Uitbreiding over honderd leerzaame zinnebeelden
(1722)–Claes Bruin– Auteursrechtvrij
[pagina 80]
| |
[pagina 81]
| |
Op het XLste Zinnebeeld.
Wanneer de Zonnestraalen dringen,
Door 't klaare Brandglas heen,
Dan ziet men ook met een
De stoffen die hun glans ontfingen
In eene vlam gezet,
Schoon hen geen vuurgloed aan komt treffen.
Wie kan dat wonderstuk beseffen?
ô Zinnebeeld! hoe net
Vertoont gy ons Gods teed're liefde,
Die Heilzon, die vol gloed
't Kristal van 't vroom gemoed
Doorblaakte, en 't diepst' van 't herte griefde,
Waar door een vlam ontstak
Van yver voor den dienst des Heeren,
Die nyd en wraakzucht kon verteeren,
Ja weelde en hoogmoed brak!
Myn ziel, wilt gy die gunst erlangen,
Laat dan uw kristallyn
Door deugd gezuivert zyn:
Dus kunt gy ook dien glans ontfangen.
Maar blyft ge ontrouw en boos,
Dan is die krachteloos,
Of een verslindend vuur van smerten.
Gods licht is voor de reine herten.
|
|