Uitbreiding over honderd leerzaame zinnebeelden
(1722)–Claes Bruin– Auteursrechtvrij
[pagina 10]
| |
[pagina 11]
| |
Op het Vde Zinnebeeld.
Deez' marm're Zuilen, hard van aart,
Verbryzelen door de onweêrvlaagen;
Daar 't buigzaam riet zich zelf bewaart,
Als 't duikt voor felle donderslagen:
Zo word een hert van steen en staal,
Dat nooit tot weldoen word bewoogen,
Getroffen door den blixemstraal
Van 't onweêrstaanbaar Alvermogen;
Daar 't nederig en zacht gemoed,
In 's waerelds stormgevaar en woede,
Word door zyn liefde en kracht behoed.
ô Zalig buigen voor Gods roede!
Laat elk wie wil naar overdaad,
Naar ydele eer en grootsheid draaven;
Een vroome ziel, schoon laag van staat,
Rust veilig in haar stille haven,
Daar 's levens-kiel geen schipbreuk lyd,
Van waar zy 't tuimelen der dwaazen
Beschouwt in eene zee van stryd.
Wee hem, die trots en opgeblaazen
Door hoogmoed, die hoe't gaat nooit zwicht,
Een outer voor zyn gaaven stigt.
|
|