[Petrus de Witte]
Witte (Petrus de), misschien dezelfde, die als 13-jarige knaap, 26 Oct. 1634, geb. te Leiden, ald. in het studenten-album werd ingeschreven, kwam in 1644 als kand. te Koudekerk bij Leiden, werd in Juli 1650 pred. te Hoorn, in Aug. 1653 te Delft, waar hij de kruitramp van 12 Oct. 1654 beleefde en beschreef; vandaar ging hij in 1656 naar Leiden, en overl. ald., in 1669.
Behalve een tweetal theol. werkjes, kan men tot zijne geschr. brengen: Delftschen Donder-slach, ofte aenspraecke aen de gemeynte van Delf, by een schricklick Oordeel Gods, Amst. 1654, herdr. Uytr. 1694, doch aan de opgaven van een Lauwer-Kroon op Corn. Tromp van 1673, het auteurschap van De Donder-slagh der Godtloosen of de mededeeling op zijn portret, dat bij bij zijn overl. slechts 37 jaren oud was, kan geen onvoorwaardelijk gezag worden toegekend.