Oost-Indische dames en heeren. Deel 1(1893)–Jan ten Brink– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Practische menschen. Eerste Hoofdstuk. Hoe mr. Alexander Wierincx aan den Boom te Batavia aankwam, en hoe hij op het kantoor van Mr. Karel Hendrik Buys werd ontvangen. Tweede Hoofdstuk. Hoe Mr. Alexander Wierincx langs Molenvliet naar het Marine-hotel reed, en wat er alzoo door hem werd gemijmerd bij zijne aankomst te dier plaatse. Derde Hoofdstuk. Hoe Alexander zijn eerste déjeuner in het Marine-hotel gebruikte, en met wie hij daar aan tafel zat. Vierde Hoofdstuk. Alexander ontvangt bezoek, en woont eene geïmproviseerde soirée bij. Vijfde Hoofdstuk. Ochtendvermakelijkheden van eene aanzienlijke dame. Alexander dineert bij zijn toekomstigen chef. Zesde Hoofdstuk. Alexander amuseert mevrouw Buys en de dames Bokkerman. Hij ontvangt een vertrouwelijke mededeeling van Jonkheer van Sprankhuyzen. Zevende Hoofdstuk. Alexander verricht een goed werk en beleeft een zonderling nachtelijk avontuur. Zevende Hoofdstuk. Mevrouw Buys recipiëert, Alexander doorleeft een gelukkig uur, een oude kennis van Mejonkvrouw van Weeveren komt op 't tooneel. Negende Hoofdstuk. Alexander spreekt zijn eerste pleidooi uit, ontvangt eene eerste waarschuwing, en wordt getroost door een ‘welmeenend vriendenhart.’ Tiende Hoofdstuk. Waarin Alexander zich zoo goed mogelijk van zijn last kwijt, mejuffrouw Lucy Bokkerman verschillende keeren het hoofd schudt, en de nieuwsgierigheid van mevrouw Buys op de onverwachtste wijze bevredigd wordt. Elfde Hoofdstuk. Waarin de leden van Concordia zich in een thé dansant verheugen, Alexander zich meer en meer in verlegenheden wikkelt, en de heer Buys een zeer kort besluit neemt. Twaalfde Hoofdstuk. Wat Alexander den volgenden Maandagmorgen op het kantoor der heeren Buys & Andermans vernam, en hoe hij zijn dag verder doorbracht. Dertiende Hoofdstuk. Waarin Mr. André Antoine Guirault Dubois een liefdewerk verricht, en sommige zeer toepasselijke opmerkingen in 't midden brengt. Veertiende Hoofdstuk. Wat de palmen des morgens te zeven uren zagen op het kerkhof van Tanabang, en waarom mevrouw Buys dienzelfden avond hare tweede quadrille des lanciers niet mocht meedansen. Met vliegende vendels en slaande trom. Eerste Hoofdstuk. Waarin het personeel van een Bredaasch gezin optreedt en een kloek besluit wordt genomen door eene jonge dame met lichtroode krullen. Tweede Hoofdstuk. De passagiers van het fregatschip: de Amphitrite dineeren, spreken en wandelen; met nog iets erotisch. Derde Hoofdstuk. Waarin een vluchtig denkbeeld wordt gegeven van het huwelijksgeluk des grappigen heeren Ruytenburgs. Vierde Hoofdstuk. Jonkheer Hector van Spranckhuyzen poogt maleisch te spreken, en vervalt van de eene verrassing in de andere. Vijfde Hoofdstuk. De heer Ruytenburg en zijne echtgenoote noodigen het jonge Batavia om in hunne pendoppo te dansen. Zesde Hoofdstuk. Waarin nog meer oude kennissen verschijnen, en waarin een voornaam heer zijne verontwaardiging over den Max Havelaar te kennen geeft. Zevende Hoofdstuk. Henriëtte ontvangt bezoek, en een brief uit Breda. De heer Ruytenburg trekt den neus op voor Robert Schumann. Achtste Hoofdstuk. Jonkheer Hector van Spranckhuyzen wordt verliefd. Zijne schoonzuster ergert zich doodelijk over de hoffelijkheid van haar echtgenoot. Negende Hoofdstuk. Waarin de geschiedenis zich naar de residentie Krawang verplaatst, en waarin Willem Outshoorn een ouden vriend zijns vaders terugvindt. Tiende Hoofdstuk. Mevrouw Nuyts van Weely recipiëert de beau-monde van Batavia, en merkt tot hare verbazing de beide heeren van Spranckhuyzen onder hare gasten op. Elfde Hoofdstuk. Waarin mejuffrouw Marie Dunsinger haar hoofd gedurig op en neer beweegt, en jonkheer Eduard van Spranckhuyzen eenige onaangename mededeelingen verneemt. Twaalfde Hoofdstuk. De heer Augustus Bokkerman levert een voldingend bewijs, dat de Javaan niet onderdrukt wordt, en wil zijn vriend Outshoorn in hoog ernstige ongelegenheid met raad en daad bijstaan. Dertiende Hoofdstuk. Mejuffrouw Henriëtte Mathilda van Hilbeeck brengt het onaangenaamste uur van haar leven door. Veertiende Hoofdstuk. Wat er des avonds na het bal in Concordia geschiedde. Vijftiende Hoofdstuk. Waarin mevrouw Nuyts van Weely een diner geeft en Dubois een toost instelt op een jong verloofd paar.