[Geeraard van Wolschaten]
Wolschaten (Geeraard van), werd te Antwerpen geboren 13 Mei 1603. Hij was de zoon van Geeraard van W., die in de Plantijnsche drukkerij het letterzetten leerde, later als lettergieter vermaard werd, en in 1624 Deken was van de Antwerpsche Sint Lucasgilde. In deze vereeniging werd de jonge Geeraard insgelijks meesterboekdrukker, in het jaar 1625. Toen zijn vader, den 26 Oct. 1634, overleed, volgde hij dezen op in zijn boekhandel en drukkerij, welke hij met goed gevolg voortzette, tot hij stierf op 28 Dec. 1660.
Als dichter vond hij veel bijval, daar hij schreef in den trant van Cats. De kenspreuk die hij voerde was: Leeft in vrede. Een zijner laatste dichtstukjes werd gedrukt op blz. 576 van De Bie's Gulden Kabinet, dat te Antwerpen verscheen in 1661. Zijne afzonderlijke werken, waarvan er twee van zijne eigen persen kwamen, zagen het licht met de titels: De Doodt vermaskert met 's Werelts ydelheydt, afghedaen door G. van Wolsschaten, versiert met de constighe Belden van den vermaerden schilder Hans Holbeen, t' Antwerpen by Petrus Bellerus, op de Melck-Marck, in de gulde tralie, M.DC.LIV; (volgens den titel van dit werk had de schrijver de waardigheid van Prevoost der munten zijner Majesteyt in Brabant); Het liefelijck ende seer vermaeckelijck Antwerps lusthofken, verciert met vier vreught-rijcke lustpriëelen, nieu Bloeselkens van Minne-Liedekens, Rooskens van Herders-Sanghen, Wyngaert-rancxkens van Drinckliedekens, en Coddige deuntjens, door Gerardus van Wolschaten, t' Antwerpen by de weduwe van G. van Wolsschaten, 1661; Triumph van de XXXVI Heylighen wiens reliquien syn rustende in S. Salvator binnen Antwerpen, in verscheyde Liedekens voorghestelt door G. van Wolsschaten, waerby noch eenighe andere devote Liedekens, Antw. 1674.