Brieven aan de uitgever van het tijdschrift Nederland 1873-1886
(1965)–Jan ten Brink, Cd. Busken Huet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 63]
| |
57Amice! Geluk met B.H! Voor éen ding moet ik oppassen - hij zou soms te veel achtereen willen geven! Maar dit is van later zorg. Als gij zijn roman hebt - meld het mij - dan zal ik met mijn inhoud er op rekenen. Thands zend ik u een dramatiesch stukjen van Winkler Prins: kan dit in drie vel?Ga naar voetnoot103 Het is 36 pag. schrift? Vindt Gij het te groot, dan blijft het tot April en geef ik u wat anders. Maar wees zoo goed het mij p.o. te melden, want dan moet ik W.P. waarschuwen: hij rekent erop. Ook het stukjen van Max hierbij. Mag ik u tevens eene opmerking meêdelen, die mij in de laatste dagen voor den geest kwam. Gij weet, ik ben op finantieel gebied vrij onbedreven. Ik weet, dat gij zeer welwillend en inschikkelijk zijt. Echter werd door een woord van vrienden bij mij een gedachte wakker n.l. deze: is het honorarium v. ƒ 300 voor de redaktie van Nederland niet wat laag? Men verzekert mij, dat Tjeenk Willink aan de Veer voor de redaktie v. Eigen Haard ƒ 1000 geeft. Ik heb nog al beslommering met het tijdschrift en - helaas! ook met mijne huishoudelijke aangelegenheden. In vorige jaren hebt ge mij nog wel eens een soort van extra dividend toegekend. Overweeg eens, wat zij zoudt kunnen! Ik eisch niets. Nu herinner ik mij tevens, dat ik al de korrespondentie en onkosten voor de jaren 1876, 1877 nooit bij u in rekening bracht. Is het te veel als ik daarvoor nu ƒ 20 stel? Meld mij dit meteen. Van harte
den Haag. 9 Febr. 78. |
|