Brieven aan de uitgever van het tijdschrift Nederland 1873-1886

47

Amice!

Hierbij ontvangt Ge den inhoud voor Nederland 1 Januari 1878

1^o	Brief aan de neefjes in de Oost door Gideon - (proef aan den heer Van Vlijmen Amsterdam - adres u bekend)
2^o	De moeder van Hendrik IV. door Mr. A.H. Verster (proef aan den auteur, te Oisterwijk)
3^o	Quintijn Metsijs. Toneelspel in 3 bed. door W. Otto (proef aan den auteur te Amsterdam adres u bekend)
4^o	Herinneringen uit mijn Schooltijd door L. v. Outhoorn (proef aan de redaktie.)
5^o	Midas - Apollo door Lütkebühl (proef aan den auteur te Amsterdam)^83

83 De eerste vier bijdragen zijn in het januarinummer van 1878 geplaatst, die van L. van Outhoorn onder het pseudoniem Max; Lütkebühls inzending is in het geheel niet opgenomen.

[p. 54]

Omtrent de dame, die mij iets zou toe gezonden hebben, weet ik niets. Ik heb niets ontvangen.

Is de gezonden kopij onvoldoend, meld het mij s.v.pl. dan heb ik meer ook van mij zelven.

Zou op den omslag niet kunnen geplaatst worden het volgende: Ongeteekende bijdragen kunnen niet geplaatst worden.^x Er zijn lui, die zonder hun naam te noemen mij plagen met allerlei leelijke dingen.

Van harte
tt
Jan ten Brink.

den Haag.

6 Dec. 77

x De Redaktie verzoekt het adres van Beta.