'Margriet weet raad'. Gevoel, gedrag, moraal in Nederland 1938-1978
(1978)–Christine Brinkgreve, Michel Korzec– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 126]
| |
6. SlotHet beeld van een spectaculaire verandering die Nederland in de tweede helft van de jaren zestig zou hebben ondergaan, is voor een aanzienlijk deel een gevolg van de wijze waarop massamedia de gebeurtenissen van die tijd hebben weergegeven. De theatraliteit, geëxalteerdheid, pathetiek en expressiviteit waarmee de ‘opinion leaders’ van de jaren zestig in de openbaarheid traden, is mede te verklaren vanuit de noodzaak om in krant, radio en televisie markant en overzichtelijk ‘over te komen’. De aldus vertolkte boodschap werd vervolgens een middel tot zelfidentificatie en oriëntatie voor zowel degenen die de boodschap ontvingen, als degenen die het verspreidden en degenen die de inhoud van de boodschap hadden geschapen. ‘De mensen lazen over zichzelf en geloofden daarin’, zo werd deze terugwerking omschreven door een van de symbolen van die tijd, Bob Dylan (Rosenbaum, 1978). Deze circulatie van voorstellingen en interpretaties maakte een overspannen definitie van de gebeurtenissen van de jaren zestig tot een zelfbeeld van bijna allen die min of meer actief de ‘beweging’ van die tijd hebben meegemaakt. Met de voortgang der tijd werd de kloof zichtbaar tussen dit ‘image’ en het dagelijks leven. Daarmee werd ook de ontgoocheling een gedeelde ervaring van deze generatie.Ga naar eind1. Het materiaal uit ‘Margriet Weet Raad’ maakt een beschrijving mogelijk van veranderingen die zich buiten de publieke belangstelling in de beslotenheid van het alledaagse hebben voltrokken. Deze verborgen veranderingen worden pas na verloop van tijd zichtbaar als ‘culturele veranderingen’. De veranderingen die we in ‘Margriet Weet Raad’ hebben beschreven werden geïnterpreteerd als verkleining van machtsverschillen (tussen mannen en vrouwen, tussen ouders en kinderen, en tussen sociale klassen), als verschuiving van ‘gemoraliseer’ naar ‘gepsychologiseer’, en als uitbreiding van gedragsmogelijkheden. Afgaande op inhoud en toon van de adviezen zagen we een schoksgewijze verandering optreden op al deze gebieden in de tweede helft van de jaren zestig. Deze verschuiving was mede terug te voeren op de drastische verandering in samenstelling en beleid van de redactie van ‘Margriet Weet Raad’. De problemen in de rubriek | |
[pagina 127]
| |
geven daarentegen een beeld te zien van een meer geleidelijke verandering. Op geen van de bovengenoemde gebieden is in de adviesrubriek een ommekeer zichtbaar in de richting van de ontwikkelingen. De verkleining van machtsverschillen tussen mannen en vrouwen is trouwens pas vanaf 1970 goed zichtbaar in de rubriek. Ondanks het feit dat in de jaren zeventig de gedachte aan fundamentele beperktheid terugkwam in een nieuwe vorm (‘de grenzen van de groei’), zien we in ‘Margriet Weet Raad,’ geen spoor van een terugkeer naar een nieuwe versie van een door Soberheid en Zuinigheid beheerste moraal. Ook de uitbreiding van gedragsmogelijkheden en de afbraak van taboes komt in de jaren zeventig geenszins tot stilstand. Wel verlopen die veranderingen langzamer dan tussen 1966 en 1970. Het grootste deel van de gegevens uit de door ons verzamelde aanvullende bronnen vertonen hetzelfde beeld van een in dezelfde richting voortgaande verandering.Ga naar eind2. Van een algemene restauratie-tendens kan ons inziens dan ook niet gesproken worden.Ga naar eind3. Wel wordt het duidelijk naarmate de jaren zestig verder van ons af komen te liggen, dat het tempo van verandering op een aantal gebieden in de jaren tussen 1966 en 1970 hoger lag dan gedurende de daaraan voorafgaande en de daarop volgende jaren. Maar even duidelijk is de continuïteit in de ontwikkelingen. Zowel het beeld van de Grijsheid van ‘de jaren vijftig’ als van de Matheid van ‘de jaren zeventig’ zijn ontstaan door een overschatting van de veranderingen die zich in de tweede helft van de jaren zestig in Nederland hebben afgespeeld. |
|