Uitbreiding over honderd leerzaame zinnebeelden
(1722)–Claes Bruin– Auteursrechtvrij
[pagina 44]
| |
[pagina 45]
| |
Op het XXIIste Zinnebeeld.
De groene Lykcypres,
Die nooit verdort door onweêrvlaagen,
Aan wien geenscherpe worm zal knaagen,
Verstrekt een zedeles
Voor ieder, om stantvastig
Op 's Godsvruchts grondvest pal te staan,
Al schynt hier alles te vergaan.
De deugd valt niemand lastig,
Wanneer men is gewoon
Haar zachte wetten op te volgen:
Geen lasterbuien, hoe verbolgen,
Geen blixemstraal van hoon
Doen zulk een ziel ooit zwichten.
Laat and're beeven in dien storm;
Haar treft geen schrik, haar byt geen worm
Van 't snood verzuim der pligten.
Haar blad blyft even fris
En groen, door de onschuld, hoe verschooven.
Zo komt zy 't all' door Hem te boven,
Die uit de duisternis
Een licht van vreugd en rust kan scheppen.
Dan durft de boosheid zich niet reppen.
|
|