En wat gebeurde er nu? Lieve Heertje stuurde ook een engel naar
St. Jozef. De engel zei tegen St. Jozef: Jozef, Maria moet bij u gaan wonen in het witte huisje, want al gauw zal Maria 'n Kindje krijgen. U mag als 'n vader voor het Kindje zorgen, er voor werken, dan kan Maria kleertjes en eten kopen. Wat zorgde lieve Heertje toch goed, hé?
St. Jozef deed precies, wat de engel tegen hem gezegd had en hij ging nu bij Maria wonen en voor Maria werken en brood verdienen.
Daar kwamen de mensen nu ook naar toe, als er iets stuk was. De gehele dag hoorde je in het huisje: klop... klop... tik... tik.
En 's avonds, als alle mensen in Nazareth gingen uitrusten van het werk, hoorde je nog het klop... klop. - Maria zei dan: Kom toch wat zitten, Jozef, je bent nu immers moe. Wat maak je nu toch? St. Jozef lachte en... raad nu eens, waar hij
's avonds aan ging timmeren? Aan een wiegje voor Maria's Kindje. St. Jozef had het mooiste en het duurste hout gekocht, wat er maar te krijgen was. Maria keek en zei blij: O, beste Jozef, het wordt een wiegje voor een prinsje, zo mooi. Voor een prinsje, Maria, welnee. Het Kindje, dat U al gauw zult krijgen is immers nog véél meer, nog véél hoger dan 'n prinsje, dat Kindje is God Zelf. Die goede St. Jozef toch, dacht Maria.
Maar Maria had het nu ook druk. Ze wilde, dat alles mooi klaar zou zijn, als het Kindje Jesus zou komen. Ze naaide aan dekentjes en lakentjes. Ook maakte Ze al wat kleertjes voor haar Kindje klaar. Maria was zo blij, dat Ze al gauw Moeder zou zijn. Onder het naaien van de kleertjes zei Ze zachtjes: Kom, Jezuke, kom maar gauw, ik zal héél goed voor U zorgen. Jesus hoorde dat wel, Hij was blij, dat Maria dat zei en zo naar Hem verlangde.