Brieven aan de uitgever van het tijdschrift Nederland 1873-1886
(1965)–Jan ten Brink, Cd. Busken Huet– Auteursrechtelijk beschermd102Parijs, 6 Oktober 1878. WelEdele Heer, Ik had mij voorgesteld, met het Oktober-nummer van ‘Nederland’ ook het September-nummer te zullen ontvangen. Doch dit was er niet bij. Gelief mij het September-nummer, dat mij niet gewerd, alsnog te zenden. Zend mij ook svp. den wissel ad ƒ 750, verschijnend 15 Maart, dien wij afspraken, dat U mij 15 September zoudt doen toekomen. Ik heb met het zamenstellen van mijn geschrift over Belgie reeds een begin gemaakt, en ga nog dagelijks voort, er bouwstoffen voor te verzamelen. Hierachter vindt U enkele errata in den Kunst- en Letterbode van 1 Oktober, waarvan ik beleefd verzoek, opgaaf te willen doen in het nummer van 1 November. Ik wensch U geluk met de voltooijing der bijdrage van Jufvr. Haighton. Hoe komt eene verstandige vrouw er toe, zulk een opstel te laten drukken? Prof. Opzoomer gaf ten minste zijn naam, al is zijne aankondiging van Vosmaer's vertaling eene teleurstelling. En dat vers van De Rop! Gelukkig dat Schimmel iets beters leverde, en de heer Ten Brink zijn bezoek aan Sarah Bernhardt gaf; anders zou het Oktober-nummer er schraaltjes uitzien.Ga naar voetnoot195 De Gids kwam deze maand beter beslagen ten ijs, dan Nederland. Ik erken, dat niemand dit helpen | |
[pagina 106]
| |
kan, maar het mocht anders zijn; en ik vlei mij nog altijd met de hoop, dat het anders zal worden. Met beleefde groeten, hoogachtend Uw Dw. Dr.
147 Bd St. Michel. |
|