hansen, J., Aardige ontdekking te Roermond. Woordenlijst van J.B.
Sivré. In: Veldeke 24 (1949-1950) 128 v. |
Henckens, H., Idioticon van het Dialect van Geistingen
(Ophoven). Licentiaats-verhandeling Leuven 1958. Typoscript, XV
+ 253 pag. |
Hermans, W., Oude woorden in de Tegelse keramische
industrie. Scriptie KU Nijmegen 1961. |
Heynen, P., Verzameling dialectwoorden over de landbouw,
godsdienst enz. (betreft het dialect van Margraten). (Aanwezig
op de Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde). |
Horen, L. van, Heljese weurd, oehtdrukkinge en
gebroehke, Helden 1986. (In typoscript aanwezig op het P.J.
Meertens-Instituut en de Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde). |
Idioticon van het St. Truidensch dialect.
Prijsvraagantwoord Kon. Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1910
onder kernspreuk ‘Omdat mijne moeder het sprak, heb ik het lief’.
Manuscript, 391 pag. |
Jansen, J., Idioticon van het dialect van Lommel.
Scriptie KU Leuven 1966, 2 dln. XV + 430 pag. |
Janssen, A., Bijdrage tot de landbouwwoordenschat van de
Voerstreek. Scriptie U.E. Liège 1949. |
Janssen, D., De vaktaal van de watermolenaar aan de
Bosbeek en aan de Itterbeek. Scriptie KU Leuven 1975.
Typoscript, 159 pag. |
Janssen, J., Idioticon van het dialect van Meeswijk.
Scriptie KU Leuven 1964. Typoscript, 2 dln. XVII + 790 pag. |
Kaufmann, J., Hälisch-Hollansche Dictionaria.
Heerlen 1878. Manuscript, 122 pag. |
Kelchtermans, J., Idioticon van het dialect van
Meeuwen. Scriptie KU Leuven 1964. Typoscript, 247 pag. |
Kokkelmans, J., De voorstal en de zolder boven de
dorsvloer in de Limburgse dialecten. Scriptie KU Nijmegen 1978. |
| |
| |
Kolle, A., Terminologie van de koperslager in Midden-
Limburg. Scriptie KU Nijmegen 1965. |
Lemmens, J., Vragenlijst over de vaktaal der
timmerlieden. Scriptie KU Nijmegen 1966. |
Lochtman, H., De vaktaal van de Kerkraadse metselaars,
steenbakkers, stucadoors en voegers. Scriptie KU Nijmegen 1960. |
Lochtman, H., Mijnwerkersvaktaal in Nederlands-Limburg en
in het aangrenzen- de Duitse taalgebied. Scriptie KU Nijmegen
1964. |
Maassen, M., Onderzoek naar dialectische termen bij
Limburgse schutterijen. Scriptie KU Nijmegen 1967. |
Maessen, L., Mestreechter wäörd in de keramiese
industrie. Alfabetische woordenlijst in machineschrift, [z.p. en
z.j.]. |
Piebes-Janssen, M., Het rund in de Limburgse
dialecten. Scriptie KU Nijmegen 1979. |
Remans, R., Idioticon van het dialect van Zonhoven.
Licentiaatsverhandeling KU Leuven 1965. Typoscript, 2 dln. XII + 720
pag. |
Roebroek, J.L.H., Dialect van Beek-Elsloo.
Handschrift, 1886. (Aanwezig op de Nijmeegse Centrale voor Dialect- en
Naamkunde). |
Schepers, N., Van taup tot wiek. Onderzoek naar de
vaktaal der windmolenaars tussen Maastricht en Roermond.
Scriptie Centrale Examencommissie. Typoscript, 73 pag. |
Sivré, J.B., (1818-1889), Alfabetische lijst van woorden
en spreekwijzen in het Roermondsch dialect. Idioticon.
