Jesus' verrijzenis
De eerste dag ging voorbij, de tweede dag ook, er was niets gebeurd bij het graf van Jesus. Nu was de derde dag gekomen, het was Zondag. Strak en stijf stonden de vier soldaten op wacht. Nee, er zou niets gebeuren. Zij zouden er wel voor zorgen. Maar Jesus dacht er anders over. Pas kwam het zonnetje boven de wolken uitgluren of.... wat nu? Daarin eens straalt het rondom het graf van Jesus van schitterend gouden licht. 't Leek wel, of heel het graf in brand stond, zó straalde het. En meteen begint de aarde rondom het graf zich te bewegen en te beven. Of de vier soldaten schrokken! Nou en niet zo'n beetje. Van schrik vielen ze plat voorover op de grond, hun mooie helm rolde van hun hoofd. Ze durfden niet opkijken, zo waren ze geschrokken.
Maar, wat was er dan toch gebeurd? Wel, precies wat Jesus tevoren had gezegd: Jesus had Zich Zelf levend gemaakt nu op die Zondag, op de derde dag. Zonder de steen voor het graf weg te schuiven, was Jesus uit het graf gekomen. Hij was door de steen heen gekomen. Zoiets kan God alleen en Jesus is God de Zoon. Maar.. was dat nu dezelfde Jesus? O, hoe mooi was Hij nu! Van al de striemen en zere plekken was niets, helemaal niets meer te zien. Zijn lichaam was nu zo mooi. Overal rondom Jesus straalde het van licht. Vooral om Jesus' hoofd. En wat keken die ogen van Jesus toch blij! Nu is Mijn lijden voorbij, dacht Jesus. Alles, alles is voorbij.
Ik hoef nooit pijn meer te hebben, nooit meer verdriet. Geen wonder, dat Jesus zo blij was. Toen Hij daar zo stond op die vroege morgen, kwamen er ineens twee blinkend witte engelen. O, zij waren ook zo blij. Blij, omdat Jesus nu nooit pijn meer hoefde te lijden en blij, omdat Jesus weer levend was en er zo mooi uitzag.
Wat kwamen ze hier doen bij het graf? Die engelen wilden, dat alle mensen zouden weten, wat voor een groot wonder Jesus daarjuist had gedaan: Zich Zelf zo maar weer levend gemaakt... Ze liepen naar het graf, rolden samen de zware steen weg en gingen nu elk aan een kant van het graf zitten. De mooie, witte doeken kon je mooi opgevouwen zien liggen. Nu kon iedereen ook goed zien, dat het graf leeg was en dat Jesus dat grote wonder had gedaan.....
En de soldaten? Bleven die daar nu liggen met hun neus op de grond? Eerst durfden ze zich niet te verroeren, zo bang waren ze. Maar na een poosje stonden ze voorzichtig op. Kijken durfden ze niet. Zo vlug als ze maar konden, liepen ze de tuin uit, holden de straat over naar de stad Jeruzalem. O, o, waar bleven ze nu met hun praatjes? Wij zullen wel zorgen, dat er niets gebeurt, hadden ze gezegd en zie.. zo gauw Jesus uit het graf was gekomen, liepen ze er van door, zo vlug ze maar konden. En Jesus stond daar in de tuin, schitterend van licht, o zo blij, omdat nu Zijn lijden voorbij was.