Christelicke bedenckinge over het wel-gereformeerde Christelick gheloof
(1657)–Pieter Brughman– AuteursrechtvrijIV. Pause.XXI.Jesus Christus, door godts cracht, soo menschs Soon is,
gecomen uyt Davidts Stam, Conincks saet,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 78]
| |
Ga naar margenoot+ Daerom oock van Paulo menschs Soon genaemt is,
Ga naar margenoot+ Dies hem oock Godts Soon, door geest Heylings vaet,
Ga naar margenoot+ Want hy door de twee Personen Midlaer is,
Ga naar margenoot+ Eert Jesus Christus so, volgens Godts raet.
| |
[pagina 79]
| |
XXII.Soo Jesus Christus Godts Soon, end' Soon des menschsGa naar margenoot+
Is ons geschoncken van Godt tot ons Borgh,Ga naar margenoot+
Syn borghsschaps plicht, heeft hy volbracht, naer ons wensch
Want hy heeft voor ons steets gedragen sorgh,
| |
[pagina 80]
| |
Ga naar margenoot+ Noemt hem den wegh, u Opstandingh', u Leven,
Syn gerechticheyt ons borgh, droeg doe sorgh.
| |
XXIII.Waer door wy uyt Godts liefd', niet syn vervallen,
Ga naar margenoot+ Christi genaeds-gift, onberouwlick is,
| |
[pagina 81]
| |
Waer door geschiet is door Godts Geest, wilt kallen,
Dat veel menschen niet syn gestorven wis,Ga naar margenoot+
De tweede doot, Christi gehoorsaemheyt streedt,
Dat wy niet quamen in Hels verdoemnis.
| |
[pagina 82]
| |
XXIV.
Ga naar margenoot+ Hy is arm om onsers sonden geboren,
Vervolght van Herodes al tot ter doot,
Ga naar margenoot+ Versocht van Satan, voor Godts uytvercoren,
Menighmael versmaet, gheweest in doots noot,
| |
[pagina 83]
| |
Endtlick is verraden van Judas syn knecht,Ga naar margenoot+
Oock vercocht, voor dertich pennigens bot.
| |
XXV.Gevangen door Jodens-Heyr archlistich raedt,Ga naar margenoot+
Op cus, die Iudas aen syn Meester gaf,
| |
[pagina 84]
| |
Ga naar margenoot+ Die doch heylich, onnosel was in der daet,
Vingen sy als een Moord'naer! O stroos-kaf,
Bespotten, gaven hem kinnebacks slagen,
Sonder hen van Christo te scheyden af.
|
|