dat Kn. vóór 27 Juni de proef naar Amst. had teruggezonden - dat men te Amst. die zelfde proef, zonder iets meer aan mij heeft gestuurd.
Daardoor is de zaak in de war geloopen, de fout ligt noch bij Kn. noch bij mij, maar in de zorgeloosheid ter drukkerij. En daar ik meende, dat uwe ongesteldh misschien oorzaak was, dat gij u niet met de zaken der drukkerij kondt bemoeyen, schreef ik deze verwarring daaraan toe.
Uwe appreciatie van Kn. is mede zeer knorrig. Eene vertaling van zijne hand heeft wel degelijk waarde. Zijn naam is iets zeer begeerlijks voor de Gids - zoo als gij uit een der laatste aflev. zien kunt.
Gij schrijft: Noch ik, noch de drukkerij heeft een revizie ontvangen voor 30 Juni. Ik kom er nog even op terug. Gij weet nu, dat Kn. de revizie minstens 25 Juni naar Amst. moet gezonden hebben, daar ze mij 27 Juni teruggestuurd werd, zonder iets er bij.
Wat het stuk van Freule Huygens betreft, ik had het op het oog goed gevonden, hier en daar gelezen en gekorrigeerd - zoo als blijken kan uit de annotaties in de kopij - maar toen ik het woord voor woord bestudeerde, zag ik dat het de spuigaten uitliep.
Ik zal Alb. Thym over ƒ 32 schrijven.
Maar mag ik u nu nog eens vragen, wilt gij de kopij v Al Th te Bussum hebben? Of naar Amster.? Kan ik een handschrift v Betje Wolff naar de drukkerij zenden - zonder dat het bedorven wordt? Of wilt gij het eerst inzien te Bussum? U beterschap van harte toewenschend
Steeds
tt
Jan ten Brink.
den Haag
3 Juli 79.