Brieven aan de uitgever van het tijdschrift Nederland 1873-1886
(1965)–Jan ten Brink, Cd. Busken Huet– Auteursrechtelijk beschermd144Het stuk van juffr. Huigens is eene vertaling. Ik laat hierbij gaan een briefjen v. E. de Lavaley.Ga naar voetnoot232 Gij kunt zien, dat zij naar het handschrift arbeidt. Hebt Gij echter serieus bezwaar - zend mij s.vpl dit stuk dan terug - anders proef aan Jonkvrouw J.M. Huigens, Breda. - (Ook het briefje had ik gaarne terug). De groningsche auteur heeft mij niet geschreven - ik verwacht nog steeds een brief. Wanneer ge de vertolking Huygens minder geschikt vindt, dan hebben wij de VisserGa naar voetnoot233, die lang wacht en Mejuffrouw Haighton. Van de plannen door Schimmel mij meegedeeld hoor ik niets meer. Het scheen, | |
[pagina 147]
| |
dat onze waarde en scherpzinnige vriend weder de oude idee van een nieuwe Revue d. deux m. voor den geest zweefde.Ga naar voetnoot234 Mag ik met den meesten nadruk het onderwerp der present-exempl. u aanbevelen. Wat Kneppelhout betreft - dit is dunkt mij een medewerker, die ons niet veel zal kosten.Ga naar voetnoot235 Frédéric Marrens is mij niet meegevallen! Gevoelsmystiek en duistere wijsbegeerte!
Van harte
den Haag 7 Juni 79. |
|