[Mr. Johan de Witt]
Witt (Mr. Johan de), de beroemde zoon van den voorg., wiens doop nergens in kerkregisters gevonden is, doch wiens geboortedag door zijne dochter Maria, den dichter Oudaen en Balen is aangeduid als 24 Sept. 1625, kan ook onder onze schrijvers vermeld worden; zijn sterfdag is reeds in het art. van zijn vader opgegeven.
Naar de gewoonte zijner tijdgenooten, niet het minst in zijne geboortestad Dordrecht, deed hij ook iets aan de dichtkunst in zijne moedertaal. Eene overzetting van Racine's Horace werd met of buiten zijn weten uitgegeven onder den titel: Horace en Curace, 1647 en later herdrukt; ook blijkt hij gelegenheidsged. vervaardigd te hebben, zelfs een op het huwelijk zijner schoonzuster te Ilpendam in April 1662. Maar als prozaschrijver is hij bekend, niet alleen door de Brieven in den bundel, uitgegeven in 6 dln., 's-Grav, 1723-'25, maar ook door het aandeel, hem toegekend door den onderst. schrijver, in het blz. 175 vermelde werkje van P. de la Court.
(Mr. D. Veegens, Jan de Witt als publicist, in De Gids, 1876, dl. I. blz. 1).