Brieven aan de uitgever van het tijdschrift Nederland 1873-1886
(1965)–Jan ten Brink, Cd. Busken Huet– Auteursrechtelijk beschermd40Amice! Uw brief van 19 Augustus lees ik eerst heden, omdat ik een kort uitstapje naar Andwerpen en Parijs gemaakt heb. Ik begin uw letteren te beandwoorden. Het vlaamsche boekjen was mij reeds van twee kanten aanbevolen. Ik weet niet of ik het in Nederland of wel elders zal bespreken. Wij zullen zien. Dat het u niet bevalt is geen goed voorteeken.Ga naar voetnoot72 Als de arbeid van den heer v. d. Poll goed is, zullen wij hem maar nemen.Ga naar voetnoot73 Wat Daum betreft ik heb een stuk van hem groot ± twee vel. Het zal eerlang geplaatst worden. De waarde is dus ƒ 32 op het oog - het kan echter zijn dat het stuk nog uitloopt. Dus denk ik wel, dat ƒ 40 kan worden toegestaan.Ga naar voetnoot74 De aflev. v. 1o Sept. is zeer goed in elkaar gezet. Wat die voor 1o Oktober betreft: gij krijgt
Mijn arbeid zal 2 vel beslaan. Ik wenschte over dit honor. bij voorraad te disponeeren. Gij weet uitstapjens kosten geld en brengen niets op. Ik zal dus morgen aan de holl. Bank over ƒ 80 disponeeren, in de hoop dat Gij het goed vindt, omdat ge mij indertijd schreeft, dat ge dit altijd goed keurdet. Tevens komt mijn Parijs bezoek u nog ten goede hoop ik, daar ik mijne interessante ontmoetingen met Gambetta, Victor Hugo, Louis Blanc, Sarah Bernhardt in Nederland ga | |||||||
[pagina 50]
| |||||||
vertellen. Als ik tegen uw zin handelen mocht, verzoek ik onmiddellijk bericht, omdat ik alsdan de Bank moet terugbetalen. Van harte
30 Aug. 77. den Haag. |
|