[Dirk van Wullen]
Wullen (Dirk van), gedoopt in de Nieuwe kerk te Amsterdam, 28 Jan. 1761, stud. te Utrecht, schoon - gelijk daar meermalen verzuimd werd - niet in het album der hoogeschool ingeschreven, was in 1782 gewoon lid van het ald. bestaande oudheid-, taal- en dichtkundig gen.: Dulces ante omnia Musae; werd voor de eerste maal als proponent beroepen te Warnsveld en daar bevestigd 9 Jan. 1785, kwam vandaar te Zutphen 6 Juni 1790, verkreeg daar zijn emeritaat in Juli en overl. er 28 Nov. 1832. Zijne eigenaardige persoonlijkheid en de bijzonderheid, dat zijne laatste gedachten een door Martinet geopperd en voor hem onopgelost gebleven vraagstuk betreffende de geschiedenis van beider standplaats aangingen, leven nog in de volksherinnering voort, zoodat men, bijna 60 jaar na zijn dood weet te vertellen dat ‘den Deumeni’ 25 Jan. verjaarde. Hij was een hoogst bekwaam man in alles, wat het verleden van Zutphen kan ophelderen, en zijne omvangrijke aant. en vooral de aanwijzing van den weg, hoe zulke adversaria bijeengebracht worden, hebben menig lateren schrijver over die stad groote diensten bewezen, zonder dat van deze hss. op het gemeente-archief of van ‘Olden Derk’ steeds en naar behooren melding gemaakt werd.