Het verheugt mij bijzonder dat het door uitbreiding van de aanvankelijke regeringsopdracht mogelijk is geworden, een afzonderlijk deel te wijden aan de melodieën van het Lied-boeck. Dit derde deel zal worden verzorgd door de musicoloog F.H. Matter. Van de ongeveer honderd zangwijzen waarom het in totaal gaat, is ongeveer driekwart thans bekend of reconstrueerbaar. Na een inleidende studie, waarin o.a. wordt ingegaan op de herkomst van de verschillende zangwijzen, zal in dit derde deel de reeks van melodieën volledig worden afgedrukt.
Het weergeven van de tekst uit 1622 biedt geen bijzondere problemen, behalve voorzover er maar één teken is gebruikt als hoofdletter van de i en van de j: een oud-hollandse kapitaal, die visueel tussen beide in staat, terwijl de moderne I en J onderling sterk verschillen. Aangezien noch de consequente toepassing van de I, noch die van de J tot een bevredigend resultaat leidt, is in dit geval gebruik gemaakt van beide kapitalen, met dien verstande dat de J systematisch vóor een volgende klinker is geplaatst. Dit betreft dus alleen de kapitalen; bij de onderkast, waar het gebruik van de i en de j niet steeds consequent blijkt te zijn, is niet genormaliseerd, zo min als bij andere lettertypen dan fractuur.
Eenzelfde probleem deed zich voor bij de ene kapitaal van de u en de v, die dan ook overeenkomstig het nu heersende systeem is vervangen door U of door V, uiteraard alleen voorzover het om hoofdletters in fractuur gaat.
Verder gelden de onderstaande regels.
Ieder lied begint op een nieuwe bladzijde.
Alle titels worden gezet in klein kapitaal.
Alle stem-aanduidingen worden gezet in cursief.
De bijzondere initialen en de afwijkende zetwijzen van de aanvangswoorden worden genormaliseerd.
De soms wel, soms niet, soms deels aanwezige inspringing van versregels, over-eenkomstig rijmschema en strofenbouw, vervalt, behoudens een enkele plek in een lang gedicht in alexandrijnen.
De strofen worden gescheiden door een regel wit; de meestal aanwezige nummering, soms boven de strofe geplaatst, soms ervoor, vervalt.
De onder haast elk gedicht aanwezige zinspreuk vervalt.
Om het oorspronkelijke versbeeld zoveel mogelijk te behouden, worden in de tekst geen verwijzingstekens geplaatst. Wel worden de versregels per vijftal genummerd.
De liederen zijn grotendeels gezet in fractuur; alleen indien in 1622 een ander lettertype is gebruikt, wordt dit vermeld. Overigens is het belang van dit soort mededelingen zeer gering geworden daar de editie van 1622 in facsimile werd her-