Haar, wat er de vorige avond al was gebeurd in de tuin, waar Jesus naar toe was gegaan om te bidden. Ook wat er die morgen was gebeurd in het paleis van Pilatus en dat Jesus nu het grote, zware kruis moest dragen naar de berg van Calvarië. Wat een verdriet voor die lieve Moeder, toen Ze dat alles hoorde....
O, ze kon het nu niet meer uithouden daarbinnen in huis. Ze moest naar buiten, de straat op naar Jesus. Zij wilde bij Hem zijn, nu Hij zoveel leed. Geen mens zou Haar nu kunnen tegenhouden. Vlug liep Maria nu het huis uit, de straten door. Die waren nu stil en leeg. Daar was Jesus dus niet. Maar.. wat hoort Maria nu.... Roepen en schreeuwen.... O, dáar, dáar zal het zijn. 't Komt al dichterbij, Maria durft haast niet kijken. Zou Jesus daar zijn? Zij gaat de hoek van de straat om en zie - daar meteen staat Jesus vlak voor Zijn lieve Moeder.... Even blijft Jesus daar staan. Recht kijkt Hij in Maria's ogen, die Hem zo bedroefd aanzien en zachtjes fluistert Hij: Moeder.... Even is het stil. De mensen kijken en zien Maria daar staan en zeggen: Dat is zeker Zijn Moeder. En Maria?
O, Ze kan niets zeggen. Ze kijkt naar Jesus, naar haar eigen lieve Jesus. Ze ziet Hem vol bloed en vuil! Ze ziet naar Zijn hoofd met scherpe doornen gekroond. Ze ziet, hoe het bloed van Zijn voorhoofd afdruppelt. Grote tranen komen in haar ogen. Och, hoe graag zou Zij die doornenkroon hebben willen wegnemen van Jesus' hoofd. Hoe graag zou Zij dat zware kruis van Zijn schouder hebben willen afnemen. Maar Ze wist zo goed, waarom Jesus zoveel pijn wilde lijden. Om voor ons de gouden hemeldeur weer open te maken. Zo wil God de Vader daarboven in de hemel het immers. En hoor nu toch eens, kindje, wat die lieve Moeder zachtjes bidt: Vader in de hemel, ik wil wel verdriet hebben, ik wil wel samen met Jesus lijden voor de mensen. Ja, Maria houdt ook zoveel van ons net als Jesus.
Lang kon Maria daar niet blijven staan. Die boze mannen duwden en stompten Jezus weer, dat Hij vooruit moest gaan. Hij moest immers met Zijn kruis naar de berg van Calvarië. En wat deed nu die lieve Moeder? Ze bleef achter die stoet aanlopen, samen met de Apostel Joannes. Want Maria wilde nu bij Jesus zijn, bij Hem blijven, als Hij straks zoveel pijn zou moeten lijden, als Hij zou vastgespijkerd worden aan het kruis. Kijk nu eens hier. Zie je daar Maria vlak voor Jesus? O, wat kijkt Ze bedroefd. 't Was toch ook heel erg voor Haar. Jesus was immers haar eigen Kind. Als jij Haar nu zegt, dat je haar liefste kindje wilt zijn, gehoorzaam en braaf, dan is Zij toch weer blij. Dan zegt Ze vast tegen Jesus: Jesus, kijk eens naar dat brave kindje daar op aarde, daar houd ik veel van!