Gezelschapsliederen Oud en Nieuw
(1875)–M.A. Brandts-Buys– Auteursrechtvrij
[pagina 150]
| |
Tante en nicht.Naar een fransche wijze. 1.[regelnummer]
'Ei - lie - ve, Nicht! wat moet ik hooren?'
- Zegt Tan - - - te, een maagd van zes - - tig jaar,
'laat gij door 't manvolk u be - ko - ren,
en haakt ge reeds naar 't echtaltaar?
Een kleuter, nauw der school ontwassen,
denkt al aan trou - - wen! ..... Boo - - ze tijd!
'k Vrees, weet men er niet op te pas-sen,
men eer-lang in de wieg al vrijt.'
2.[regelnummer]
'Nu, sluip niet weg; hoor nog een woordje;
Denk, dat het tot uw best verstrekt: -
Wat hangt daar aan dat zijden koordje,
Dat gij zoo met de hand bedekt?....
| |
[pagina 151]
| |
Hoe! een portret? een manlijk wezen,
Gevat in een' vergulden rand?
Maria! 'k moet het ergste vreezen,
't Is waarlijk van een' Luitenant!'
3.[regelnummer]
'Hoe komt ge er toe? Die epauletten
Verleiden thans wat jonge liên!
Maar 'k zal dien gouden tor beletten,
U ooit of immer weer te zien!
Als Argus zal ik u bewaken,
En komt hij hier, die looze vos,
Hij moog' zijn testament dan maken;
Den bulhond laat ik op hem los.'
4.[regelnummer]
Een vuurgloed kleurt Maria's wangen:
Zij beeft van angst, gelijk een riet,
Verbergt een briefje, juist ontvangen,
Uit vrees, dat Tante 't moog'lijk ziet.
Zij smeekt God Amor om ontfermen,
Die, diep bewogen met het kind,
Meêwarig luistert naar heur kermen,
En Tante's oogen stil verblindt.
5.[regelnummer]
Zoo kon die 't briefje niet ontdekken
Dien liefdebode van den held, -
Die, in met bloed geschreven trekken,
Het uurtje der bijeenkomst meldt.
Wie, meisjes! zal de strijd hier winnen?
Houdt gij het op Maria's hand?
Ja, 't lot dient hen die trouw beminnen:
c.p.e. robidé van der aa, geb. 1791 † 1851. 1833. |
|