Mengelzangen
(1717)–Hermanus van den Burg– Auteursrechtvrij
[pagina 265]
| |
'k Ben ook bedrogen,
Door uw' schoone oogen,
En heb helaas geen kracht meer noch vermogen.
Weg lichte Meisjes. enz.
Uw' zoete woorden,
Zyn stroppen, koorden,
Om die in wellust baaden wreet te moorden.
Weg lichte Meisjes. enz.
't Blos uwer wangen,
Uw' geile zangen,
Maaken den wysten slaafs en uw gevangen,
Weg lichte Meisjes. enz.
Al uw zoet vleien,
Is maar misleien,
En snooder dan het Krokodille schreien.
Weg lichte Meisjes. enz.
Ik laat u loopen,
Daar 's niets te hoopen,
Daar men zoo duur zyn harteleet moet koopen.
Weg lichte Meisjes. enz.
Kussen en streelen,
Danfen en speelen,
Strekt maar om ons ter sluik de ziel t'ontsteelen.
Weg lichte Meisjes. enz.
| |
[pagina 266]
| |
Krullen en kwikken,
Linten en strikken,
Doen hen die wys zyn voor uw' laagen schrikken.
Weg lichte Meisjes. enz.
Onder uw' rokken,
Schuilen de pokken,
Die in het einde u vallen doen aan brokken.
Weg lichte Meisjes. enz.
|
|