Gezangen voor de gereformeerde kerk van Nederland(1796-1797)–Johannes Wilhelmus II Bussingh– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 160] [p. 160] Boetzang. Zangwijze: Gezangboek voor de Luthersche Kerk te Rotterdam: Lied 17. Hier zink ik neder aen Uw voeten, ô Groote Richter van 't Heeläl! - Helaes! wie zal mijn schulden boeten? - Mijn schulden, zonder mate of tal. - Ach, Vader! treed niet in 't gericht! - Ik sidder voor Uw aengezicht. Waer vlucht ik voor Uwe alziende oogen ô Vlekk'loos heilig Wezen! heen? 'k Ben nergends aen Uw straf onttogen; De gantsche weereld is te kleen: - Berouw, vertwijf'ling, angst en schrik, Verzellen me ieder oogenblik. - [pagina 161] [p. 161] Wee mij! - Hoe diep ben ik bedorven! - Waer is mijn roem, mijn heil, mijn eer? Voorheen in Uwen dienst verworven, Maer nu verguist, vertrapt, ô Heer! - Ja; was ik niet Uw Vriend, Uw Zoon? - Was niet de Hemel zelf' mijn loon? Wat ben ik nu? - Ontelb're kwalen, Een heir van boosheid en ellend, Belet mij U mijn staet te malen; - Maer, 't is, ô God! aen U bekend: Ik, Vader! Uw begunstigd kind, Wierd vijand van mijn' besten vrind. - ô God, en Vader, vol erbarmen! - Verberg Uw toornig aengezicht! - Nog eens: - ai; ga niet met Uw' armen Weêrstrevig' dienaer in 't gericht'! Verbrijzeld legge ik voor Uw' throon, En smeek genade in Uwen Zoon. [pagina 162] [p. 162] Genade! - ô Vreeslijk God! - Genade! - Ach; alles wat ik smeken mag, Is medelijden en genade; - Verlos mijn ziel, op haer geklag; Ja; zie op mijne wreede smart, Versmaed niet het verbrijzeld hart! Wij pleiten, Vader van ontferming! Alleen op jesus dierbaer bloed: Schenk mij, om Zijnentwille, erbarming, Hij heeft ook mijne schuld geboet. Dat Zijn volwichtig offer mij Dan ook van schuld en straf bevrij! - Vorige Volgende