Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 917]
| |
stedelijke secretarie, werd in 1857 tevens stedelijk archivaris, in 1853 red. der Prov. Noordbr. en 's-Hertogenbossche Courant en vestigde zich ambteloos nabij Amsterdam, later in Den Haag. Schr.: Inventaris van het groot archief der stad 's-Hertogenbosch, 1860; Inventaris der Archieven van de stad 's-Hertogenbosch, Chronologisch opgemaakt en de voornaamste gebeurtenissen bevattende, 3 dln., 1861-'73; Naamlijst en wapenkaart der leden van de regeering, de Pensionarissen, Griffiers en Secretarissen van 's-Hertogenbosch, benoemd sedert de terugbrenging der stad onder het gezag der Staten-Generaal van de Ver. Ned. in 1629, 1863; Het groot orgel in de Kathedaal van St. Jan te 's-Hertogenbosch, en het klein orgel, beide in De Noordbrabanter van 1864; Lijst der schepenen van de stad 's-Hertogenbosch benoemd van Anno 1265-1794, waarvan de schepenzegels in zilver, koper of lood gesneden bij het Archief der stad, of in het museum van het Prov. gen. nog aanwezig zijn, 1865. In De Noord-brabanter van 1854: Het groote orgel in kathedraal van St.-Jan, en het kleine; in Noordbrabant, wetenschappelijk tijdschrift, 1853, Gerard Abrahams, bijgenaamd Lekkerbeetje; Nog iets over het gesmeed ijzeren stuk geschut, genaamd Stuerghewalt; Vonnis tegen den laster in de 16e eeuw; Vruchtelooze aanslag van graaf Philips van Hohenlo op 's-Hertogenbosch in 1585; Christophorus van Vladeracken; De banken van leening, ook tafelen van leening of lombarden genaamd. Derzelver oorsprong en vestiging in Brabant, vooral te 's-Hertogenbosch. |
|