't Leven van Cornelis Danckertsen,
Overste Metselaer der voorgheseyde Stadt Amstelredam.
MET seer goede redenen hebben de oude Dichters, in hen versieringen (verhalende de geboorte van de konst-Goddinne Pallas) den mancken Smit met synen Diamanten Byl, rechts als een Vroud-vrouvv, oft als beter geseydt is: Baer-vader van sodanigen vvonderlijcken geboorte voor-gestelt in syner gedacht: VVant of schoon de dingen al zijn als geschapen en in't verstant gheboren, ende oock vvesentlijck van dien ontvverpen en moddellen ghemaeckt, nochtans indien de selve niet en komen tot een volkomen daet en in vvesen te raecken, soo blyven de selve rechts als in hen gheboorte begraven en vergeten. Oversulckx zijn de Bouvv-meesters grootelijcks ghehouden in den VVerck-meesteren die hen dinghen suyver, en volkomentlijck, sonder af, of by doen uyt-broeijen en in vvesen brengen: En vvy oock niet vveyniger, als door deselve in langdurigheyt so schoone saecken ghenietende, en inde daet bekennende. Dien volghens, vvy sullen hier oock ghedencken Cornelis Danckertsz, den vvelcken een jaer naer onsen Bouvv-meester Mr. Hendrick de Keyser, tot overste Metselaer der machtige Stadt Amsterdam is aengenomen gevveest, 't vvelck is ghevveest in 't jaer 1595 int 34 jaer zijns ouderdoms, by is een Burger deser Stadt en aldaer geboren in't jaer 1561, zijn vader is gevveest den ouden Cornelis Danckertsz, de vvelcke eenige jaren de voorsz Stadt Amsterdam heeft gediendt als Bouvv-meester, in vvelcke bedieninge hy oock is ghestorven. Maer onsen Cornelis Danckertsz daer vvy nu van spreken, hebbende als nu al 35 jaren als Stadts overste metselaer gediendt, is een seer arbeydtsaem en naerstigh man, en sonderlingen ervaren in zijn konst en Hand-vverck, 't vvelck syne vele ghedane vvercken gedaen binnen Amsterdam in overvloet betuygen, van vvelcke die voorneemste in desen Boecke volghen en verthoont sullen vverden: Voorts is hy een man in zijn zeden en manieren gantsch stil en oprecht, een goet Burger, en geene bedriegelijckheyd in hem hebbende, noch oock zijn selven yets latende beduncken, of sich verheffende, ofte eens anders eere tot sich te trecken: voorts een goet Liefhebber des Vader-landts ende de Religie toe-ghedaen, en is tegenvvoordigh al een man van goeden en hoogen ouderdom, hebbende 69 jaren, doch niet te min noch een vast man en alsnoch in synen dienst en overste Meesterschap vervolghende, zijnde als tegenvvoordigh boven de gevvoonlijcke vvercken der Stadt besich met de volvoeringe vande VVester-Kerck en der selver Toorn, over den vvelcken onsen Bouvv-meester gestorven is.
Lof-sangh, Op Hendrick de Keyser.
En Cornelis Danckaerstz.
OP mijn Musa, hier is stof,
Met een lieffelijck ghedicht,
Eens te brengen in het licht.
d' Architect is overleden,
Die soo veel van Neerlandts steden
Tot Bouvv-Meester heeft verstreckt,
Tot hem self de Aerde deckt.