2 Biografische schets
Menno ter Braak werd in 1902 geboren in een Achterhoeks doktersgezin. Na zijn gymnasiumjaren in Tiel, waar hij bij familie inwoonde, ging hij in 1921 naar Amsterdam om geschiedenis te studeren - niet naar Leiden, hoewel daar een niet al te ver familielid, Johan Huizinga, als hoogleraar in dat vak schitterde. Tijdens zijn studiejaren was Ter Braak zeer actief betrokken bij het studententijdschrift Propria Cures, terwijl zijn officiële literaire carrière in 1925 begon met zijn medewerking aan De Vrije Bladen, die hij in korte tijd (en voor korte tijd) zou domineren. Ook de filmkunst boeide hem: hij gaf veel tijd aan de Filmliga waarvan hij in 1927 medeoprichter was.
In 1929 - hij is dan tussen de bedrijven door cum laude gepromoveerd op een middeleeuws onderwerp - werd hij leraar aan Het Rotterdams Lyceum. Zijn Rotterdamse periode, die tot december 1933 zou duren, werd al evenzeer gekenmerkt door een rusteloze activiteit als de Amsterdamse studietijd.
Toen hij in de late herfst van 1930 met Du Perron kennis maakte, was zijn Carnaval der burgers zojuist uitgekomen, en hij was bezig met het schrijven van zijn eerste roman, Hampton Court. In die maanden worstelde hij met grote persoonlijke problemen, die op een afstand gezien bijna komisch aandoen, maar waaronder hij zeer heeft geleden: zijn huwelijkspoging met de Berlijnse Gerda Geissel strandde ongeveer op dezelfde manier als Dr. Dumay zijn verlies moet aanvaarden in de iets later geschreven roman. Niettemin maakte hij Hampton Court in snel tempo af, en onmiddellijk daarop begon hij aan het Démasqué der schoonheid. En nauwelijks was het Démasqué af, of Ter Braak zette het autobiografische Dr. Dumay verliest op stapel, terwijl hij in de tussentijd, samen met Du Perron op diens kasteelachtige behuizing in Gistoux ten oosten van Brussel, plannen smeedde voor het tijdschrift Forum, waarvan het eerste nummer in november 1931 verscheen. Dr. Dumay verliest werd in iets langzamer tempo geschreven: deze roman had een ontstaansperiode van bijna precies een jaar, van september 1931 tot augustus 1932.
Tussen Dr. Dumay en het volgende project, Politicus zonder partij, lag alweer een periode van nauwelijks veertien dagen. Het duurde