Gezelschapsliederen Oud en Nieuw
(1875)–M.A. Brandts-Buys– Auteursrechtvrij
[pagina 68]
| |
Het bedrogen meisjeGa naar voetnoot1).Wijze: 'Femmes voulez-vous éprouvér.'1.[regelnummer]
Co - lijn een brave boe - ren - zoon,
het puikje van de dor - pe - lin - gen,
arbeidzaam wel - ge - maakt en schoon,
dorst naar Li - set - tes hand te din - gen.
Het meis - je, schoon ook een boe - rin,
had echter soms de stad be-ke - ken,
en hierdoor was haar hart en zin
van veld en kudde gansch ge - we - ken,
van veld en kudde gansch ge-we - ken. -
Dorst naar Li - set - tes hand te din - gen.
| |
[pagina 69]
| |
2.[regelnummer]
Neen, sprak de fiere, zeker neen,
Geen boer zal ooit mijn hart verwinnen;
Colijn trad nu gramstorig heen,
En ging de zachte Filis minnen.
Nu dorst geen enkle boer aan haar
Te denken, nog veel min te vragen;
Zij wachtte dus van jaar tot jaar,
Daar nog geen steêman op kwam dagen.
Daar nog geen steêman op kwam dagen.
3.[regelnummer]
Thans is zij veertig jaren oud,
Haar schoon gelaat is gansch geweken,
En 't meeste wat haar bezig houdt,
Is kwaad van jongeliên te spreken.
Zij gloeit van felle pijn en smart,
Als zij Colijns geluk hoort roemen,
Daar zij in 't heimlijkst van haar hart,
Zich om haar dwaasheid zelv' moet doemen.
Zich om haar dwaasheid zelv' moet doemen.
4.[regelnummer]
O meisjes, die gaarn' waart getrouwd,
Laat u Lisette een voorbeeld wezen,
Dat ge op geen dwaze hoop vertrouwt,
Wijl gij dan ook haar lot moogt vreezen.
Als u een brave jongen vraagt,
Laat hem dan ook uw hand verwerven,
Want anders gij het lichtlijk waagt,
Als oude vrijster nog te sterven.
Als oude vrijster nog te sterven.
|
|