De schoonzoon van Mevrouw de Roggeveen. Deel 1(1893)–Jan ten Brink– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Een woord tot toelichting. Eerste hoofdstuk. Van den Haagschen bijenkorf. Tweede hoofdstuk. Waarin een familieraad gehouden wordt, en een zonderling jong-mensch een kloek besluit neemt. Derde hoofdstuk De zon schijnt in het Voorhout binnen Den Haag en in eene achterkamer, waar het zeer kil is. Vierde hoofdstuk Oude en nieuwe kennissen aan 't strand te Scheveningen pogen hunne zorgen te vergeten. Vijfde hoofdstuk Willem Plankman neemt afscheid van de Utrechtsche Academie en wordt overstelpt met beleefdheden Zesde hoofdstuk. Waarin Willem Plankman nog meer beleefdheden ondervindt en een nieuwen kennis opdoet. Zevende hoofdstuk. Waarin zaken gedaan, verrassingen voorbereid, en teleurstellingen ondervonden worden. Achtste hoofdstuk. Willem Plankman doorleeft zijn eersten voormiddag in de residentie, en maakt verschillende opmerkingen. Negende hoofdstuk. Willem Plankman vindt een modus vivendi met zijne tante; de familie Van Roggeveen geeft een schitterend diner. Tiende hoofdstuk. Verschillende min of meer diepzinnige gesprekken worden gevoerd, en uitzichten op de toekomst geopend. Elfde hoofdstuk. Wat er na middernacht geschiedde in de appartementen van den Vicomte, mitsgaders verschillende geheimzinnige wenken en inlichtingen. Twaalfde hoofdstuk. Willem gaat uit op avonturen, maakt nieuwe kennissen, en ontmoet een ouden vriend. Dertiende hoofdstuk Nieuwe avonturen van Willem Plankman. De Barones van Duyvenvoorde verbaast haar echtgenoot. Veertiende hoofdstuk. Waarin Dorus, de oppasser, verschijnt en een nieuwe storm losbreekt met gewichtige gevolgen. Vijftiende hoofdstuk. Schitterende zonsondergang en heerlijke muziek, gevolgd door eenige nadere verklaringen, die de verontwaardiging wekken van mevrouw de Roggeveen. Zestiende hoofdstuk. Sneeuw en koude in Gelderland. Hoe de wintervacantie voorbereid werd op het instituut van Dr. Van der Meulen van Scheibeek. Zeventiende hoofdstuk. Waarin de ongelukken van een arm teekenmeester, eene stille binnenkamer, en de vriendelijkheden van mejuffrouw Francisca beschreven worden. Achttiende hoofdstuk. Het bestuur der muzikale en letterkundige vereeniging: ‘Nec timide nec tumide’ verschaft den leden een vroolijken avond, en zorgt voor afwisseling van genoegens. Negentiende hoofdstuk. Een reiziger heeft tijd om na te denken, en vindt eene verrassing bij zijne thuiskomst.