Manuscript, 50 pag. |
Smets, W., Idioticon van het dialect van
Niel-bij-St.Truiden. Scriptie KU Leuven 1966. Typoscript, 2
dln. 1225 pag. |
Strous, J., Vogelnamen in Midden-Limburg. Scriptie
KU Nijmegen 1960. |
Ubach over Worms, van Ovenvorms kwartier tot gemeente
Landgraaf. Woordenlijst (zonder vermelding van auteur en
jaartal, aanwezig op de Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde). |
Urlings, R., Het dialect van Geleen. Handschrift,
1950. (Aanwezig op de Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde). |
Urlings, R., Oud-Geleensche woorden en
uitdrukkingen. Handschrift, 1950. (Aanwezig op de Nijmeegse
Centrale voor Dialect- en Naamkunde). |
Valk, F. de, De terminologie van de Middenlimburgse
hengelaars. Scriptie KU Nijmegen 1964. |
Vanderspickken, J., De vaktaal van de watermolenaar in
Demer- en Herkvallei. Scriptie KU Leuven 1972. Typoscript, 137
pag. |
Vanwonterghem, C., De mijnwerkerstaal in
Belgisch-Limburg. Scriptie KU Leuven 1958. Typoscript, 256 pag. |
| |
| |
Weijnen, M., Naaistersterminologie en
kledingbenamingen. Scriptie KU Nijmegen 1962. |
Wijnen, P.D.H.A., Dialekt van Waubach en
Groenstraat, deel I en II. (Geschreven manuscript, aanwezig op de
Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde). |
Wilms, M., De taal van de beugelaars in Midden-Limburg,
Noord-Limburg, Oost-Brabant. Scriptie KU Nijmegen 1966. |
Zuidlimburgs Idioticon. (hoofdzakelijk Sint
Truidens). Prijsvraagantwoord (1906) Kon. laamse Academie voor Taal- en
Letterkunde onder kernspreuk ‘Labore et Constantia’. Manuscript, 486
pag. |
Zuidlimburgsch Idioticon. Prijsvraagantwoord 1906
Kon. Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde onder kernspreuk ‘De
tijd is mij te kort’. Manuscript. |
| |
Bibliografie
Bibliotheek en archief van de Nijmeegse Centrale voor
Dialect- en Naamkunde, Katholieke Universiteit Nijmegen. |
Brok, H., Publikaties over Dialekt in Limburg. In: Veldeke jrg. 63 (1988) nr. 2, pag. 25-29; Veldeke jrg. 63 (1988) nr. 3, pag. 27-29; Veldeke jrg. 63 (1988) nr. 4, pag. 7-9; Veldeke
jrg. 63 (1988) nr. 5, pag. 28-30; Veldeke jrg. 63
(1988) nr. 6, pag. 23-25; Veldeke jrg. 64 (1989) nr.
2, pag. 50-52; Veldeke jrg. 64 (1989) nr. 3, pag.
82-87; pag. 109-110; Veldeke jrg. 65 (1990) nr. 3,
pag. 85-90; Veldeke jrg. 66 (1991) nr. 6, pag.
172-177; Veldeke jrg. 68 (1993) nr. 1, pag. 16-24; Veldeke jrg. 69 (1994) nr. 1, pag. 15-24. |
Cajot, J., Dialectlexicografie in Belgisch- en Nederlands-Limburg. In:
Mededelingen van de Vereniging voor Limburgse Dialect-
en Naamkunde nr. 20, Hasselt 1981, p. 1-19. Ook in: Veldeke 56 (1981) nr. 4, pag. 2-19. |
Crompvoets, H., Mééls Woordeboe:k, Medelo 6, Meijel
1991, p. 9. |
Instituut voor Naamkunde en Dialectologie,
Katholieke Universiteit Leuven. |
Weijnen, A., J. Goossens, P. Goossens, Woordenboek van de
Limburgse Dialecten. Inleiding en I Agrarische terminologie Afl.
1, p. 23-31. Voor verdere bibliografische gegevens betreffende met
name Nederlands Limburgse dialecten zie men vooral: |
|
|