Uitbreiding over honderd leerzaame zinnebeelden
(1722)–Claes Bruin– Auteursrechtvrij
[pagina 22]
| |
[pagina 23]
| |
Op het XIde Zinnebeeld.
Gelyk de straalen van de Zon,
Die alverkwikb're levensbron,
De duist're nevels doen verdwynen;
Zo zwichten ook, voor 't helder schynen
Van 's Waarheids aldoorstraalend licht,
De lasterdampen, die 't gezicht
Steeds droevig deeden schemer-oogen.
Godvruchte zielen, schoon de logen
U steeds door valsch bedrog bestryd;
Schept moed: de Waarheid weet haar' tyd,
Zy zal, al schynt ze nu te dwaalen,
Op 't onvoorzienste eens zegepraalen,
En stellen 't goddeloos gedrag,
Der zondaars in een' held'ren dag,
Waar voor ze sidderen en vreezen:
Is 't hier niet, 't zal eens namaals wezen,
Wanneer de Aardsrechter op zyn' troon
Elks werk zal weegen, en uw' hoon
Op 't strengst' voor all' de waereld wreeken.
Wie kan zich voor Gods oog versteeken.
|
|