Brieven aan de uitgever van het tijdschrift Nederland 1873-1886
(1965)–Jan ten Brink, Cd. Busken Huet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 47]
| |
36Amice! Dank voor de exempl. v Ned. afl. - ik heb er reeds met Kaptein Beijerman over gesproken. Wat Ising betreft, ik meende stellig u zijne konditie v ƒ 300 te hebben gemeld. Heb ik dit verzuimd dan verzoek ik verschooning. Ik meende, dat het honor. niet te ruim was berekend. Trouwens gij kwaamt tot ƒ 270. Kunt gij het schikken het zal mij aangenaam zijn. Wat Jorissen aangaat, van hem ontving ik niets naders - ook geen letter schrift. Ik wil nu gaarne zijn stuk opnemen maar de uitgebreidheid van 4 à 5 vel is te groot voor ééne aflev. Nederland heeft sints langen tijd niet zulke uitgebreide stukken op eens geplaatst. Het zij dus in twee helften verdeeld voor Aug en Sept. Ik zoude dit aanstonds aan den auteur gemeld hebben, als hij mij kennis had gegeven van den omvang zijner studie. Ik wilde dus dat de novelle Aan Zee, het eerste stuk van Jorissen, mijn 3de artikel en BerkenhofGa naar voetnoot68 geplaatst werden met 1e Aug. Hierbij mijn kopij voor het 3e artikel Zola.Ga naar voetnoot69 Meld mij of gij het goed vindt, dat ik weder als bij de vorige gelegenheid per wissel disponeer. Ik wilde de maand Augustus overslaan en dus met 1e Sept. geen 4e artikel geven, maar eerst met 1e Oktober. Hebt gij echter bezwaar daartegen, dan ben ik bereid. Meld mij ook hierover uwe opinie. Met verlangen zie ik de afdrukken van het tweede artikel tegemoet. Prof Quack schreef mij een zeer vleijenden brief over dit werk. Hiermee geloof ik alles te hebben behandeld, Van harte
10 Juli 77. den Haag. |
|