legde. ‘Laat mij dit maar regelen. Ik spreek beter Engels.’ Hij lachte.
Rex praatte wat met de Ansett-medewerker en keerde zich ten slotte naar mij om: ‘Ze hebben niets gevonden. De karren zijn allemaal leeggehaald en er is niks gevonden door controleurs of schoonmakers.’
‘En morgen?’
Rex wendde zich tot de luchthavenmedewerker. Het gesprek verging voor mij in het geluid van een opstijgende Cesna.
‘Morgen zal 't hetzelfde als vandaag zijn. Het enige dat hij kan verzinnen, is dat een andere reiziger per vergissing jouw tas heeft meegenomen. Zat het vliegtuig vol?’
‘Nee. Twintig mensen, denk ik.’
‘Dat moet te doen zijn,’ zei Rex raadselachtig.
‘Hoe bedoelt u?’
‘Ze brengen uw tasje heus wel terug naar het vliegveld. Wat zat erin?’
‘T-shirts, een ouwe reisbroek, afgetrapte bergschoenen en brieven.’
‘Nou ja,’ zuchtte Rex ontmoedigend. ‘Zijn het dure bergschoenen!’
‘Wat doet dat er nu toe! Het gaat mij om die brieven!’
‘Volgens mij brengt niemand op Tasmanië een tasje terug waarin brieven zitten en ouwe bergschoenen,’ meende de Ansett-medewerker.
‘Dat geloof ik ook niet, eerlijk gezegd,’ zei Rex.
De Ansett-medewerker knikte bijna hartstochtelijk.
‘Ik zal je het adres geven van een winkel waar ze puike bergschoenen verkopen voor weinig geld. Ik begrijp het best: je wilt hier komen klimmen en je mist je schoenen. Voor veertig dollar kun je hier de meest fantastische, schapelederen klimmertjes kopen. Oké? Als je helemaal