Mengelzangen
(1717)–Hermanus van den Burg– Auteursrechtvrij
[pagina 94]
| |
weeten, Dronken, Hoerig, God
vergeeten, Een recht beest, een
morsig zwyn, Trots en groots op gruwel
stukken, Bars gelyk een Dwerg op
Krukken, Raad wie mag dat Monster
zyn. ://:
Koppig, Narrig, snood en kwaad,
Door geen Borrel ooit verzaad:
Onbekwaam om deugd te leeren,
Noch zich zelven te bekeeren;
Een gedrocht vol vuil fenyn,
Dat lust schept in schimpen, smaalen,
Schuuw voor Febus goude straalen;
Raad, wie mag dat Monster zyn?
|
|