Mengelzangen
(1717)–Hermanus van den Burg– Auteursrechtvrij
[pagina 16]
| |
smeeken een stuurse Maagd, Die nimmer
my hoe zeer myn herte klaagt, Wil
zien noch spreeken. Een soort van
dol- ligheit, Een soort van
dol- sigheit benevelt myn ver-
stand, Verandring heeft by my, zoo 't
schynt, steeds d'overhand.
|
|