236
Parijs, 5 Mei 1883
9 rue Médicis
WelEdele Heer,
Beleefd verzoek ik het mij aankomend honorarium voor mijne bijdrage in ‘Nederland’ dezer maand (ƒ 130, indien ik wel geteld heb), op 1 Julij as. te willen afdragen aan de HH. Burdet & Druijvesteijn te Amsterdam.
Ik ben U zeer verpligt voor de goede zorgen aan de korrektie besteed. Alleen de volgende kleinigheden zijn blijven staan of ontsnapten mij:
Bladz. 24, r. 10 v.b.: ‘aan de ongemeene rol’, lees ‘van de ongemeene rol’.
Bladz. 26, r. 7. v.o.: ‘andere tijdgenooten’ lees ‘oudere tijdgenooten’.
Bladz. 35, noot 1: ‘eedite’ lees ‘cedite’.
Bladz. 46, noot 2: ‘Errabat’ is het aanvangswoord van een nieuwen versregel.